dinsdag 6 februari 2018

Perception is subjective From Monteluco to Spoleto December 1976 Sol LeWitt Conceptual Photography


SOL LEWITT: From Monteluco to Spoleto, December 1976
Eindhoven, Van Abbemuseum; SOL LEWITT
Published by 1984, 1984
Eindhoven, Van Abbemuseum. SOL LEWITT: From Monteluco to Spoleto, December 1976. 36 pages, including 360 color plates. 4to, wraps. 1984. 9 nature photographs by Sol Lewitt on each page arranged in a grid, including the front and back cover. 360 images that feature rocks, walls, structures, dirt roads, man holes, benches, and other forms.

See also

Autobiography The Artist as Collector Sol LeWitt Conceptual Artist Book Photography

Hidetoshi Nagasawa, Lorenzo Bonomo, Mel Bochner, Marilena Bonomo e Sol LeWitt a Spoleto, 1971.

SOL LEWITT: PHOTOGRAPHIC WORKS 1968 – 2004
24 Feb 2011 – 30 Apr 2011
There are many elements involved in a work of art. The most important are the most obvious.—Sol Lewitt, from Sentences on Conceptual Art (1969)

Fraenkel Gallery is pleased to present the exhibition Sol LeWitt: Photographic Works 1968–2004. Comprised of approximately twenty objects, and made possible with the cooperation of the LeWitt Estate, this is the first gallery exhibition to focus solely on the artist’s investigations with photography.

Sol LeWitt (1928–2007) is widely recognized as one of the most influential artists of the last half-century. Though perhaps best known for his wall drawings and “structures” (the term he preferred to “sculpture”), LeWitt also made an important, highly original body of work in photography that spanned the course of his career.

Central to LeWitt’s approach to photography was the concept that the artist need not always make the photographs himself. His “cut-outs” from the 1970s, for example, began with commercially made aerial photographs of cities important to the artist, especially New York and Florence. In Part of Manhattan with Central Park, Rockefeller Center and Lincoln Center Removed (1978), LeWitt excised with a mat knife three Manhattan landmarks, resulting in a jarring photographic object that prompts the viewer to reconsider the materiality of an urban landscape.

The earliest work in the exhibition, Buried Cube Containing an Object of Importance But Little Value (1968), presents a grid of nine black & white photographs of the artist’s friends apparently digging a grave and burying a small wooden box. The photographs themselves—the physical representation of a conceptual act performed more than 35 years ago—have become the work of art.

Eadweard Muybridge’s 19th-century photographic studies of human and animal locomotion were a catalyst for LeWitt’s investigation of serial systems. The debt is evident in Brick Wall (1977), comprised of 30 black and white photographs of, as the title suggests, a brick wall. The assumption made by the viewer is that the wall has been photographed at regular intervals during the day from dawn to dusk; although, the gradual light changes seem artificial and perhaps more reminiscent of a predetermined tonal progression. Other multi-part works in the exhibition include Clouds (1978), a grid of 54 mounted color photographs, and Grid of Grids (1976), 64 mounted photographs of grates, drains, tiles, skylights, and other grids that can be found in the course of a day.

The final work in the exhibition is A Sphere Lit From the Top, Four Sides, and All Their Combinations (2004). The title prescribes the process (LeWitt did not take the photographs himself) for making twenty-eight photographs of a sphere. The resulting photographs are arranged in a grid four high and seven wide, beginning with the featureless sphere starkly lit from the top, and ending with the sphere brightly lit from every direction. Each photograph documents a specific state of illumination while becoming part of an abstract narrative as the artist’s plan is executed.

Sol LeWitt’s work can be found in the collections of most serious museums of modern and contemporary art. His career was the subject of a major traveling retrospective organized by the San Francisco Museum of Modern Art in 2000.

Sol Lewitt en het seriële landschap


Omslag Van Monteluco naar Spoleto 
voor- en achterkant

Sol Lewitt koestert sinds de jaren zestig net als vele andere conceptuele kunstenaars het ideaal van een niet-hiërarchische samenleving met een kunst die uitvoerbaar, bereikbaar en betaalbaar is. Zijn kunstenaarsboeken - waaronder veel fotoboeken - beschouwt hij als voor ieder betaalbare, informatieve demonstraties van zijn concepten.

Rationale waarneming is in zijn visie objectiverend. Vormverwantschap is in zijn werk de uitdrukking van een logisch verband waarin een relatie bestaat tussen de werking van constanten en variabelen; intrisieke waarden van een vormverandering. In het werk van Lewitt zijn de vier absolute richtingen (horizontaal, verticaal, en de twee diagonale richtingen) en de herhaling van de lijn essentieel.

Ook in zijn foto´s valt duidelijk te zien dat die, net als de rest van zijn oeuvre, op een conceptuele en seriële manier zijn ontstaan. Lewitt is altijd al sterk geïnspireerd geweest door Eadweard Muybridge´s fotografische studies van de menselijke en dierlijke beweging. Al in 1964 maakt hij Muybridge I en II; driedimensionale objecten waarin een serie foto's verwerkt is, waarop een naakte vrouw steeds vanaf een andere afstand bezien wordt. Ook veel van Lewitts andere fotowerk kenmerkt zich door een dergelijk serialisme. Een goed voorbeeld hiervan is het uit 1978 afkomstige Clouds dat bestaat uit 54 foto's van verschillende prachtige wolkenhemels. In Autobiography (Multiples 1980) toont Lewitt foto's van steeds terugkerende objecten uit zijn dagelijks leven. Hij vertelt, anders dan de de titel zou doen vermoeden, niet zijn leven door alle objecten in zijn atelier te fotograferen, maar beheerst hij de chaos van zijn omgeving door methodische inventarisatie. Het is een verslag noch verhaal; het gaat hem erom aan te tonen dat door middel van het boek seriële wordt toegepast op de wanorde van zijn atelier.

Als Lewitt rond 1976 de abstracte combinaties van lijnen en kleuren uit zijn eerste werken achter zich laat, wil hij in zijn boeken de geometrie die in de concrete werkelijkheid verscholen ligt zichtbaar maken volgens een uniformele formule, afgeleid van de uit zijn sculpturen gehouwen kubussen: vierkante foto's, drie bij drie gerangschikt in drie rijen onder elkaar (soms twee bij twee in twee rijen) op een vierkante pagina. Een voorbeeld is Photogrids (Paul David Press en Rizzoli 1978). Hierin verzamelt hij allerlei soorten traliewerken: getraliede vensters, rioolroosters en afrasteringen. In het kunstenaarsboek Van Monteluco naar Spoleto (Eindoven/Weesp Van Abbemuseum/Openbaar Kunstbezit,1984) zijn rasters van foto's opgenomen van het landschap die Lewitt gedurende zijn wandelingen daar heeft gemaakt. De foto´s zijn allemaal in december 1976 genomen tussen de gelijknamige steden in Umbrië. Elk van de veertig pagina's - inclusief de voor- en achterkant - heeft roosters van negen vierkantjes. Dat resulteert in een ordening van 360 ​​beelden. Deze kunnen worden gelezen als een afzonderlijke vastlegging van een serialisme van kleuren, texturen, luchten, stenen, muren en andere vormen. Een samenspel van beelden waar wij voortdurend horizontale-, verticale- en diagonale lijnen in herkennen. Het gebruik van kleur verrijkt de contrasten en de overeenkomsten tussen de beelden. Ondanks het representatieve element dat inherent is aan de fotografie, maakt Lewitt ook gebruik van de mogelijkheden van het boek zijn beelden goed te organiseren om de serialiteit van de systemen die kenmerkend zijn in zijn non-figuratief werk weer te geven.


Fragmenten uit: Van Monteluco naar Spoleto
























Geen opmerkingen: