vrijdag 31 juli 2015

The PopStars of Lex van Rossen Photography


Lex Van Rossen 1950-2007

 It is hard to decide which to admire more, his work or the man himself. His pictures have a grace that comes from a thorough knowledge of the camera combined with a deep empathy with his subjects.

His classic live images of musicians such as Debbie Harry, The Clash, Tom Waits and many others required split timing. He had that. His portraits reflect the trust he inspired in others.

Personally, he was a true gentleman in the old-fashioned sense of the word. Softly spoken, gentle, polite, humorous with a twinkle in his eye, it was a pleasure to be in his company. I shall miss him terribly and extend my deep sympathy to his many friends and family.
Jill Furmanovsky.

Lex van Rossen was een popfotograaf die de dynamiek van een concert in één beeld kon treffen. In „roetige plaatjes”, zei hij zelf. Het Stadsarchief Amsterdam laat een verrassende keuze uit zijn fotografisch archief zien.

Door JAN VOLLAARD 25 JULI 2015

Texecala Jones, Zoetermeer, 1986.

Met grote ogen kijkt Tina Weymouth in de lens van de fotograaf. Uitdagend heft de bassiste van Talking Heads haar bas boven een kort rokje. Het is typisch een concertfoto van Lex van Rossen: donker, contrastrijk en uitgebalanceerd van compositie, met de hals van de basgitaar in een rechte hoek met de microfoonstandaard. „Roetige plaatjes”, zoals Lex zijn krantenfoto’s relativerend noemde.

De sterren van Lex, t/m 20/9 in het Stadsarchief Amsterdam (toegang gratis). Inl: stadsarchief.amsterdam.nl

Een kleine tentoonstelling in het Stadsarchief Amsterdam laat zien wat er zo bijzonder was aan Lex van Rossen (1950-2007), popfotograaf voor NRC Handelsblad, De Telegraaf, Muziekkrant OOR en andere media. Lex kon flirten met zijn onderwerp, toen hij Whitney Houston portretteerde bij een vluchtige fotosessie in een hotelkamer. Hij kon de dynamiek van een concert in één beeld treffen, door de wapperende haren van de zanger van Soundgarden. Of hij maakte korte metten met de heroïsche pose van een popster. David Bowie kreeg vampiertandjes, Steven Tyler van Aerosmith werd door de lens van Lex van Rossen een behaagzieke clown.

Lex en ik werkten twintig jaar samen. Op een gedenkwaardige journalistieke missie maakten we tijdens een dag in september 1997 een interview en een indringend fotoportret van de zanger van Spiritualized in Brussel. Daarna reden we door naar Ponypark Slagharen voor het livedebuut van de elfjarige Jantje Smit, die triomfen vierde met zijn nummer-éénhit Ik Zing dit Lied voor Jou Alleen. Lex van Rossen, de frontsoldaat onder de popfotografen, moest dringen tussen de omaatjes en de jonge fans die het kleine zangwonder uit Volendam het zingen bijna onmogelijk maakten. Meer dan 600 kilometer reden we die dag. Lex bracht het allemaal prachtig in beeld.

In het Stadsarchief hangen niet zijn greatest hits, zoals de onsterfelijke foto die Van Rossen maakte van een knielende Bono met cowboyhoed in De Kuip, of de sexy pose waartoe hij Debbie Harry verleidde. De expositie De Sterren van Lex is gewijd aan zijn fotoarchief, dat werd nagelaten aan het Maria Austria Instituut. Daar werd de afgelopen maanden hard gewerkt aan het ordenen van eindeloos veel rolletjes film in archiefmappen. Veel van die negatieven zijn nooit door Van Rossen zelf afgedrukt. De mooiste 35 werden door archivaris Wietze Wedman geselecteerd voor de muzikantenportretten die tot eind september in de catacomben van het Stadsarchief worden getoond.

Op die foto’s zie je de jonge Red Hot Chili Peppers, de beschonken Texacala Jones van Tex and the Horseheads en de breed naar de fotograaf lachende Bobbie Rossini van Claw Boys Claw in hun volle podiumglorie. Maar ook een kleedkamerportret van Lou Reed met zijn interviewer Jip Golsteijn nog zichtbaar in de spiegel. Of hij nu Bobby Womack in alle rust portretteerde of de zinderende beweging van een concert van Michael Jackson in beeld bracht: Lex van Rossen had soul. Een harder rockende fototentoonstelling ga je deze zomer nergens zien. En nog één ding: het is er doodstil.

Een versie van dit artikel verscheen op zaterdag 25 juli 2015 in NRC Handelsblad.
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Media BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.


 David Bowie, Paradiso Amsterdam, 1990.


Red Hot Chili Peppers, Tivoli Utrecht, 1988.




The PopStars of Lex van Rossen Photography


Lex Van Rossen 1950-2007

 It is hard to decide which to admire more, his work or the man himself. His pictures have a grace that comes from a thorough knowledge of the camera combined with a deep empathy with his subjects.

His classic live images of musicians such as Debbie Harry, The Clash, Tom Waits and many others required split timing. He had that. His portraits reflect the trust he inspired in others.

Personally, he was a true gentleman in the old-fashioned sense of the word. Softly spoken, gentle, polite, humorous with a twinkle in his eye, it was a pleasure to be in his company. I shall miss him terribly and extend my deep sympathy to his many friends and family.
Jill Furmanovsky.

Lex van Rossen was een popfotograaf die de dynamiek van een concert in één beeld kon treffen. In „roetige plaatjes”, zei hij zelf. Het Stadsarchief Amsterdam laat een verrassende keuze uit zijn fotografisch archief zien.

Door JAN VOLLAARD 25 JULI 2015

Texecala Jones, Zoetermeer, 1986.

Met grote ogen kijkt Tina Weymouth in de lens van de fotograaf. Uitdagend heft de bassiste van Talking Heads haar bas boven een kort rokje. Het is typisch een concertfoto van Lex van Rossen: donker, contrastrijk en uitgebalanceerd van compositie, met de hals van de basgitaar in een rechte hoek met de microfoonstandaard. „Roetige plaatjes”, zoals Lex zijn krantenfoto’s relativerend noemde.

De sterren van Lex, t/m 20/9 in het Stadsarchief Amsterdam (toegang gratis). Inl: stadsarchief.amsterdam.nl

Een kleine tentoonstelling in het Stadsarchief Amsterdam laat zien wat er zo bijzonder was aan Lex van Rossen (1950-2007), popfotograaf voor NRC Handelsblad, De Telegraaf, Muziekkrant OOR en andere media. Lex kon flirten met zijn onderwerp, toen hij Whitney Houston portretteerde bij een vluchtige fotosessie in een hotelkamer. Hij kon de dynamiek van een concert in één beeld treffen, door de wapperende haren van de zanger van Soundgarden. Of hij maakte korte metten met de heroïsche pose van een popster. David Bowie kreeg vampiertandjes, Steven Tyler van Aerosmith werd door de lens van Lex van Rossen een behaagzieke clown.

Lex en ik werkten twintig jaar samen. Op een gedenkwaardige journalistieke missie maakten we tijdens een dag in september 1997 een interview en een indringend fotoportret van de zanger van Spiritualized in Brussel. Daarna reden we door naar Ponypark Slagharen voor het livedebuut van de elfjarige Jantje Smit, die triomfen vierde met zijn nummer-éénhit Ik Zing dit Lied voor Jou Alleen. Lex van Rossen, de frontsoldaat onder de popfotografen, moest dringen tussen de omaatjes en de jonge fans die het kleine zangwonder uit Volendam het zingen bijna onmogelijk maakten. Meer dan 600 kilometer reden we die dag. Lex bracht het allemaal prachtig in beeld.

In het Stadsarchief hangen niet zijn greatest hits, zoals de onsterfelijke foto die Van Rossen maakte van een knielende Bono met cowboyhoed in De Kuip, of de sexy pose waartoe hij Debbie Harry verleidde. De expositie De Sterren van Lex is gewijd aan zijn fotoarchief, dat werd nagelaten aan het Maria Austria Instituut. Daar werd de afgelopen maanden hard gewerkt aan het ordenen van eindeloos veel rolletjes film in archiefmappen. Veel van die negatieven zijn nooit door Van Rossen zelf afgedrukt. De mooiste 35 werden door archivaris Wietze Wedman geselecteerd voor de muzikantenportretten die tot eind september in de catacomben van het Stadsarchief worden getoond.

Op die foto’s zie je de jonge Red Hot Chili Peppers, de beschonken Texacala Jones van Tex and the Horseheads en de breed naar de fotograaf lachende Bobbie Rossini van Claw Boys Claw in hun volle podiumglorie. Maar ook een kleedkamerportret van Lou Reed met zijn interviewer Jip Golsteijn nog zichtbaar in de spiegel. Of hij nu Bobby Womack in alle rust portretteerde of de zinderende beweging van een concert van Michael Jackson in beeld bracht: Lex van Rossen had soul. Een harder rockende fototentoonstelling ga je deze zomer nergens zien. En nog één ding: het is er doodstil.

Een versie van dit artikel verscheen op zaterdag 25 juli 2015 in NRC Handelsblad.
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Media BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.


 David Bowie, Paradiso Amsterdam, 1990.


Red Hot Chili Peppers, Tivoli Utrecht, 1988.




dinsdag 28 juli 2015

There is no story It’s just a question of shapes and light Morocco Harry Gruyaert Photography


Harry Gruyaert: Morocco

Schirmer Mosel. Fine in Fine dust jacket. 1990. First EditionFirst Printing. Hard Cover. 3888145791 . 52 full page color plates. With an essay in French by Brice Matthieussent. 0.9 x 12.6 x 11.9 Inches; 112 pages .

Harry Gruyaert’s Moroccan pictures have the tenacious certitude of mystery. Their content is neither sociological nor ethnographical, and even less so exotic or journalistic. All anecdote is banished, and time—the story, what comes before and after the photograph—appears to be suspended. And yet, it is brimming with energy—the energy of its colors and postures captured on the spot. The enigmatic “subject” of these pictures includes such things as the texture of a wall or the material of a fabric, the composition of the air, and the density that is so specific to Moroccan light, at once violent and tender, glaring and maternal, abstract and sensual. The exact opposite of stereotypical exoticism, Harry Gruyaert shows us what has never been seen before of a different reality that is daily but secret.

With the recent release of the first English-language monograph of his work, famed Magnum photographer Harry Gruyaert talks about the banality of colour and the fuzzy line between art and photography

“There is no story. It’s just a question of shapes and light,” Harry Gruyaert says. The storied Magnum photographer is notoriously reluctant to share how he creates his celebrated photography.
As one of the first European photographers to take advantage of the creative potential colour photography held,  Gruyaert rarely follows received wisdom — as seen in the first English-language monograph of Gruyaert’s work, published by Thames & Hudson and offering a comprehensive retrospective of his career.
While American photographers such as William Eggleston and Stephen Shore were eagerly embracing the new possibilities of colour, many photographers in Europe of the same generation preferred to relegate it to use in advertising, press and illustration. Gruyaert feels closer to the American approach.
“In Europe and especially France, there’s a humanistic tradition of people like Cartier-Bresson where the most important thing is the people, not so much the environment,” he says. “I admired it, but I was never linked to it. I was much more interested in all the elements:  the decor and the lighting and all the cars: the details were as important as humans. That’s a different attitude altogether.”
Kerala, India, 1989. © 2015 Harry Gruyaert / Magnum Photos
Kerala, India, 1989. © 2015 Harry Gruyaert / Magnum Photos
This is echoed by artist Richard Nonas, who says “the photographs of Harry Gruyaert have always seemed to me to be images of things, even when they are pictures of people… They are photographs of change, not of movement.”
Gruyaert joined legendary agency Magnum Photos in 1981 and ruffled a few feathers with his more contemporary approach. His influences skewed towards pop culture and away from journalism — not exactly music to the ears of the agency of Robert Capa and René Burri, at the time still largely comprised of black-and-white shooting photojournalists. “Sometimes it was like incredible theatre. it was like a big family where things are sometimes wonderful and sometimes horrible.”
Boom, Belgium, 1988. © 2015 Harry Gruyaert / Magnum Photos.
Boom, Belgium, 1988. © 2015 Harry Gruyaert / Magnum Photos.
“On my first visit to the States in 1968 and discovering pop art was really important for me. It was completely new, and made me look at banality in a different way, not saying ‘this is bad taste’, [but] to do something with that, accept it and look at it with a sense of humour.”
The impact of pop art is clear — the book opens with TV Shots, his 1972 series photographing distorted TV images.
Living in London, Gruyaert created the series by turning the dial on a television set at random and photographing the distorted images he saw there.
Saturated hues and distorted faces create a nightmarish satire of media culture, and when first exhibited in 1974 caused controversy.
The images, his first serious work, are markedly different from the later work he is renowned for but provides clear context for his career. Despite it all, he struggles with the label of ‘artist’, at least publically. “I don’t know… it’s complicated. I’m saying I’m a photographer and if people think certain things are art, then yeah, sure.” 
Paris, France, 1985. © 2015 Harry Gruyaert / Magnum Photos
Paris, France, 1985. © 2015 Harry Gruyaert / Magnum Photos
Gruyaert’s distaste for narrative, coupled with his enduring fascination for the banal, makes him a thoroughly unsentimental photographer. “It’s purely intuition. There’s no concept. things attract me and it works both ways. I’m fascinated by the miracle where things come together in a way where things make sense to me, so there’s very little thinking.”
“When I joined Magnum, I showed [my] pictures of Paris to Raymond Depardon. He said ‘that’s fascinating because you show the banality — the colours of the tables, the plastic of Paris’. It’s an aspect of Paris you don’t see in black-and-white; people are not attracted to that thing, they always want something going on. They want an anecdote.” After such a storied career, perhaps Gruyaert’s refusal to give people what they want is precisely the thing that makes them keep coming back to his work.
‘Harry Gruayaert’ is published by Thames and Hudson now. Details here.
The first solo exhibition of Harry Gruyaert will take place at the Magnum Print Room, 63 Gee Street, London, EC1V 3RS, from 15 September to 31 October 2015 

























maandag 20 juli 2015

Les Naufragés de Brighton Beach Seymour Jacobs Erik Kessels Special Books Photography


  • Les naufragés de Brighton Beach

  • by Jacobs Seymour


  • Introduction : Georges Vercheval
    Texte : Seymour Jacobs
    Langue : Français - Anglais
    Année : 1988
    ISBN : /
    Pages : 122
    Format : 22,5 x 30 cm
    Photos : noir et blanc
    Assemblage : broché
    Couverture : souple et à rabats
    Etat : d'occasion
    Contenu : Reportage sur les plages de Brighton Beach, à Coney Island, Brooklyn, par Seymour Jacobs, réalisé entre 1967 et 1986. Le livre a été édité par le Musée de la Photographie de Charleroi en 1988. Première édition.

Mort de Seymour JacobsLe photographe moraliste avait 67 ans.
ERIC DAHAN 19 FÉVRIER 1999 À 23:48

C'était un faux désinvolte, au regard de velours et à la voix de crooner, un macho en creux. Quand certains s'installaient dans des hôpitaux psychiatriques ou partaient pour le front, lui avait décidé d'épingler la lisse succession de jours solaires sur la plage de Brighton (près de Coney Island). Ses photos semblaient surgies d'années 50 télévisuelles, telles que les revisiteront plus tard Cassavetes, Waters ou Lynch. On pensait aussitôt à Diane Arbus, à la vision de retraitées aux airs cramés de starlettes trash, sur fond de bodybuilders. C'est cette capacité à offrir sans détour le triomphe absurde de muscles gonflés et l'évidence défaite de la chair flétrie qui semblait la clé de son oeuvre de moraliste paradoxal et féroce. «La souffrance ne vient que de l'incapacité à s'accepter», confiait-il en parcourant la rétrospective que lui avait consacré la Ville de Paris en 1994.

Seymour Jacobs était né le 27 mars 1931 à Brooklyn et avait séjourné en France au début des années 50. Il s'était d'ailleurs spécialisé en littérature française, qu'il enseignera. Antimaccarthyste, il subira aussi un procès pour avoir refusé de saluer le drapeau américain en pleine guerre du Viêt-nam. Depuis 1983, et son exil à Paris, il reniait ses clichés de plage, «chaos de femmes tragiques et d'hommes ridicules», pour se consacrer à l'inquiétude de «nus complexes, révélant une étrange complicité aux motivations difficiles à cerner et une détresse cette fois mienne à part entière». Citant souvent la générosité morale de Stendhal et de Proust, il ne comprenait pas que certains puissent voir de la cruauté ou du mépris dans ses clichés, et répondait: «Seuls les faibles voient de la cruauté dans ce que je fais, la bêtise et le manque de générosité ne m'intéressent pas.» Celui qui confiait son indifférence à la jeunesse («elle n'a pas de magie, et le corps n'a pas tant d'importance») s'est éteint dimanche à Paris, à l'âge de 67 ans.
See for more Special Books :

Barrage Steve McQueen Artists' Book Erik Kessels Special Books Photography



On and On Marijke van Warmerdam Artists' Book Erik Kessels Special Books Photography


700 centenboek Jos Houweling Amsterdam 70s Erik Kessels Special Books Photography


Porträt Louise Anna Kubelka: 1978-1996 wöchentlich fotografiert Friedl Kubelka Erik Kessels Special Books Photography


Kriwet Stars Ferdinand Kriwet Artists' Book Erik Kessels Special Books Photography


Fair Play with Fina HESTER KEIJSER Erik Kessels Special Books Photography



ERIK KESSELS SPECIAL BOOKS from RVB BOOKS on Vimeo.


Femme mûre très maquillée et à la chevelure développée en crinière blanche/blonde, portant un collier et des boucles d’oreilles.


Vue en contre plongée. Une femme charnue pose devant l’objectif dans un maillot impression léopard.


Vue en contre plongée. Une femme d’âge mur pose en maillot de bain. Son regard se porte hors du cadre.


Un homme de dos regarde vers la mer, il est appuyé sur les rochers. Au second plan une femme se baigne, elle porte un chapeau.


Un homme assez maigre et dégarni pose devant l’objectif. Torse nu, il porte un short et des chaussures en cuir. Derrière lui des gens sur la plage, à droite des immeubles.


Un homme très musclé pose sur la plage face à l’objectif. derrière lui un couple est étendu sur des serviettes. En arrière plan des gens sur le sable.


Un homme fait des pompes devant l’objectif avec un cigare dans la bouche. Derrière lui des gens se baignent.


Deux hommes très musclés posent devant l’objectif. Ils portent des shorts cours et sont torse nu. L’homme de gauche est de type afro-américain, l’homme de droite de type européen et possède plusieurs tatouages, dont un tigre sur le bras gauche. Derrière eux des gens sur la plage, en arrière plan des immeubles.

Couple d’une vingtaine d’années en maillot de bain sur une plage. L’homme tient la femme à l’épaule. Ils posent pour l’objectif. Une autre femme est légèrement en retrait à gauche. Derrière eux on distingue la roue d’un vélo. En arrière plan des immeubles.


Un couple pose devant l’objectif sur la plage. La femme porte un maillot une pièce avec des motifs de tâches, ses cheveux sont relevés en chignon crêpé par un bandeau. L’homme porte une sorte de jupe au motif tribaux et des claquettes. Derrière eux des gens sur la plage, dans l’axe un sauveteur sur une plateforme.


Vue en plongée. Un homme en maillot pose torse nu devant l’objectif. Il est assis sur un fauteuil de plage. Il présente à la caméra la double page d’un magasine érotique représentant une femme en déshabillé. On peut y lire: "Miss May. Playboy’s playmate".