maandag 24 juni 2019

Reprint Wij zijn 17 Les Copains The Indecisive Moment: The 'Stream-of-Consciousness' Photobook Johan van der Keuken Photography


Wij zijn 17 - Johan van der Keuken


Johan van der Keuken’s career as a documentary film-maker, author, and photographer spanned four decades, until his passing in 2001. Based in Amsterdam, he addressed many topics in his work. First published in 1955, ‘Wij Zijn 17’ is a book of photos of his friends and classmates, taken by him when he was seventeen. These portraits of post-war Dutch teenagers address the intangible theme of youth in a touching and personal way. The sixth edition of the book (Japanese/English) has been produced in Japan on Vent Nouveau Paper (Takeo), printed in duo tone (digital imaging Harold Strak) by Tosho Printing. The reprint of the book, an initiative of Yusuke Nakajima (POST/limArt co., ltd) has been published by Foci Press supported by Van Zoetendaal. Limited availabillity.

Les Copains - Johan van der Keuken


On the occasion of the publication of the Japanese edition of Van der Keuken’s ‘Wij zijn 17’, ‘Les Copains’ has been published, which contains some prints of the uncropped negatives used in ‘Wij zijn 17’, and a number of photographs which were never published before. The book offers a broader view of Van der Keuken’s subjects and setting, Amsterdam in the fifties. Among the photographs one can find portraits of Ed van der Elsken, Remco Campert and Cees Nooteboom. The book (Japanese/English/French) has been produced in Japan on Vent Nouveau Paper (Takeo), printed in duo tone (digital imaging Harold Strak) by Tosho Printing. Published by Foci Press in collaboration with Van Zoetendaal. Limited availabillity.

[Exhibition] Johan van der Keuken / Wij Zijn 17

November 17, 2015





この度POSTでは、オランダの写真家ヨハン・ファン・デル・クーケンの日本で初となる個展[Wij Zijn 17]を開催いたします。

Johan van der Keuken ©Noshka van der Lely

ヨハン・ファン・デル・クーケン (Johan van der Keuken 1938-2001) はドキュメンタリー映像作家、作家、 写真家として活躍しました。42年間に渡るキャリアの中で55のドキュメンタリーを発表、そのうちの6作品は8つの賞を受賞しています。

1955年、17歳の時に彼の作品は初めて世に発表されています。[Wij zijn 17](僕たちは17歳) と題された小型の写真集には、彼の友人たちを被写体にしたモノクロ写真が収録され、構図や光の入り方などに細かい配慮が行渡りながらも、被写体の自然な様子がそのままに伝わるかのような作風は、当時17歳だったとは思えないほど卓越したセンスが見て取れます。 

Johan van der Keuken ©Noshka van der Lely

[Wij Zijn 17]が発表されてから60周年にあたる今年、彼の元妻であるノシュカ・ファン・デル・レリーと共にヨハンの作品管理を担っているギャラリスト/デザイナーのウィレム・ファン・ゾーテンダールの協力を得て、この写真集の英日版が出版されます。合わせて、同時期に撮影していた未発表作をまとめた[Les Copains]も刊行いたします。

この2冊の写真集は、IMA PHOTOBOOKS と POST が共同でスタートした出版レーベル Foci Press(フォーサイ・プレス) からの発行です。Foci Press は、過去に出版され現在は絶版となってしまっている良質な写真集を復刻し、優れた作品を現代にもう一度蘇らせることを目的として設立されました。今回出版する [Wij Zijn 17] と [Les Copains] が Foci Press からの初の刊行物となります。 

オランダの芸術文化が生んだ才能あふれる写真家による、日本初の個展をぜひご覧ください。

Johan van der Keuken ©Noshka van der Lely

【展覧会】

Johan van der Keuken / Wij Zijn 17

会期 2015年11月23日(月祝) - 12月20日(日)  ※会期を1週間延長しました。

時間 12:00 - 20:00 /月休 (※祝日の場合は通常営業)

会場 POST

Johan van der Keuken ©Noshka van der Lely

【略歴】

ヨハン・ファン・デル・クーケン(Johan van der Keuken 1938 - 2001)

オランダ出身の写真家、フィルムメーカー、作家。1955年に初となる作品集[WijZijn 17]を出版、その後パリの映像学校で1956年から1958年にかけて学んだ。[WIj Zijn 17]以降、1958年には[Acter Glass]、1961年には[Paris Mortel]を出版。その他、映像や写真に関する評論などを含め、9冊を残した。

フィルムメーカーとしては、1960年以降世界中を旅し、実験的な映像作品からドキュメンタリーフィルムまで、さまざまなトピックの映像作品を制作。42年間に渡るキャリアの中で55の映像作品を残し、その6つはアワードを受賞している。

 【写真集詳細】 

[Wij Zijn 17]

160mm x 240mm

64 ページ ソフトカバー デュオトーン印刷

英日版、初版 2,000部

3,400円 + 税

出版元:Foci Press (IMA PHOTOBOOKS & POST)

監修:Van Zoetendaal Publishers

レイアウト:Johan van der Keuken

デザイン:Willem van Zoetendaal

販売元:POST 

[Les Copains]

160mm x 240mm

64ページ ソフトカバー デュオトーン印刷

仏英日版、初版 2,000部

3,400円 + 税

出版元:Foci Press (IMA PHOTOBOOKS & POST)、Van Zoetendaal Publishers

コンセプト・デザイン:Willem van Zoetendaal

販売元:POST 


KEUKEN JOAN & CARMIGGELT, SIMON - Wij zijn 17

Bussum, C.A.J. van Dishoeck, 1955.  Pp: 64. Fourth edition, no date. Text in Dutch by S. Carmiggelt. This is the first book by Joan van der Keuken. The pictures were made and published by a 17 years old scholar from the Montessori Lyceum in Amsterdam. He took photographs of his friends and school-mates. The layout of this book was in that time a small revolution. "œIn 1955, the 17-year-old Joan van der Keuken caused a stir in Dutch publishing with his book Wij zijn 17 (We are 17), prefiguring the even greater furore that would greet the publication of Ed van der Elsken`s Een Liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Pres (Love on the Left Bank) a year later. Van der Keuken's book was as innovative as Van der Elsken's in its treatment of a section of society - not a class exactly, but a societal group - that was beginning to be regarded as a class apart.It is sometimes forgotten in these days of 'youth culture' that it was only from around the 1950s onwards that the young were first talked about in this way. Previously they had been regarded - give a modicum of wild oats sowing and youthful high spirits - largely as replicas of their parents. In the 1950s, however, with its anxious air of repressed rebellion, such attitudes were overturned. The Beat Generation, the Beatnik movement, James Dean - the original rebel without a cause - and a pouting, gyrating phenomenon called Elvis Presley, drew the world's attention to the fact that, since the war, a new alien seemed to have been dropped on the planet - the teenager.Van der Keuken's two books, Wij zijn 17 and his followup, Achter Glas (Behind Glass, 1957), caught this mood perfectly. Whilst perhaps not stream-of-consciousness in style, they certainly are in terms of attitude, capturing a moment's experience in which nothing much happens except for the moment itself. The 30 pictures in Wij zijn 17 are tellingly simple. Students lounge around in their rooms, doing nothing very much, as if waiting for their adult lives to begin. The mood is uncertain, capturing that moment when childhood ends and youth must take a deep breath and step out into the world.This was also the theme of Achter Glas, Van der Keuken's second foray into the new form of the 'photonovel'. Two sisters, Georgette and Yvonne, do little more than sit by a window, day-dreaming. And it was this youthful lassitude, this apparent aimlessness, perfectly expressed by Van der Keuken, that caused a degree of controversy. But this view of teenage rebellion at the sulky rather than more active stage rings painfully true. It became a model for other books examining the same phenomenon, not he least of which is the recent work of Van der Keuken's compatriot, Helen van Meene, whose similar view of Dutch adolescents - now in colour - has also proved controversial."(From: Martin Parr and Gerry Badger : The Photobook: A History volume 1/ The Indecisive Moment: The 'Stream-of-Consciousness' Photobook). Cond./Kwaliteit: Goed.
Het gevoel zeventien

Vijftig jaar geleden fotografeerde Johan van der Keuken zijn vrienden en klasgenoten in 'Wij zijn 17'. Schokkend is de heruitgave van die foto's niet meer, charmant wel....

Door Merel Bem 10 maart 2005, 00:00

Bliksems! In 1955 kreeg het brave en ingedutte Nederland te maken met een totaal onbekende 17-jarige scholier van het Montessori Lyceum in Amsterdam. Met een tweedehands platencamera, een eigenzinnig gevoel voor vormgeving en een hoop zelfbewust bravoure bracht hij een fotoboekje uit. In Wij zijn 17 presenteerde Joan van der Keuken, die later een h aan zijn voornaam toevoegde en naast een belangrijke fotograaf een belangrijke filmer werd, zijn beste vrienden op dertig sobere zwart-wit foto's in een voor die tijd totaal nieuwe lay-out.Over die lay-out waren de critici het grotendeels eens: die was fris en opzienbarend. Maar voor de foto's en de levenshouding die eruit naar voren kwam gold, in de woorden van opvoedkundige Antonie de Vletter: 'Hoe mal, hoe aanstellerig, hoe eenzijdig!'. Het boekje van Van der Keuken was als een vlinderslag in de tropen die voor ijzige storm zorgt op de Noordpool. Nederland was in één keer wakker en sloeg geschokt de hand voor de mond. Die dekselse jeugd!Wie Wij zijn 17 nu doorbladert - en dat is mogelijk zonder eerst driehonderd euro voor het collectors item neer te tellen, want Galerie Paul Andriesse in Amsterdam heeft het boekje opnieuw uitgegeven - kan zich niet voorstellen waarom het destijds zoveel ophef veroorzaakte. De portretten die Joan van der Keuken maakte van zijn beste vrienden zijn in de eerste plaats gewoon schattig. Ze tonen typische jaren vijftig tieners, lezend, schilderend, voor zich uit starend, lachend, maar vaker nog ernstig. Een paar jongens in geruite jasjes roken een sigaret, hebben een pijp in hun mond, een meisje met het lange blonde haar in een gevlochten knot houdt een glas wijn vast.Verderfelijk existentialisme, vonden angstige katholieken uit Gelderland. Wat doen die sombere kinderen in het café, en waarom dragen ze grotemensenkleren? Ze begonnen een tegenoffensief met het boekje Wij zijn ook zeventien, waarin über-brave jongens en meisjes in zwierige overgooiers overdreven blij de camera in keken.Dát boekje is helaas niet opnieuw uitgegeven, evenmin als het veel minder serieus bedoelde Waren wij maar zeventien, een initiatief van kunstenaar Gras Heyen. De ontstaansgeschiedenis van Wij zijn 17 en de perceptie ervan zijn in de nieuwe uitgave van het boek gelukkig uitgebreid beschreven door Willem Ellenbroek in een toegevoegde inleiding. Maar je zou je kunnen afvragen: moet dat nou, zo'n spiksplinternieuwe uitgave van een fotoboek dat vijftig jaar geleden tot een nu onbegrijpelijke ophef leidde? Het thema van de boekenweek is weliswaar de vaderlandse geschiedenis - maar wat is het nut van deze uitgave (behalve dat de prijs van het oorspronkelijke boekje naar beneden zakt)? Zijn het niet voornamelijk ouderen die het belang inzien, omdat zij de jaren vijftig meemaakten en de foto's van Van der Keuken daardoor beter kunnen duiden?Maar wie de uitgave beter bekijkt, slikt die vragen weer in. Allereerst vanwege de opmaak. Die is in al zijn soberheid nog steeds charmant. 29 Foto's verdeeld over 64 pagina's, op één na aan de rechterkant afgedrukt, zorgen nog steeds voor een boeiend spel met de witte of zwarte bladzijde ernaast. Er is geen tekst ter verduidelijking, behalve de drie pagina's oorspronkelijke inleiding van Simon Carmiggelt, de vader van één van de vriendinnen van Joan van der Keuken.De omslag toont een meisje dat uit het zolderraam staart. De verlichte hoek van een uitbouw scheert links boven scherp het beeld in, terwijl de 7 van 17 precies zo'n scherpe hoek maakt, maar dan de andere kant op. Jammer is het ontbreken op de nieuwe uitgave van de ondertitel 'foto's van joan v.d. keuken / ingeleid door s. carmiggelt', die de jonge Joan zo inkortte dat de schreef- en hoofdletterloze letters (nu weer helemaal hip) precies in het grijze vlak naast het meisje pasten. De uitgeverij plaatste hem op de binnenkant van de omslag, waar de namen voluit konden worden geschreven.Verder veranderde er niets. De foto's behielden hun tonaliteit, hun verdeling van pikzwarte, grijze en lichtgrijze vlakken en daarmee hun unieke sfeer. De oorspronkelijke reacties roepen ze niet meer op en ze zijn absoluut gedateerd, maar ze hebben door de jaren heen niet aan kracht ingeboet en de vastgelegde koppies kom je nog dagelijks op straat tegen.Want als Van der Keuken iets met het boekje heeft bereikt, dan is het wel de leeftijd zeventien op de kaart zetten. Of eigenlijk het 'gevoel zeventien'. Niet alle gefotografeerde jongens en meisjes waren namelijk precies zo oud als de titel impliceerde. Het maakte niet uit - '17' stond voor een bepaalde manier van in het leven staan die niet bij de aanstelleritis van 'sweet sixteen' hoorde en ook niet bij de opgelegde grootdoenerij van achttien.Op de foto's van Van der Keuken was zeventien al wat het nu nog is: dramatiek zonder reden, volwassenheid zonder verantwoordelijkheden, op ontdekkingstocht gaan zonder de wereld af te reizen, afwezig voor je uit staren zonder één ogenblik de lens van de camera te vergeten. Zeventien is plotseling in lachen uitbarsten omdat het leven toch minder ernstig blijkt dan zo-even nog gedacht.Gelukkig is het boekje van Van der Keuken opnieuw uitgebracht, zodat meer mensen zich kunnen herinneren hoe het was om '17' te zijn, ook al waren ze nog niet eens geboren toen Johan van der Keuken nog joan v.d. keuken was.
Wij waren 17
Wij zijn 17, een legendarisch fotoboek van Johan van der Keuken uit 1955, is weer herdrukt. Drie geportretteerden over hun leven toen en nu. „Het is heerlijk dat er niets meer hoeft.”
Monique Snoeijen Johan van der Keuken Martijn van de Griendt Arjen Ribbens
 7 mei 2016


Een zeventienjarige die dominees, politici en commentaarschrijvers op de kast jaagt. In het brave, naoorlogse Nederland was daar weinig voor nodig. Een fotoboekje volstond. Op 3 december 1955 publiceerde Johan van der Keuken (1938-2001), leerling van het Montessori Lyceum in Amsterdam, Wij zijn 17. Een boekje met dertig stille, enigszins melancholieke portretten van een vriendenkliekje uit het artistieke Amsterdam-Zuid.

We waren helemaal niet aan het rebelleren. Dat was ook nergens voor nodig
Giel Janse (77)

Giel Janse in 1955 in café Reynders op het Leidseplein in Amsterdam. „Daar kwam ik slechts incidenteel en dronk ik hooguit één biertje. Bij slijterij Jan W. Jonker kochten we soms een fles rode landwijn.”

Over dat bescheiden boekje zijn honderden artikelen verschenen. Wij zijn 17 geldt als een van de belangrijkste naoorlogse fotoboeken. „Een statement – in zijn foto’s, zijn vormgeving en zijn intentie”, aldus cultuurjournalist Willem Ellenbroek, die elf jaar geleden een uitgebreide reconstructie over de totstandkoming en de ontvangst van deze uitgave schreef.

Zestig jaar na de eerste publicatie trekt Wij zijn 17 nog altijd de aandacht. Onlangs verscheen de zoveelste editie, nu in het Engels en Japans. Zijn eerste fotoboek heeft Van der Keuken (die zijn voornaam Joan later veranderde in Johan) altijd achtervolgd. En zijn vrienden óók, zegt Lucette Bletz-Wezelaar, een van de zestien mensen die in het boekje voorkomen. Als we haar bellen voor een gesprek, zegt ze: „Belt u nu alweer?” Wat blijkt: tien jaar geleden werd zij ook al benaderd voor een artikel, in Het Parool – toen onder de kop ‘Wij zijn 67’.

Golf van verontwaardiging

Petra Laseur, het buitenbeentje van de vriendenclub. „Ik deed mijn mond niet open.”

Het vraagt inlevingsvermogen om te begrijpen waarom het boek destijds tot een golf van verontwaardiging leidde. Dat lag niet aan de kwaliteit van de foto’s of de vernieuwende opmaak. Die roemden recensenten meteen al, zij het in bijzinnen. Het zat hem, om met Ellenbroek te spreken, vooral in de intentie van het boekje. De aanname dat deze zeventienjarigen de Nederlandse jeugd representeerden, vonden velen onverteerbaar.

Wij zijn 17 was de blik van een zeventienjarige op leeftijdgenoten, een nouveauté in de fotografie. De vrienden van Van der Keuken hadden duidelijk geen last van zijn camera; ze deden wat ze anders ook deden. Iets wat een volwassen buitenstaander vermoedelijk nooit voor elkaar had gekregen.

Op een handvol foto’s blikken de geportretteerden zelfbewust in de lens, op de meeste staren ze dromerig of met een zekere weemoed naar iets buiten het kader. Slechts op één foto lacht iemand naar de fotograaf. Op twee foto’s wordt een glas bier of wijn gedronken. Op acht foto’s roken de geportretteerden een sigaret of pijp.

Ja, en?

Ik heb vijf jaar geleden een nier afgestaan. Tegen alle pittige vrouwtjes van 76 zou ik willen zeggen: doneer ook een nier
Petra Laseur (76)

Zeventienjarigen van nu roken soms een joint en vermoedelijk drinken ze vaker en meer alcohol dan de vrienden van Van der Keuken.

Toch leidde Wij zijn 17 tot een storm van protest. Zo somber en existentialistisch was de jeugd helemaal niet! Kranten en tijdschriften raakten niet uitgeschreven. Pedagogen en kinderpsychologen kwamen aan het woord en er verschenen gewichtige commentaren. De recensent van De Telegraaf repte van „een verdoemde jeugd” en de commentator van Elsevier schreef: „De schooljeugd van Joan stelt zich aan als ‘artistiek’, en zij is zo somber wegens het uitblijven van erkenning harer artistieke prestaties. Welke zijn die prestaties? Het nuttigen van allerlei stevige drankjes, het rondhangen in kroegen, het inhaleren van zware tabak, het zich kleden à la Parijs 1950 en het niet vervullen van hun dagtaak, de studie?”



Omslag van Wij zijn 17 uit 1955. Eronder de ‘tegenboekjes’Wij zijn ook zeventien (1956) enWaren wij maar zeventien (1958). En het nieuwe fotoboekIk ben zeventien van fotograaf Martijn van de Griendt over Amsterdamse jongeren, dat 26 mei verschijnt.

In confessionele kringen leefde de angst dat er een nieuwe jeugd was opgestaan die ongrijpbaar was voor opvoeders en pedagogen. In het blad De Hervormde Kerk sprak dominee Visser van „een jeugd die het lachen verleerd schijnt te zijn”. In het katholieke weekblad De Nieuwe Eeuw schreef een anonieme ‘zeventienjarige’: „Ik durf en mag niet absoluut oordelen, maar het komt me voor, dat het hier een groepje betreft dat graag zelfbevredigend rondzwemt in de rotsooi van hun chaos en zichzelf koesterend wel enige rust en zekerheid gevonden heeft in deze situatie.”

Wij zijn 17 lokte direct ook twee curieuze tegenboekjes uit. Van katholieke zijde verscheen Wij zijn ookzeventien, met portretten van lachende Gelderse scholieren, druk in de weer met sport en spel en, jawel, huiswerk. Waren wij maar zeventien, met ook zeventienplussers, was wat lolliger van aard.

Van der Keuken had kort voor de publicatie van zijn boek op school de dertien jaar oudere fotograaf Ed van der Elsken ontmoet. Die kwam advies geven over een fotoproject. Toen de scholier zijn portretten liet zien, zei Van der Elsken: „Je hebt meer talent dan 99 procent van de beroepsfotografen.” Die lof gaf richting aan zijn leven, vertelde Van der Keuken later aan het tijdschrift Skrien. „Ik kreeg permissie fotograaf te worden.”

We lazen en rookten

De foto’s die Van der Keuken had laten zien vormden de basis voor Wij zijn 17, dat nog hetzelfde jaar verscheen bij Van Dishoeck, de uitgever van de schoolboeken die zijn vader had geschreven.


Zijn vrienden wisten van niks. En al net zo verbaasd waren ze over de ophef die het vriendenalbum wekte. „Hockeyen deden we inderdaad niet, we lazen en rookten”, zegt actrice Petra Laseur. Maar somber en nihilistisch, dat verwijt raakte kant noch wal. „We waren juist heel vrolijk en creatief”, zegt Lucette Bletz.

Gezamenlijk luisterden ze naar het pianoconcert van Ravel (op 78 toeren). Ze lazen Baudelaire, in het Frans, en ze schreven een opera over Napoleon, met opzet gespeeld in steenkolenduits. Ook spraken ze elkaar graag toe in het groteske idiolect van Frits van Egters, de hoofdpersoon uit Gerard Reves De Avonden.

Mijn kleinkinderen lijken niet erg intellectueel geïnteresseerd. Boeien, zeggen ze bij alles
Lucette Bletz-Wezelaar (77)

Vergeleken met zijn kleinkinderen, zegt oud-hoogleraar experimentele cardiologie Giel Janse, was hij als zeventienjarige volwassener. „Op ons vijftiende liftten Joan en ik naar de Côte d’Azur.”

Alle geportretteerden slaagden voor hun lyceum- of gymnasiumexamen. Ze kwamen, anders dan voorspeld, ook allemaal goed terecht. Ysbrant van Wijngaarden werd bijvoorbeeld succesvol beeldend kunstenaar, Chris Korthals Altes een vooraanstaand natuurkundige en vermogensbeheerder Eijk de Mol van Otterloo werd een van de rijkere mensen van het land.

De enige in Wij zijn 17 voor wie in 1955 geen zorgeloze toekomst lonkte, was Joke, de 19-jarige zuster van Joan van der Keuken. Op het omslag van het boek staart zij met ernstige blik in het niets. Binnenin het boek staat nog een portret van haar waarin ze op bed zit met een sombere, naar binnen gerichte blik. Joke had net ontdekt dat ze zwanger was – van een tweeling, nog wel –, een boodschap die ze aan haar broer, maar nog niet aan haar ouders had verteld. „Een loden situatie”, zei ze daarover later in Laatste woorden - Mijn zusje Joke (1935 - 1997), de film die Johan met haar maakte, acht dagen voordat ze aan kanker zou overlijden.

Aan het eind van haar leven lachte ze om de zorgen van 1955. De „hel en verdoemenis” waarvoor ze toen vreesde, waren uitgebleven. Intens tevreden keek ze terug op haar zwangerschap. „Uiteindelijk het beste wat me is overkomen.”


‘GEEF MIJ NU MAAR WIJK AAN ZEE’

Giel Janse zit aan de tafel van zijn lichte appartement in Amsterdam-Zuid. Boven de vleugel hangt een schilderij van zijn vriend Ysbrant van Wijngaarden (die ook in Wij zijn 17 staat). Op zijn zeventiende luisterde Janse naar muziek van componisten als Sergej Prokofjev en Igor Stravinsky, en naar jazzmuzikanten als Charlie Parker en Sonny Rollins – en dat doet hij eigenlijk nog steeds. Net als pianospelen. Hij werd geen „verslaafde junk”, wat sommigen na verschijning van Wij zijn 17 dachten, maar hoogleraar experimentele cardiologie.

„We waren heel burgerlijk hoor. We wilden allemaal niets liever dan kinderen krijgen. We waren helemaal niet aan het rebelleren. Dat was ook nergens voor nodig. Mijn vriendinnetje was Marianne Carmiggelt, de dochter van Simon Carmiggelt. Bij haar thuis ontmoetten we volwassenen als Jacques Bloem, Gerard Reve en Geert van Oorschot. We vonden het leuk met hen te praten. We waren gewoon een beetje vroeg rijp.

„Ik denk dat mijn kleinkinderen veel onvolwassener zijn. Ze lezen ook niet. En ze weten ook veel minder. Wij konden Winston Churchill citeren. Zij moeten googelen wie dat was. En wat weet je dan? Een Brits staatsman. Het zal wel.

„Ik doe nog steeds onderzoek op het AMC, ik heb een gastvrijheidsaanstelling. Het AMC geeft me een computer en een bureau. Ik krijg geen geld, maar ik heb ook geen publicatieplicht.

„Dat je niets meer hoeft, dat is zo heerlijk. Ik heb helemaal geen zin om naar Thailand of Machu Picchu te gaan. Vroeger heb ik veel gereisd, ook voor mijn werk. Maar geef mij nu maar Wijk aan Zee. Dan zie je het subcontinent Indië maar niet, wat kan mij dat bommen. Dat die dwang die je jezelf oplegt, eraf is, dat is lekker.

„Nu ga ik overdag naar de film. Of ik fiets naar het Landje van Geijsel, even kijken hoe het met de grutto’s staat. Van die verrukkelijke onzindingen. Tot de dag komt dat je niet meer kan fietsen, dan wordt het misschien vervelend.

„Mijn vriend Ysbrant heeft last van zijn knieën, die kan maar honderd meter lopen, die moet met de taxi naar het landje van de grutto’s, mocht’ie zich voor grutto’s interesseren, wat’ie niet doet.”


‘IK WAS EEN SNOB DIE FRANS WILDE LEREN’

In een strakke broek en op platte schoenen kwikzilvert Lucette Bletz-Wezelaar (77) door haar huis bij het Vondelpark in Amsterdam. Ze danst twee trappen op naar de zolderkamer, waar Joan van der Keuken haar zestig jaar geleden fotografeerde. Hier zat ze in het raam als Giel Janse (zie vorige pagina) aan kwam lopen en ‘Frauenliebe und -leben’ van Schumann floot, ten teken dat ze de sleutels naar beneden moest gooien. Vijf jaar geleden erfde ze haar ouderlijk huis, dat nog steeds vol staat met de spullen van haar ouders. Haar vader was beeldhouwer, haar moeder schilderde. „Ik beheer nu het huis. Dat is alles wat ik doe. Geweldig toch?”

„Op mijn zeventiende was ik een snob, ik wilde Frans leren, want kunstenaars spraken vroeger Frans met elkaar. Ik las Le rouge et le noir van Stendhal. Ik herinner me vooral dat het ging over een jongen en een priester, en hoe die jongen verliefd wordt op een oudere vrouw en aan tafel haar hand pakt, en hoe opwindend ik dat vond. Ik verveelde me zo in die tijd dat ik ook Shakespearevertalingen las, met plaatjes van prerafaëlieten en teksten over bastaardzonen, ook al zo opwindend.

„Mijn kleinkinderen lijken niet erg intellectueel geïnteresseerd. Boeien, zeggen ze bij alles. Gaat wel weer over, denk ik dan. En het is niet mijn probleem.

„Zes jaar geleden ben ik van de trap gedonderd, ik had een ruggenwervel gebroken. Dan denk je: dit is het. Alles deed pijn. Ik had geen zin meer. ‘Je moet je bed uit’, zei mijn fysiotherapeut. Toen heb ik een balletbarre opgehangen. En verdomd, het werd beter. Nu ben ik helemaal hersteld. Ik zit op fitness en op bejaardenzwemmen. Dolle pret hoor.

„Als kind wilde ik ballerina worden, maar op het toneel heb ik nooit gestaan. Ik heb een balletschool gehad. Maar ik had verdomme moeten doorgaan met dansen. Ik had bij het Nederlands Ballet kunnen zitten.

„Nu heb ik geen dromen meer, het is juist zo heerlijk dat niets meer hoeft. ’s Ochtends word ik blij wakker: wat heerlijk dat ik hier woon, wat zal ik eens doen, misschien eens naar een concert? Het enige wat ik, met het oog op de toekomst, doe, is af en toe een briefje onder een beeldje leggen, met daarop de naam van voor wie het is bestemd. Verder leef ik van dag tot dag.”


‘IK ZIE GEEN VOORDELEN AAN OUDER WORDEN’

Petra Laseur beweegt door haar woonkeuken in Buitenveldert alsof ze op het toneel staat: rechte rug, heldere stem, grote gebaren. Het is moeilijk voor te stellen dat deze 76-jarige actrice – die momenteel in het DeLaMar Theater in Amsterdam de voorstelling ‘We want more’ speelt – zich als 17-jarige „een buitenbeentje” voelde in „dat hele interessante vriendengroepje dat de hele dag hele interessante gesprekken voerde over hele interessante zaken”. De anderen uit Wij zijn 17 deden lyceum of gymnasium, zij de middelbare meisjesschool. „Ik deed mijn mond niet open.” Nog moeilijker voorstelbaar is het dat deze knappe vrouw ’s ochtends vol walging in de spiegel kijkt.

„Braken in me bordje, die aftakeling, verschrikkelijk. Alles wordt minder: je haar, je ogen, je reuk, je smaak, je oren, je huid, je lijf. Dat krijg je allemaal cadeau. Het idee dat meisjes die nu worden geboren gedoemd zijn 120 te worden...

„Je mag het niet zeggen, natuurlijk, want ik ben fris en fruitig en zo gezond als een vis, maar ik vind het wel welletjes. Ik zeg mijn hele leven al: ik wil niet ouder worden dan 75. Maar ik word natuurlijk 97, net als mijn moeder. Ik vind het nog het zieligst voor mijn kinderen en mijn kleinkinderen. Zou u er soms naar snakken de billen van uw moeder of grootmoeder te wassen?

„Ik zie geen voordelen aan ouder worden. Innerlijke rust? Wijsheid? Mijn neus. Eenzaamheid en verval voor velen van ons. Ik vind de wereld walgelijk. Wat er buiten dit huis gebeurt, stemt me in het geheel niet tot vreugde.

„Als ik terugkijk heb ik spijt van dingen die ik gedaan heb en van dingen die ik niet gedaan heb. Ik had assertiever moeten zijn, wat een doetje was ik. Ook zakelijk. Er is vaak geprobeerd me een poot uit te draaien.

„U vindt dat ik niet de indruk maak moe en der dagen zat te zijn...” – Laseur is de opgewektheid zelve – „...daar heb ik voor doorgeleerd, hè...

„Na de dood van mijn echtgenoot is er bij mij iets definitief veranderd. [Tekstschrijver en dichter Martin Veltman overleed in 1995] Dat was zo’n enorme klap. Ik heb een ander brein gekregen. Er lijkt iets geklapt – ik kan het niet goed benoemen.

„Ik doe niets sporterigs, daar ben ik niet van. Ik drink wel, twee glazen. Met roken ben ik helaas gestopt. Dat moest voor de donatie. Ik heb vijf jaar geleden een nier afgestaan. Tegen alle pittige vrouwtjes van 76 zou ik willen zeggen: doneer ook een nier. Mocht er tijdens de operatie iets misgaan, dan heb je toch nog mooi 75 jaar geleefd.”


De Engels/Japanse editie van Wij zijn 17 is uitgegeven door Foci Press en Van Zoetendaal Publishers. Tegelijk verscheen ook Les Copains, met meer en deels nog ongepubliceerde foto’s uit de jaren vijftig van Van der Keuken. Onder meer zijn portretten van fotograaf Ed van der Elsken en de schrijvers Remco Campert and Cees Nooteboom. Beide boeken zijn à 27 euro te bestellen via vanzoetendaal.com.










Geen opmerkingen: