dinsdag 16 augustus 2016
Views & Reviews Photographing Japan’s most ancient folkloric Traditions Charles Fréger Photography
Photographing Japan’s most ancient folkloric traditions
Written by Tom Seymour
Images from the series Yokainoshima: Island of Monsters © Charles Fréger, courtesy Thames & Hudson
Extraordinary photographs of Japanese folk costume and ritual – from Charles Fréger, the celebrated author of Wilder Mann - are published in a new photobook.
In rural Japan, the passage of the year is marked by festivals and rituals held amid the changing seasons. And, at New Year, strange creatures come down from the mountains.
They come to deliver a message to the people below, and frighten their children.
These are the Toshigami, also known as Namahage in Akita province, or Suneka in Iwate.
French photographer Charles Fréger went to meet these folkloric creatures face to face for his series Yokainoshima – a neologism that translates as ‘island of monsters’.
Elaborate outfits, crafted from textiles and elements from the natural environment, are donned in agricultural and fishing communities throughout the country to celebrate seasonal rites of fertility and abundance.
There are also many rituals relating to longevity, prosperity and warding off misfortune. In these too, spirit ‘visitors’, believed to come from the sea, the mountains and the sky are welcomed into communities across the Japanese archipelago.
Over the course of two years, Fréger journeyed the length of Japan, from north to south, photographing yokai, oni or Toshigami figures as they enacted rituals intended to ensure a fertile harvest, and to chase away evil spirits.
As a counterpoint to Fréger’s earlier Wilder Mann series, devoted to ‘wild’ figures from European folk culture, Yokainoshima presents the subjects in staged poses and settings evoking the landscapes of Japan, while settings for the yokai, by young architect Jumpei Matsushima, emphasises their colourful costumes still further.
Fréger’s portraits are framed with essays written by Toshiharu Ito and Akihiro Hatanaka, specialists in Japanese folk culture and anthropology, which set the huge variety of eclectic clothing in ethnographic context whilst describing the many local festivals, dances and rituals they represent.
As Ito, a specialist in Japanese folk culture and anthropology, writes in his essay: “Fréger’s distinctive method of distillation contrasts composition and repetition, colour and location, rhythm and pattern, posture and movement, the artificial and the natural.”
Yokainoshima: Island of Monsters is available now from Thames & Hudson. For more information, see here.
Yôkai in het wild
Alleen in Japan kan dit eiland bestaan, waar mensen en geesten samenleven. En de enige die ze van dichtbij heeft gezien, is fotograaf Charles Fréger. Hij legde de monsters in het wild vast, op het onvindbare eiland Yokainoshima.
Het eiland Onigashima, een van de vele, kleine mythische eilanden aan de kust van Japan, lijkt op het eerste gezicht onbewoond. Kaal, verlaten. De bewoners verwachten geen bezoek. Ze speuren het vasteland af, op zoek naar luie, ijdele zondaars die een lesje en een tik verdienen. Mensen zijn er niet, en dat is maar goed ook.
Alleen op Yokainoshima (eiland van de Yôkai) leven mensen schouder aan schouder met de soort die al vele namen heeft gekend: geesten, noemen we ze, energieën, trollen, demonen, feeën. De Japanners spreken van Yôkai. Eilandbewoners communiceren met de Yôkai door middel van uitbundige rituelen, waarbij de mens in de huid van de geest kruipt. De geest zou de mens op Yokainoshima voor zijn spiegelbeeld aanzien: de mens draagt een riem met 81 bamboestokken, stuk voor stuk drie meter lang, elk versierd met vijftien bloemen. Een paraplu van vruchtbaarheid, en wie eronder staat, heeft geluk. De mens danst een leeuwendans om het dorp te beschermen voor het kwaad van buitenaf. De mens verstopt zich achter rode maskers en achter grote bijlen waarmee geesten onder het aardoppervlak wakker worden geklopt voor de zomer. Zo vraagt de mens de Yôkai om hulp bij droogte, overstroming, plagen en orkanen.
Engelen op je schouder
‘Ooit leek me dit eiland, waar werelden naast elkaar bestaan en mensen en geesten samenleven, doodnormaal,’ schrijft de Japanse vertaalster en dichteres Ryoko Sekiguchi in het voorwoord. ‘Pas toen ik mijn thuisland verliet, kwam ik er achter dat zo’n wereld nergens anders bestaat.’
‘Wil je zeggen dat in dit land alleen mensen en dieren leven?’ vroeg ze aan haar nieuwe Franse vrienden. ‘Er moet toch meer zijn? Je weet waar ik het over heb, toch? Heb je ze werkelijk nog nooit gezien?’
Nee, zeiden haar vrienden, er is hier in Frankrijk geen geest te bekennen. Boom na boom wordt gekapt, zonder dat er iemand voor heeft moeten boeten. Geen boom, geen struik, geen konijn of klaproos wordt herdacht. De bewakers van de natuur hoeven in Frankrijk niet op een bedankje te rekenen: Yokainoshima ligt ver achter de horizon.
Waar precies, dat weet Ryoko niet. Alleen in haar gedachten zette ze voet aan land, maar ze kent het eiland van de Yôkai uit haar gedachten. We kennen ze allemaal: het zijn de kabouters die je kamer opruimen als jij het niet doet, die de slingers ophangen nog vóór je jarig uit je bed stapt. Het zijn de engelen op je schouder die aan je stuur trekken en een slippende tegenligger ontwijken, die je een stap opzij laten zetten voordat er in je verse voetafdrukken een piano te pletter valt. Het zijn de schaduwen in de hoek die naar je staren zodra je het licht uit doet, en het monster in het donker onder je bed.
Vervelende Franse geesten
De enige die de Yôkai ooit van dichtbij heeft gezien, is fotograaf Charles Fréger: van 2013 tot 2015 zocht hij ze vijf keer op en legde ze vast. De monsters in het wild, ontdaan van rituele feestelijkheden. Poten (voeten) in het zand, haren (stro) in de wind. Met een boek vol foto’s keerde hij ongedeerd terug naar Frankrijk. Toch lukt het ook Fréger niet het eiland op de kaart aan te wijzen. Vijf keer vond hij Yokainoshima, maar nooit op dezelfde plaats. Sommigen zeggen dat hij het eiland verzonnen heeft, met Yôkai en al. ‘Een uitvinding’ noemt hij het zelf.
‘Maar nu ze gefotografeerd zijn, leven ze op papier,’ zegt Ryoko. Ze hebben de oceaan doorkruist en zijn naar het Westen gekomen in de tas van Charles Fréger. Ze hebben hun spullen gepakt, zijn geëmigreerd en burgeren langzaam in. ‘De Fransen moeten ze nog een beetje leren kennen,’ schrijft de dichteres. Hoe Franser de geesten zijn, hoe vervelender. ‘Die ene die het laatste stukje toiletpapier opeet als ik al geplast heb. Die is vast en zeker Frans.’
Een tijdje woonde er eentje bij haar in. ‘Als ik thuiskwam, stonden er noedels voor me klaar. Ik was zo eenzaam tijdens mijn eerste paar jaren in Frankrijk. Vanuit mijn eigen appartement zag ik hoe gelukkig andere huishoudens eruitzagen. Ik was zo ontzettend jaloers. Het monster voelde dat ik ongelukkig was en is voor mij van Yokainoshima naar een ver, ver land verhuisd. Ik zie het nog voor me, hoe hij speelde met de radijsjes op het balkon. Wie weet waar hij nu is?’
Charles Fréger, ‘Yokainoshima, Island of Monsters. Japanese folk rituals’, Thames & Hudson 2016, 256 p.
De tentoonstelling is nog tot 25 september te zien is op Les rencontres d’Arles in Frankrijk.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten