Kerven / Carving, Roy Villevoye
"Carving is published by Het Vijfde Seizoen, a foundation which offers artists the opportunity to stay temporarily in an unused pavilion belonging to the psychiatric clinic Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder, the Netherlands.
The art project was developed by H.C.Rümke Group, an institute for mental health care, and the Praktijkburo of the Mondriaan Stichting, with the aim of bringing society closer to the clinic." (cit.) Concept and photography: Roy Villevoye. Design: Loek de Leeuw (Immerc bv)(21.5 x 15.3)
A frequent visitor to Papua New Guinea, Roy Villevoye and his partner had made it a tradition when rowing upstream to the villages upstream from Er, to moor at the entrance to Boab’s garden. Since they had carved their names in some of the coconut palms during an early visit, this part of the rain forest had become a cherished place connected to their personal history in Indonesia. Visiting the site shortly after the first birthday of their daughter Céline, Roy felt an urge to carve her name on one of the palms. While a local friend helped him with the tough part, Roy took pictures of the carving, and when it was finished, a picture of the result. A year later, when walking through the woods around a psychiatric clinic where he was invited to stay in the guest pavilion and commissioned to do an art work, he would occasionally spot one or more of the clinics residents, either in the distance or rushing past. The presence of these people with a different personal culture of whose existence he had been completely unaware before he came to live there, reminded him of the Asmat people he had befriended in the rain forests of Papua. Curious to get in touch with them, he suggested that as part of the art project, they would carve their personal signs on the trees and thus link their identity to the place, the way he had linked his name and that of his daughter to Boab’s garden. Strolling through the woods, the residents would then be confronted with their own signs and realize their presence there: ‘I am here/ I was here.’
Ook het gezin Fransje Killaars en Roy Villevoye met hun dochtertje Céline verbleef op het terrein van de Willem Arntsz Hoeve. Villevoye's projecten worden bepaald door zijn bezoeken aan het Asmatgebied in Nieuw-Guinea. De bewoners van Asmat hechten een grote ceremoniële en emotionele betekenis aan bomen, waar zij prachtige beelden uit hakken. Villevoye onderkent de therapeutische betekenis die kan worden ontleend aan het bewerken van hout: het kerven van je naam, het kerven van tekens die een hoogstpersoonlijke of juist universele betekenis hebben. Hij vroeg een aantal patiënten om in bomen die zich op het terrein bevinden tekens te kerven. Villevoye documenteerde dit project in een boek getiteld Kerven* . Er ontstond commotie over de verminking van de bomen en veertig protestbrieven bereikten de directie. Zo kwam de maatschappij op onverwachte wijze binnen.
Fransje Killaars raakte gefascineerd door de enorme rookverslaving van veel patiënten en begeleiders. Zij vroeg hun alle sigarettenpeuken te bewaren en aan haar af te staan. Van de duizenden peuken reeg zij samen met hen een groot gordijn als collectief kunstwerk. Een werk dat voor haar symbolisch is voor het kleine stukje vrijheid van de patiënten: het laatste stukje verlangen om weg te dromen uit de dagelijkse, zieke realiteit. Het 'gordijn' werd in Het Vijfde Seizoen tentoongesteld en begin 2001 werd het buiten de kliniek in Galerie De Expeditie in Amsterdam gepresenteerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten