DIBBETS, JAN. FUCHS, R.H. & M.M.M.VOS. - Jan Dibbets. Met essays van R.H.Fuchs en M.M.M.Vos en een inleiding van Martin Friedman.
Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, [etc.], 1987. 156 pp. Col.b./w. ills. Softcover. Exhibition catalogue. Dutch text edition.
JAN DIBBETS COLOR STUDIES 1976-2014
7 MAY - 31 JUL 2016
This summer, the Stedelijk devotes four top-floor galleries to Jan Dibbets’ recent series New Color Studies (2010-2014). Dibbets based the series on two negatives of car bodywork shot in 1976.
Green Vertical, 2013, digital print on dibond. Courtesy Peter Freeman Gallery Paris/New York.
The New Color Studies are presented in combination with the original Color Studies created in the seventies. At that time, Dibbets printed the images as large as the technology of the day would allow. Forty years later, today’s digital techniques enable the production of extreme enlargements, which led to the new series of monumental ‘abstract’ color studies.
Dutch artist Jan Dibbets (1941) is one of the most distinguished and influential figures in the international art world. Dibbets’ work explores questions relating to light, the mechanisms of perception, perspective and space.
Jan Dibbets
An avant-garde and influential Dutch artist with an international reputation, whose oeuvre centres on light, observation, perspective and space. Dibbets’s works have found their way into numerous collections, including those of the De Pont Gallery in Tilburg and the Van Abbe Museum in Eindhoven. A note explaining his work at De Pont includes the following passage: ‘For the past few years Dibbets has been photographing simple, fragmentary images, often windows with a background worked up in numerous layers of ink. Four Windows (1991) is an example of this kind of work.His semi-transparent pictures are reminiscent of the Dutch painting tradition, which inclines more towards the spectrum of grey light than to saturated colours. None of his windows are photographed face on. They are in the shape of trapezoids or ellipses, balanced in form and colour, lending movement to the composition. In most cases, nothing but sky can be seen through them (…) The forcefulness of these shapes and the surge of colour appear to change direction.’
Dibbets holds unorthodox views on art history. He maintains that Flemish and Dutch art are closely related and that they inspired both Spanish and Italian painters. He dismisses Joseph Beuys’s hypothesis but nevertheless agrees that Dutch paintings would not have been what they are if the light had been different.
The landscapes and light were there, but it was artists who discovered them and recorded them in their paintings, relying entirely on their own observation. Ultimately, you could say, Dutch light was ‘invented’ by painters. But as far as light in contemporary art is concerned, Dibbets continues, ‘we should only give answers in 50 years’ time, because we’ll only know how and what in retrospect.’
Beeldende kunst De Nederlandse kunstenaar Jan Dibbets grijpt in het Stedelijk Museum terug op oud conceptueel werk.
Lucette ter Borg
25 mei 2016
Jan Dibbets: ‘S3 Horizontal’, digitale print op dibond, 2012
Foto dirk limburg
Het klinkt als het tegendeel van spectaculair. De Nederlandse kunstenaar Jan Dibbets (1941) - de oude meester van de ‘perspectiefcorrecties’ - grijpt in vier zalen van het Stedelijk Museum in Amsterdam terug op oud conceptueel werk, op een serie foto’s uit 1976 en 1979 van vier glanzend gelakte auto-onderdelen: motorkappen, portieren om precies te zijn.
Jan Dibbets New Colour Studies 1976-2014. T/m 31/7, Stedelijk Museum, Amsterdam
Die foto’s drukte Dibbets in 1976 af op wat toen het maximale formaat was: zo’n veertig bij vijftig centimeter. Maar ruim dertig jaar later - in 2010 - waren druktechnieken zo geavanceerd geraakt dat de kunstenaar dacht: wat bereik ik met uitvergrotingen? Wat gebeurt er als ik iets wat relatief klein is, verander in iets dat reusachtig is?
Het is altijd een heikel experiment: wordt een kunstwerk beter als je het formaat ervan opblaast? Vaak niet, maar in het geval van Dibbets’ New Colour Studies, zoals het werk heet dat tussen 2010 en 2014 is ontstaan, is dat wel degelijk zo. De nieuwe uitvergrotingen en uitsneden - digitale prints op dibond - zijn geen loze gebaren van een kunstenaar die door grootheidswaan is bevangen, maar intens mysterieuze landschappen van kleur en schaduw.
Het begin ligt bij vier foto’s van een autochassis. Soms liggen druppels op het metaal, soms is het beeld verticaal gekanteld. Slechts één keer valt een klein stukje van een zijspiegel te herkennen, slechts één keer ook komt een serienummer in beeld (een 304 – een Peugeot). Alle aandacht gaat verder uit naar het platte vlak, de lijnen, het reliëf in het gelakte materiaal, het spel van licht en schaduw. De foto’s, met zijn vieren naast elkaar tentoongesteld, ademen duidelijk de onderzoekende sfeer van de jaren zeventig.
In de nieuwe werken is de referentie naar auto-onderdelen volledig verdwenen, opgeslorpt door het formaat van de digitale prints. De onderzoekende sfeer is gebleven maar het effect is nu veel lyrischer. Als gevolg van het grote formaat, ontstaat een serie abstracte landschappen in kleur.
Bij S 3 Red Horizontal uit 2012 bijvoorbeeld is het alsof je in een rood kolkende watermassa kijkt. Doe je een stap achteruit, dan doemt een rode planeet op met een horizon en bergen in de lucht. Ook het tweeluik Diptych Black (1976-2012) bevat die sciencefiction-achtige kwaliteit: alsof je kijkt naar een springlevend, zwartgeblakerd bos. Zo zijn er meer voorbeelden van experimenten in grootte, van twee- tot zevenluik.
Het interessante van deze zorgvuldig ingerichte maar helaas karig toegelichte tentoonstelling is dat de nieuwe kleurstudies voortdurend uitnodigen tot vergelijken. Je loopt heen en weer van oud naar nieuw, van vroeger naar nu en weer terug. Je proeft, vergelijkt en ziet dat nieuw fris fonkelt – nog steeds, ondanks de hoge leeftijd van de kunstenaar.
REVIEW | Jan Dibbets – Color Studies | Stedelijk Museum Amsterdam | *****
Posted on 10 mei 2016 by De Kunstmeisjes
De Kunstmeisjes nemen je mee in de Amsterdamse kunstscene: welke tentoonstelling is een bezoekje waard (of juist niet), en waarom? Elke twee weken bespreken we iets nieuws, van historische schilderijen tot hedendaagse installaties. Vandaag: Jan Dibbets – Color Studies 1976-2014 in het Stedelijk Museum Amsterdam. Lees verder ...
Wat jammer dat het Stedelijk zo achterom kijkt
Het Stedelijk Museum in Amsterdam. Foto Berlinda van Dam / Hollandse Hoogte
Jhim Lamoree
Een tentoonstelling waarin Jan Dibbets zijn werk mag herhalen, Rudi Fuchs die kritiekloos terug mag kijken op zijn carrière: waar is het Stedelijk Museum mee bezig?
Jan Dibbets en Rudi Fuchs zijn terug in het Stedelijk Museum Amsterdam. In het recente verleden hebben beiden het museum aan de rand van de afgrond gebracht. Deze zomer wordt de rode loper voor hen uitgelegd.
Jan Dibbets, een van de aanvoerders van de conceptuele kunst, mag deze zomer zijn zoveelste opgewarmde boterham presenteren: vier zalen met recente kleurenstudies die zijn gebaseerd op twee negatieven van een autocarrosserie uit 1976. Die aanpak zal menigeen in alle staten brengen, ik val in slaap bij dat hogere geneuzel.
Dibbets (1941) herinterpreteert zijn eerdere oeuvre. In 2010 waren in het Gemeentemuseum Den Haag en in het Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris diens herkauwde horizons te zien, gebaseerd op Sectio Aurea uit 1972. De Latijnse titel van het fotowerk verwijst naar de gulden snede en geeft aan dat de kunstenaar niet van de straat is. Zijn oeuvre reikt naar de eeuwigheid, is heel serieus en heel diep. Door zichzelf te herhalen treedt Dibbets in de voetsporen van Giorgio de Chirico, niet in die van Matisse of Picasso, die aan het einde van hun leven nog een verrassende artistieke spurt namen.
Dibbets is ook een mandarijn. Hij was lid van de Raad van Toezicht van het Stedelijk en de kwade genius achter het ontslag van directeur Gijs van Tuyl en de misbenoeming van Ann Goldstein. Hij schonk in 2006 zijn archief negatieven aan het Stedelijk om die schenking in 2012 weer terug te trekken. Op twee van die negatieven zijn Dibbets nieuwe werken in het Stedelijk gebaseerd.
Rudi Fuchs presenteert vanaf eind mei in het Stedelijk een overzicht van zijn aankopen als directeur van respectievelijk het Van Abbemuseum in Eindhoven, het Gemeentemuseum Den Haag en het Stedelijk Museum Amsterdam. Hij mag veren in zijn eigen kont steken. Een vergelijking met aankopen van collega directeuren als Edy de Wilde of Wim Beeren wordt niet gemaakt. In dat geval zouden zijn miskopen aan het licht komen.
Neem ‘Fingermalerei’ van Georg Baseliz, een van Fuchs’ lievelingsschilderijen met een man op zijn kop geschilderd, zeg maar een wolkenfietser. Dat schilderij is ontstaan in 1972 en werd weinig alert in 1993 door Fuchs voor het Stedelijk aangekocht voor bijna vierhonderdduizend euro. Na Fuchs verdween ‘Fingermalerei’ in het depot, zoals de meeste van diens aankopen.
Nog een wapenfeit: tijdens zijn directoraat veranderde Fuchs het Stedelijk in een patiënt die palliatief werd gesedeerd. Net als Dibbets houdt Fuchs ervan zichzelf te herhalen. Als tentoonstellingsmaker neemt hij steeds de rol aan van regisseur en zet kunstenaars en kunstwerken in als acteurs om daarmee zijn eigen pointe naar voren te brengen. Die was niet altijd even duidelijk, zoals bleek uit de reeks tentoonstellingen onder de titel Couplet in het Stedelijk. Publiek en sponsors begrepen er weinig van en haakten af. Het museum ging op slot.
Het Stedelijk zou meer vooruit moeten kijken en minder achterom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten