maandag 17 augustus 2015

Views & Reviews Rodin in Beverwijk Holland in Black & White Martin Parr Roel Visser Photography


ROEL VISSERHier in Holland

Amsterdam, Thomas Rap. 2000, First Edition. (ISBN: 90-6005-919-0) Hard Cover, 214 x 296 Mm. 167 pagina's, 76 zwart-wit foto's. Voorwoord door H.J.A.Hofland. Lessen in kijken. "En dan krijg je zo'n foto; de ster met zijn gorilla's. Een fotografisch meesterwerkje, omdat het iets zo absurds laat zien dat ik er geen ander woord voor weet dan krankzinnig.". 
Bijna alle mensen wachten op iets, of rusten uit, of pauzeren: het ontbreken van enige vorm van actie is wat de foto's van Roel Visser bindt....
HIER in Holland speelt de politiek geen rol meer. Idealen bestaan niet. Er wordt nauwelijks meer gewerkt. Amusement is het hoogste cultuurgoed. En alleen als er voor EK of WK wordt gevoetbald, is de natie één. Hier in Holland leven we in overvloed. Maar we zijn niet gelukkig.De sombere woorden zouden, licht galmend, geklonken kunnen hebben in de kerk der Gereformeerde Gemeente in Ederveen. De fotograaf Roel Visser was daar eind jaren negentig toen de kerk op een zondagochtend in maart uit liep. De vrouwen dragen allen een hoedje, de mannen zijn keurig in het pak gestoken. Donkere kleding is zwaar overheersend. De meeste gezichten staan op plechtige, naar zondebesef neigende ernst. Visser fotografeerde in Ederveen - je ziet het in één oogopslag - een bastion van conservatief calvinistisch Nederland.Ooit, tot in de jaren zestig, was dit beeld van een leegstromende kerk menigeen vertrouwd. In de context van Vissers fotoboek Hier in Holland groeit het uit tot een manifestatie van zeldzaam geworden saamhorigheid. Heel Nederland heeft zich, zo tonen Vissers foto's, overgeleverd aan consumentisme en individualisme. Ederveen is een van de laatste verzetshaarden waar nog hogere, niet-materiële waarden worden gepredikt. Die kerkgangers vormen nog een gelijkgestemde, hechte groep. Hier schaamt men zich niet voor principes. Nee, men is er trots op.Het was niet de dominee in Ederveen die zo neerslachtig oreerde over de verwording van Nederland - hoewel niet hoeft te worden uitgesloten dat zijn preek op de bewuste zondag een dergelijke strekking had. Nee, in feite is het de kern van het betoog dat Roel Visser in bijna tachtig zwart-wit foto's te berde brengt. Hier in Holland is moralistisch, in de zin dat Visser Nederland met zijn fotografie spiegelt aan de normen en waarden die de Nederlandse samenleving heten te binden. Maar gelukkig heeft de fotograaf ook humor, venijn en mededogen. Midden jaren negentig nam Visser, die onder meer fotografeerde voor Nieuwe Revu, Het Parool en HP/de Tijd, zich voor de Nederlandse cultuur rond de eeuwwisseling vast te leggen. Omstreeks dezelfde tijd vroeg HP/de Tijd hem om een wekelijkse fotobijdrage. Het voornemen en de opdracht vielen prachtig samen. Met foto's uit Hier in Holland won hij dit jaar de Zilveren Camera in de categorie 'documentaire fotografie'. En in gebundelde vorm blijken de foto's elkaar te versterken - door beeldrijm, of juist door visuele tegenstellingen, door botsende of gelijkgestemde karakters van de geportretteerden.Visser heeft de uitersten van de Nederlandse samenleving opgezocht. Hij is er, terecht, vanuit gegaan dat een portret van een cultuur expressie en diepgang krijgt door te zoeken naar het afwijkende, en niet door de grijsgrauwe middelmaat te fotograferen.En zo vormen zij een bonte parade: de bizar geklede feestvierders van dancefeesten; de leerjongen in de Roxy; de worstelaar op de Gay Games in een vechtpak met kuikentjesmotief; de platinablonde, zonnehemelbruine, sillicoongevormde dames met hun Marlboro-lights; de gsm-mannen in de file, met hun leasewagens en
de reclame borden van 0906-gsm-seks langs de weg als voor naamste afleiding; maar ook de junk met soep van het Leger des Heils, kinderen en verveelde ouders in de lange rijen van De Efteling, winkelpubliek in megastores.Wat Vissers foto's bindt, is het ontbreken van actie - letterlijk. Bijna alle mensen wachten op iets, of rusten uit, of pauzeren.
Camping gasten zitten voor hun caravan, op hun plastic Hartmann -stoelen. De zakenlieden - mobieltje aan het oor - zitten op net zulke stoelen bij de McDrive in Amsterdam-Zuid-Oost. Een hevig geblondeerd meisje in hevig wit-oplichtende, strakke en blote outfit drinkt 's nachts om kwart voor twee tussen het dansen door een cola in de Baja Beachclub, Rotterdam. En op een 1 mei-manifestatie van de PvdA in - teken des tijds - een discotheek is een oudere deelnemer - teken des tijds - in slaap gesukkeld.De passiviteit is een gemeenschappelijk kenmerk van Vissers Holland-foto's. Het tonen van bijverschijnselen is een ander. Visser fotografeert in de marge van de officiële plechtigheden of evenementen die een groot publiek trekken.
Eenzaam kijkt een bezoeker vanuit zijn skybox uit over de massa in de Amster dam Arena bij de Champions League-finale. Wezenloos staren Big Brother-watchers naar de dranghekken rond het openbare-televisiehuis in Almere.Het is een beproefd middel van fotografen om de kantlijnen van het nieuws en maatschappelijke verschijnselen op te zoeken, ook al omdat het hen de mogelijkheid biedt zich te onderscheiden van de concurrenten. Visser legt daarbij een scherp oog voor detail aan de dag.
Weer galoos is zijn portret van een groep van zes vrouwen en meisjes bij de Zwarte Markt in Beverwijk. Ze zitten op een bank bij een parkeerplaats. Vier van hen hebben, als Rodins Penseur, maar toch heel anders, het hoofd gestut met hun arm die leunt op de knie. Met gebogen rug, de blik eindeloos vermoeid van het sjouwen langs honderden kramen, wachten ze - op de bus of ander vervoer.De bezoekers van de Zwarte Markt kunnen rekenen op Vissers sympathie, zoals de vrouwen met de doorgroefde gezichten in een snackbar in de Haagse Schilderswijk dat kunnen. En de asielzoekers in hun troosteloze bed-bad-en-brood-centra. De fotograaf heeft een zwak voor degenen die zich om wat voor reden dan ook niet (kunnen) verschuilen achter uiterlijke schijn.
De stoere man, mooie valhelm, leren pak, zware motor, is in wezen een verlegen binkie - zie je als hij voor het begin van de wedstrijd in Luttenberg indringend wordt aangestaard door een, nou ja . . ., stuk van een meid.
En twee kerels op de Motorrai in Amster dam worden weer de jongetjes van twintig jaar geleden, en dromen, plastic tasjes met brochures aan de hand, nog steeds van de helse machine die ze vermoedelijk nooit zullen bezitten.Het venijn steekt de kop op als Visser zich begeeft in de wereld van schittering en glamour. De oudere dame op de TEFAF-beurs in Maastricht personifieert de stortvloed aan protserigheid en prijzig antiek. Haar te lange bontjas, haar zorgvuldig gedrapeerde shawltje, de grote oorhangers, de glinster-ring en het horloge met edelsteen maken haar, op de antiekbeurs, tot een karikatuur van overdaad. Een soortgelijk beeld van puissante rijkdom, maar subtieler, is dat van drie auto's, een Mercedes, een cabriolet en een BMW op de oprit van een witte edelkitschvilla in Zandvoort.Ook met de fake-feestelijkheid van de televisiewereld weet Visser wel raad. Na afloop van de Edison Awards-uitreiking is er een party in een RTL-studio, waarbij een kaartspel verpozing moet bieden. Een kant van de tafel wordt bezet door lusteloos voor zich uit starende spelers. De kaarten worden gedeeld door een croupier die de vergelijking met een etalagepop glansrijk doorstaat.Ook op het feest van de cast van Onderweg naar morgen was Visser present. Hij fotografeerde de collega's van, vermoedelijk, de roddelbladen die elkaar verdringen om soapsterretjes in het vizier te krijgen. Het tafereel suggereert een gebeurtenis van wereldformaat. In die zin kan deze foto gelden als een metafoor voor de reportagefotografie in Nederland, waar amusement, geld verdienen, ongegeneerd consumeren en spenderen het aanzien van de samenleving bepalen.Visser toont aan dat de Nederlanders gedesoriënteerd zijn geraakt tijdens de economische bloei. Ze smijten met geld, maar blijven ontevreden. Ze rennen naar party's en events, maar echte vrolijkheid vinden ze er niet. Zelfs in de meest extravagante uitdossing vallen ze niet op, omdat iedereen te druk met zichzelf is om nog om zich heen te kunnen kijken. Religie en politiek zijn marginale verschijnselen geworden, niets doet er nog werkelijk toe.De ware calvinist zou tandenknarsen en weeklagen als hij een dergelijke bittere maatschappijvisie formuleert. Maar Visser, gezien zijn fotografie niet onbekend met het protestants gedachtengoed, heeft besloten de zinledigheid met ironie te aanschouwen. Daardoor biedt hij ruimte voor een minder moralistische gevolgtrekking. Hopeloos is de toestand hier in Holland niet. Want wie, zoals bijna iedereen, wacht of pauzeert doet niemand kwaad. En al die wachtenden bij elkaar wekken de indruk dat er ook wel weer een tijd komt waarin echt iets gebeurt.
Van engagement tot infotainment
Als kunstenaar van de historie kan de fotograaf engagement oproepen. Maar evengoed het tegendeel bereiken. Kanttekeningen bij het beeld.
Door H.J.A. HOFLAND 30 MAART 2000
WIE `GEËNGAGEERD' IS, voelt zich betrokken bij de openbare zaak: het lot van de arbeidersklasse, een mens, de mensheid, de rechtvaardigheid, de wereld desnoods. Engagement is een begrip uit het existentialistisch arsenaal, dat intussen in brede kringen als verouderd wordt beschouwd. Dat kan zijn; het gaat om de oorsprong. De geëngageerde kunstenaar, schrijver, intellectueel kiest partij en handelt daarnaar in zijn werk. Hij `maakt bewust', verheldert, zet aan tot handelen, met uiteindelijk een humanistisch doel, de rechtvaardigheid.
Emile Zola is een goed voorbeeld van de geëngageerde kunstenaar. In de zaak Dreyfus, zijn open brief aan de president van de Republiek, bereikt hij zijn beroemde toppunt: J'accuse! Hij kan het onrecht niet verdragen, hij kiest de kant van de vals beschuldigde officier. En hij wint, al heeft hij er veel voor moeten verdragen en heeft het jaren gekost voor het zo ver was.
Ander voorbeeld: Bertolt Brecht. In zijn toneelstukken stelt hij maatschappelijke vraagstukken aan de orde, dramatiseert de strijd tussen het kapitaal met zijn handlangers en de onderdrukten, met zoveel talent dat zijn werk driekwart eeuw later voortleeft. Brecht, in zijn beste prestaties, staat voor het geëngageerd kunstenaarschap. De voorlaatste vier regels van de Dreigroschenoper geven de samenvatting:
Denn die Einen sind im Dunkeln
Und die Andern sind im Licht
Und man siehet die im Lichte
Die im Dunkeln sieht man nicht
Zo was het in 1930, het jaar waarin de Dreigroschenoper in première ging.
Geëngageerd zijn betekende in de eerste plaats: schrijven voor de goede zaak. Het engagement hoorde tot de beschaving van het geschreven en het gesproken woord. Het komt uit het tijdvak waarin de strijd tussen de ideologieën de wereld beheerste, en het woord superieur was aan het beeld. De tijd van de pamfletten, de brochures, de krant en de grote geëngageerde romans, de redenaars, massa's op de pleinen en nog meer massa's `gekluisterd aan de radio'. De beeldende kunstenaars voegen er hun werk aan toe. Het beste wordt tot `icoon': Picasso's Guernica, de stervende Spaanse soldaat van Robert Capa, de intussen vergeten foto van Felix H. Man: Mussolini in zijn hangarachtige werkkamer achter zijn kolossale bureau. Nu zou je denken: wie is die kwibus? Toen, zoals het onderschrift zegt: Mussolini, what is he thinking?
Dan wordt het woord beslopen door het beeld. Na de oorlog zijn Life (deze week definitief opgeheven), The Picture Post (allang ter ziele) en Paris Match de voorlopers van de revolutie der fotografen en de filmcameramannen.
Vooral de foto's in Life laten zien hoe the March of Time vordert, ook al terwijl de oorlog aan de gang is. Gesneuvelde soldaten met hun gezicht in het zand van een invasiestrand, de overwinningsfoto van de matroos op Times Square die zijn of een meisje zoent, nog meer beelden die in de compactheid van een belichtingstijd de geschiedenis hebben gevat. Op zulke ogenblikken is de fotograaf de kunstenaar van de historie: zijn beeld `zegt meer dan duizend woorden'. De vraag of het ook `engagement' is, doet onder dergelijke omstandigheden niet meer terzake.
In de loop van de jaren vijftig wordt de televisie tot het onweerstaanbaar massamedium en daarmee is de triomf van het beeld bezegeld, al hebben we dat, achteraf bezien, nog niet zo duidelijk beseft. Is de televisiecamera de concurrent van de fotograaf? Gedeeltelijk. Ze werken aan hetzelfde front, maar op uiteenlopende sectoren. Wat de televisie registreert is efemeer, het journaal van één avond. Misschien zal later uit talloze fragmenten een historische documentaire worden samengesteld. De fotograaf, in zijn gelukkigste momenten, legt het wezen van een grote gebeurtenis bloot. De Hongaarse opstand van 1956 heeft waarschijnlijk al kilometers film opgeleverd; het essentiële moment is dat waarop een paar leden van de geheime dienst door opstandelingen van een paar meter afstand worden gemitrailleerd, terwijl ze met hun handen de kogels proberen af te weren. De oorlog in Vietnam is de eerste `televisie-oorlog'; een essentieel moment is dat waarop een paar door napalm half verbrande kinderen wegrennen voor de bommen – vastgelegd door de fotograaf. Zijn zulke foto's uit motieven van engagement gemaakt? In ieder geval hebben ze engagement veroorzaakt.
Maar ook het tegendeel kan worden bereikt. In het midden van de jaren vijftig, toen de Fransen hun laatste fase van het Algérie Française streden, verspreidde de regering een propagandaboekje over de gruwelen waaraan de Algerijnen zich schuldig maakten; een weerzinwekkende verzameling van afslachtingen, nog in zwart-wit maar duidelijk genoeg. Er werd geen spoor van welk engagement dan ook mee veroorzaakt.
Als het uitvoerbaar was, zou het de moeite waard zijn te onderzoeken hoe groot het terrein is dat de afgelopen veertig jaar door het beeld op het woord is veroverd, in ruimte en tijd. De foto's in de gedrukte media zijn steeds groter geworden. Terwijl de belangstelling voor de tijdschriften van het type Life afnam, groeide de markt van de talloze rijk geïllusteerde specalismen. Ga een willekeurige tijdschriftenwinkel binnen en duizend gezichten kijken u aan. Na de opkomst van het beeld, volgt de overwinning van het beeld, en nu bereiken we de inflatie van het beeld. Welke macht heeft het nog? Hoe kan het invloed uitoefenen op onze oververzadigde hersenen? Heeft de fotograaf überhaupt nog hoop dat hij zijn publiek tot een engagement kan bewegen?
Naar traditie kiest iedere geëngageerde kunstenaar de zijde van de slachtoffers door die volgens de wetten van zijn metier te tonen in het diepst van hun ellende. En nu, door de inflatie van het beeld, kan dit onverwachte, averechtse gevolgen hebben. De wereld biedt een overvloed aan hemeltergende treurigheid. Niets daarvan blijft verborgen (zoals bijvoorbeeld iedere volgende World Press Photo nog duidelijker leert). In het jargon van het verwante bedrijf de televisie, wordt het verschijnsel samengevat met de term `schokkende beelden'.
En nu leert de ervaring dat er wel een kwalitatief maximum aan `het schokkende' is, maar dat tegelijkertijd geen kwantitatief maximum bestaat. Anders gezegd: iedere dag een nieuw schokkend beeld doet de kijkcijfers (niet alleen van de televisie) geen kwaad. En zo maken we, praktisch ongemerkt, een nieuwe evolutie mee: die van engagement naar infotainment. Van solidariteit met de slachtoffers naar de waardering van het nieuws volgens het gehalte van onderhoudendheid. De grens is (wie weet, voorlopig) bereikt met reality tv, die het kijkend publiek – via de cameraman – in staat stelt met een bakje nootjes en een pilsje met zijn neus op andermans ongeluk te staan. Daarmee is het volstrekte tegendeel van het engagement bereikt.
Wat blijft er van het engagement over? De geschiedenis van de beeldende kunst en de fotografie leert dat het ook anders kan. Niet de slachtoffers worden geportretteerd, maar degenen die het volstrekte tegendeel zijn. De tekeningen van Georg Grosz zijn een goed voorbeeld: Das Gesicht der herrschenden Klasse. Dat is in het begin van de jaren twintig. Erich Salamon en zijn zoon Peter Hunter geven in de jaren dertig het fotografisch signalement van de macht in het interbellum. Dat zijn historische documenten van machtsverhoudingen die gedeeltelijk voorbij zijn, gedeeltelijk een ander aanzien hebben gekregen.
Vooral de afgelopen vijf jaar heeft de uitbarsting van welvaart en rijkdom het openbare leven een ander aanzien gegeven. De afstand tussen arm en rijk is groter geworden. Er is geen gebrek aan beelden van de armoede, maar ze leiden niet tot engagement. Het gezicht van de nieuwe rijkdom vinden we vooral in wat bij ons `de familiebladen' heet, de roddelpers. Die valt van enige bedoeling tot engagement niet te verdenken. We treffen deze andere kant van de rauwe werkelijkheid ook aan in het werk van fotografen als Herlinde Koelbl en Roel Visser. Het nieuwe succes van het Westen heeft zich gevestigd in de oogopslag, het vlees, het vel van de handen, tot en met de nagels. Misschien is deze wijze van fotograferen de nieuwe vorm van engagement, nu die andere inflatoir is aangetast – zodanig dat degenen om wie het was begonnen zich weer, als vanouds, in het donker bevinden.
Een versie van dit artikel verscheen op donderdag 30 maart 2000 in NRC Handelsblad.
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Media BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

Een boek kopen en zelfbeheersing


Roel Visser, de fotograaf
In een vergadering kwam op een mooie donderdag in oktober de naam Roel Visser'voorbij'. Een Nederlandse fotograaf die al ruim twintig jaar lang op zijn manier onze samenleving in beeld probeert te brengen. Een bijzonder deel van onze samenleving. Het ging over zijn recentste boek, Platter & dikker, net uit. En dat de mensen op die foto's op een bepaalde manier een relatie hebben met het thema Who's in control?

Kopen, is een daad stellen
Maar het kopen van een boek heeft op een andere manier ook met het jaarthema te maken. Een boek kopen is onbedoeld verworden tot een manier om je uit te spreken over wie er in een samenleving 'de baas is'. Wie bepaalt dat iets bestaat; blijft bestaan.

Onze impulsen
Én zegt iets over wie de baas is over onze primaire impulsen. Beiden - de foto's van Roel Visser en het aankopen van een boek - hebben iets te maken met de manier waarop onze samenleving in elkaar zit, hoe we onszelf daartoe verhouden en of we in staat zijn er een 'draai' aan te geven. Who's in control?

Henk Hofland
Het boek van Roel Visser is voor degenen die hem kennen, zijn werk volgen of tegenkomen in (de Nieuwe) Revu, NRC, Parool of HP/De Tijd, niet echt verrassend. Bijzonder is wel dat dit boek een lang essay bevat van (good old) Henk Hofland. Alhoewel iedereen die Henk Hofland 'volgt' niet verrast zal zijn of worden door zijn essay. Her en der heeft hij in zijn columns door de jaren heen verschillende aspecten ál aangekaart. Maar hier legt hij in een consistent verhaal een soort testament neer. Eén lange waarschuwing én verbazing over de samenleving waar we in Nederland (en het Westen) terecht zijn gekomen. Henk Hofland is op een bepaalde manier dé socioloog van ons land.

Iedereen heeft zijn of haar stokpaardjes
Zo ook Roel Visser. Die evenals de Engelse fotograaf Martin Parr een oog heeft voor excentrieke personen. Beiden fotograferen mensen die zich vooral uiterlijk van anderen onderscheiden. Op (willen) vallen door hun manier van kleden, gedrag en veranderingen die ze aan hun lichaam aanbrengen (sieraden, piercings, tatoeages). Mensen die platter en dikker zijn.

Hij is redelijk trouw aan zichzelf. Bekijk zijn fotoboeken De jaren negentig (1992), Hier in Holland (2000) en Platter & dikker (2011). Of blader door zijn foto-albums op zijn website.

Een boek kopen
Dus na afloop van de verga dering naar de boek handel. In Veghel. Naar Bek. Een prima winkel. Veghel mag er trots op zijn. Helaas was het boek niet op voorraad. Dat kan. Jaarlijks verschijnen té veel (circa 13 duizend) boeken. Die een boekhandel in een klein provincieplaatsje niet allemaal op voorraad kan nemen of hebben. De mevrouw van de winkel bemerkte dat de potentiële klant de winkel ging verlaten en begon uit te leggen dat het bewuste boek óók bij hen besteld kon worden. Dat er geen extra kosten aan verbonden waren. En dat het morgen al bezorgd zou worden.

Die woorden kwamen ietwat moedeloos uit haar mond. Ze had al te vaak meegemaakt dat in voorkomende gevallen die potentiële klant naar huis ging en via bol.com het boek ging bestellen.

Leven en laten leven
Dit keer slaagde ze. Het kostte nog wel enige moeite om het boek te bestellen, maar enkele minuten later was het gepiept, betaald en kon ze opgelucht ademhalen. Ze had een klant behouden. Die op zijn manier bijdraagt aan het overeind houden van haar toko. Dat valt tegenwoordig niet mee, want ze moet een pand onderhouden, personeel en voorraad. Ze zit niet op een goedkoop (shabby) industrieterrein. Heeft Onvoldoende marketingpower. Exposure.


Zij moet als kleine zelfstandige opboksen tegen een moloch als bol.com. Die veel Veghelnaren en Nederlanders inmiddels gebruiken. Die zich niet (willen) realiseren dat ze daarmee hun lokale boekhandel direct ondermijnen. Ze leveren de marge die op alle boeken zit bij een anoniem bedrijf in en niet bij een (aardige?) familie Bek in Veghel. Die door er te te zijn écht bijdraagt aan het leefklimaat in Veghel. Klik hier voor een artikel over parasitair gedrag.

Occupy Wall Street speelt zich op veel meer terreinen af! Heeft vele dimensies.

Terughoudendheid, zelfbeheersing
Het kopen van een boek. Of een cd. Een paar schoenen. Het aankopen van een nieuw product is de laatste jaren veranderd. In die zin dat de meeste mensen de eigenschap van 'uitgestelde behoeftenbevrediging' zijn verloren. Althans, die eigenschap is afgezwakt. Ik zie vanavond bij DWDD (toevallig?) dat er een nieuwe film, boek of musical is. En ik móet meteen overgaan tot aankoop. Ik wil het méteen hebben. Daar spelen de bol.coms van de samenleving natuurlijk perfect op in. Kunnen dat ook als geen ander. Vanavond besteld voor tien uur en morgen al in huis. "Wat een perfecte wereld!" En die bezorgers hebben toch maar mooi (dankzij mij) een (onder)betaalde baan!

Ik ben toch maar mooi in control!
Nietwaar. Met ebooks kan het straks nog sneller. Of digitale muziek. Legaal of illegaal. Doet er niet toe. Ik wil het nu. Heb er toch recht op. Kan het betalen. Waarom nog wachten? Ik heb geen tijd om enkele dagen te wachten. Om bij een lokale winkel binnen te lopen. En enkele dagen wachten als het onverwacht niet op voorraad is.


Ouderwets denken?
Wellicht. Maar dit gedrag ondermijnt in zeer snel tempo onze lokale winkel gemeen schappen. Onze binnen steden. Doordat we als individu elk op onze eigen manier dit gedrag vertonen (we zijn tóch uniek) bevorderen we de afbraak van onze centra. Op een bepaalde manier lijkt dit gedrag op het uiterlijk vertoon van de 'slachtoffers' die Parr en Visser in beeld brengen. Gebrek aan zelfbeheersing. Terughoudendheid. Een van de zeven deugden is temperantia (gematigdheid, matigheid, zelfbeheersing).

Terugblik op lezing Jos Verveen
Op zondag 16 oktober 2011 hield ex-organisatie-adviseur Jos Verveen in De Linck in Oss zijn lezing in de reeks Who's in control? Centraal stond zijn in april van dit jaar verschenen boek Bullsh!t management. Waarin hij betoogt dat onze samenleving vergeven is van de managers en de 'technieken' die ze op hun medewerkers loslaten. Technieken die het werkplezier en rendement van het werk (dat door vakmensen gedaan moet worden) ondermijnt. Kappen ermee, is zijn boodschap. Maar dat zal niet meevallen. Managers en management zijn alom aanwezig en je moet van goede huize komen om als leidinggevende niet in die val te trappen. Tijdens de discussie kwamen de begrippen integriteit en zelfbeheersing voorbij. Leidinggevenden moeten integer zijn. In de zin dat ze in hun doen en laten niet (direct) gaan voor hun eigen belangen (zeg maar de bonusmentaliteit).

Je hoeft niet alles toe te passen
Jos Verveen vond dat managers werk zouden moeten maken van het begrip zelfbeheersing. Je hoeft als manager niet door te slaan op het 'managementpad'. Niet alle tips en trucs uit de management-'doos' hoef je op je medewerkers los te laten. Toon zelfbeheersing en begrijp dat het bedrijf waaraan je leiding geeft feitelijk niet om jou ('de manager') draait maar om de medewerkers die het werk moeten verzetten. Stel je dienend op. Ben voorwaardenscheppend bezig. Functioneer op de achtergrond en treed alleen naar voren als het functioneel is.

Zelfbeheersing
De foto's van Roel Visser en Martin Parr brengen mensen in beeld die met dat begrip - zelfbeheersing - niet zo veel hebben. Sterker, ze vertonen gedrag dat daar haaks op staat. Roel Visser en Martin Parr hebben een schrijvende evenknie,Theodore Dalrymple. Een Engelse psychiater die de laatste jaren dezelfde groep heeft beschreven. Mensen die niet langer geremd worden door sociale conventies. Die zich niks van anderen aantrekken. Hun eigen plan trekken. Het fuck-you gebaar letterlijk en figuurlijk maken. Mensen aan de onderkant van de samenleving. Én aan de vermeende bovenkant. Die impliciet tegen de meerderheid van de samenleving - die (nog) wel over enige zelfbeheersing beschikt - zeggen dat zij dood kunnen vallen. Dat ze doen wat ze doen. Omdat het nu eenmaal kan. Niet verboden is. Zij zich niets van die sociale conventies aantrekken.

Uitlokken, faciliteren, scoren
Dit proces van afnemende zelfbeheersing wordt - en dat beschrijft Hofland op een meesterlijke manier in zijn essay - door grote bedrijven gestimuleerd. Uitgelokt. Gefaciliteerd. Ogenschijnlijk keurige (hooggeplaatste, want rijke) mensen zitten er achter. Om mensen in compromitterende situaties te brengen. Uitlokken dat ze zich onsterfelijk belachelijk maken. Prima toch! Het scoort. Kijkcijfers. Meer advertenties. Meer winst.

Citaat - een bewustzijnsvernauwing
Begeren in het algemeen veroorzaakt een bewustzijnsvernauwing. Dat wil zeggen, de kritische vermogens worden verzwakt. In voorbije tijden beseften de meeste mensen dat heel veel begerenswaardigs niet binnen hun bereik lag. Want al het genieten moet betaald worden. Iedere consument heeft in principe evenveel recht op al het aanbod, maar niet alle mensen hebben genoeg geld.

Ook daarop heeft het consumentisme al vlug iets gevonden: de creditcard.

(Henk Hofland, pagina 30 Platter & dikker)



 


 
 

 

 








 

Geen opmerkingen: