donderdag 14 augustus 2014

Photos that do not freeze time Oscar Muñoz. Protographs Photography




from 03 June 2014 until 21 September 2014 Paris


Born in 1951 in Popayán (Colombia), Oscar Muñoz is regarded as one of the country’s most important contemporary artists, whilst also garnering attention on the international art scene. A graduate of the Escuela de Bellas Artes in Cali, he has built up over a period of four decades a body of work whose images deal with the realm of memory, loss and the precarious nature of human life. Muñoz’s work defies systematic classification because he works in so many different media: photography, printmaking, drawing, installations, video and sculpture.

“Protographs“ (a term coined to evoke the instant just before or just after that split-second when the photographic image is captured and frozen for ever) presents his major series grouped by theme. These themes poetically and metaphorically juxtapose Muñoz’s own past and the different material states of the image. For example, he combines the dissolution, deterioration or disintegration of the image with the inherent fragility of memory and the impossibility of making time stand still; or the image’s evaporation and transformation with the tension between rationality and chaos in our urban societies. Finally, in the main part of his work, he creates ephemeral images that, as they disappear, invite the spectator to share in an experience that is simultaneously rational and sensual.

Oscar Muñoz began his career in the 1970s in Cali in a period when a whirlwind of cultural and cross-disciplinary activity saw the emergence of a generation of writers, photographers and filmmakers who today play a leading role in the contemporary art scene (with Carlos Mayolo, Luis Ospina, Fernell Franco and Andrés Caicedo to name but a few). At that time, Muñoz was drawing with charcoal on large-format supports presenting a cast of sad and sometimes sordid characters with a deep emotional charge.
The main characteristics of his work emerged at an early stage. These include a profound and tireless interest in social questions, an original approach to materials, the use of photography as an aid to memory and the exploiting of the dramatic possibilities afforded by the play of shadow and light in defining the image. Moreover, the artist developed a phenomenological approach to minimalism by insisting on the relationship between the artwork, the spectator and the surrounding exhibition space.

In the mid-1980s, Oscar Muñoz moved away from traditional artistic methods and began to experiment with innovative processes that created a real interactive exchange with the spectator. This was the time of a radical reassessment of his artistic practices, whether drawing, printmaking, or photography, and a questioning of the relationship between the artwork and its surroundings. He abandoned traditional formats and techniques, whilst preserving something of their roots and wellsprings, to investigate ephemerality, highlighting the very essence of the materials themselves and their poetic associations. His use of the fundamental elements – water, air and fire – refers to the processes, the cycles and the transcendental manifestations of life, our very existence and death itself. “My work attempts to understand why the past and the present are so full of violent acts”, says the artist. By choosing to use a diverse selection of media and to apply innovative and unique processes, Oscar Muñoz blurs the boundaries between artistic disciplines.

The “Protographs” exhibition showcases a career that has lasted nearly forty years. It presents series of works grouped around the artist’s major themes, starting with his works on paper and his series of large format hyperrealist drawings in charcoal (1976–1981) – bearing witness to his deep interest in social context – and the drawings and engravings that he started making in the 1980s, which marked the relinquishing of paper for an exploration of unconventional materials and processes (printing on damp plastic, the use of sugar and coffee, etc.); continuing with his experiments in the 1990s and 2000s on the stability of the image and its relationship to the processes of memory; and including his latest works (2009–2014), characterised by a continual process of appearance and disappearance, including a new work produced specifically for the exhibition.

OSCAR MUÑOZ: “Protographs” (english subtitles) from Jeu de Paume / magazine on Vimeo.
Foto’s die de tijd niet stilzetten
De Colombiaanse kunstenaar Oscar Muñoz maakt foto’s die hij niet fixeert. Ze vergaan waar je bij staat. Zijn tentoonstelling in het Jeu de Paume in Parijs is gewijd aan herinneringen. 

Door  DONDERDAG 14 AUGUSTUS 2014
Een vriendin vertelde ooit dat ze als ze zich iets wilde herinneren net deed alsof ze er een foto van maakte – dit was in de prehistorie van de mobiele telefoon. Klik zei ze in zichzelf, om in haar hoofd een beeld op te slaan van een Grieks eiland, een zonsondergang, een gezicht. Gezichten onthouden is misschien wel het moeilijkste, juist omdat je ze zo vaak ziet. Als je er geen foto's van maakt, echte of denkbeeldige, kan je geheugen later niet kiezen, niet bevriezen. Je kunt wel iemand herkennen, maar echt voor je geestesoog zien is lastig. Ik heb tenminste een heleboel gezichten waarop ik in mijn geheugen niet scherp kan stellen.
Wie dit vaag vindt klinken, moet naar het Jeu de Paume in Parijs. Daar is een werk te zien dat precies weergeeft wat ik bedoel: Re/trato van de Colombiaanse kunstenaar Oscar Muñoz. Het is een filmpje uit 2004 van 28 minuten waarin Muñoz probeert een zelfportret te schilderen. Muñoz kan goed schilderen, met een paar streken geeft hij geloofwaardig een oor, een neus, een oog, een wenkbrauw weer. Maar helemaal af raakt het nooit, want Muñoz schildert niet met verf maar met water en voor hij zijn kin af heeft, is zijn haar al weer opgedroogd; dit zelfportret wordt door de zon steeds uitgewist.
Muñoz (Popayán, 1951) blijkt in Parijs geobsedeerd door herinneren en vergeten. Zijn hele tentoonstelling in het Jeu de Paume is eraan gewijd. Niet verrassend misschien, als je bedenkt dat bijna iedereen hiermee worstelt, ook in het digitale tijdperk; nog minder verrassend als je bedenkt dat Muñoz uit Colombia komt, land met de meeste politieke ‘verdwijningen’ van Zuid-Amerika. In de catalogus rakelt iemand de letterlijke betekenis van het woord amnestie op; het komt van het Griekse woord amnestia, wat vergeten betekent. De Oude Grieken beboetten soms zelfs iemand die een te vergeten feit toch in herinnering bracht. Nu kennen we het recht om vergeten te worden.
In Fade to White maakt Muñoz zijn werk zelf opeens nogal persoonlijk. Het is weer een korte film waarin we in een witte kamer zijn oude vader zien zitten, in het wit gekleed. Aan de muur achter hem hangt een zwart-witfoto van zijn – naar ik aanneem – al overleden moeder. Een wit gordijn wappert soms in beeld. Af en toe doet de vader zijn ogen dicht. Zou hij dan zo’n denkbeeldige foto nemen? Valt hij in slaap? Of zijn de gesloten ogen een prelude op de dood? Het sluiten van de ogen van een dode lijkt een universeel gebaar, dat in elke cultuur voorkomt. Aan het zien is een einde gekomen. Aan het herinneren ook.

Analoge kiekjes

Muñoz is in Nederland nog niet zo bekend, ook al won hij vorig jaar een prijs van het Prins Claus Fonds en had hij deze zomer op het kantoor van dit fonds in Amsterdam ook een kleine presentatie. Voor de meeste werken op het retrospectief in het Jeu de Paume gebruikt Muñoz analoge fotografie. Soms omdat dit de enige fotografie was die voorhanden was. Muñoz verzamelt de kiekjes die fotografen in de jaren zestig en zeventig op straat namen en die de geportretteerden niet hebben gekocht. Wat een melancholieke verzameling.
Vaak maakt Muñoz zelf foto’s, maar die drukt hij op ongewone dragers af, niet op papier maar op douchegordijnen, suikerklontjes, spiegels en zelfs op water, iets wat onmogelijk lijkt maar Muñoz toch voor elkaar kreeg door op een laagje water houtskoolpoeder aan te brengen. Muñoz fixeert de afbeeldingen vervolgens niet, waardoor de foto’s niet meer doen waar foto’s juist beroemd om zijn: ze leggen niet vast, ze bewaren niet, maar ze vervagen juist. Ze vergaan waar je bijstaat.Protographies, noemt Muñoz zulke beelden, ‘protofoto’s’, die we nu alleen kunnen blijven zien omdat hij hun ontstaan en vergaan digitaal heeft vastgelegd.

Camera obscura

Historisch gezien was het nemen van een foto niet het moeilijkste; dankzij de camera obscura en andere machines was het mogelijk langs mechanische weg een beeld te verkrijgen (reeds de oude Chinezen schrijven daarover). Of denk aan de spiegel, waarover de Romein Apuleius al zei: alle beeldende kunsten leggen het bij het maken van een goede kopie af tegen de „kunstig vervaardigde gladheid en scheppende schittering van de spiegel”. Voor ons is het nu moeilijk voor te stellen, maar spiegels waren kostbaarder dan schilderijen. Zelfs eeuwen later was een goede Venetiaanse spiegel duurder dan een schilderij van Rubens.
Het probleem was deze scheppende schittering te bewaren, vast te leggen. Er werd al lang met allerlei chemische verbindingen geëxperimenteerd om dat mogelijk te maken, bijvoorbeeld door Thomas Wedgwood, voor het Niépce in 1826 lukte om een beeld te fixeren en de tijd te slim af te zijn. Muñoz’ ongefixeerde fotografie gaat dus terug in de tijd, naar het moment waarop dit nog niet mogelijk was, en leert daardoor iets over de hedendaagse fotografische praktijk, waarin juist het tegenovergestelde gebeurt. Er zijn nu, denk ik, meer mobiele telefoons dan spiegels. Zien is bijna synoniem met vastleggen geworden.
De technieken die Muñoz gebruikt zijn niet praktisch meer maar poëtisch, niet meer letterlijk maar figuurlijk. Zo ook in zijn Confronting the image. Voor dit werk in oplage uit 2010 liet Muñoz het eerste portret dat ooit gefotografeerd is, een zelfportret door de Amerikaan Robert Cornelius uit 1839, etsen op een spiegel, waarvan het oppervlak opnieuw niet is gefixeerd. Na verloop van tijd zal de spiegel gaan wolken en niets meer weerkaatsen. Tot die tijd zie je niet alleen jezelf maar ook Cornelius.
Muñoz’ werk bekoort het meest als hij het materiaal waarmee hij werkt ook tot onderwerp weet te maken. De vorm wordt de inhoud. Maar niets is wat het lijkt, ook bij Muñoz niet. Het filmpje van Re/trato wordt bijvoorbeeld versneld afgespeeld; in werkelijkheid duurt het heel wat langer om zo’n portret met water te schilderen en te laten verdwijnen dan de paar minuten die het nu kost. Toch ook bij Muñoz niet alleen ontmaskering maar ook verhulling. Illusies. Alle kunstenaars zijn tenslotte goochelaars. Misschien is kunst vooral ernstig goochelen.
De vriendin die foto’s maakte met haar ogen, probeerde haar herinneringen te sturen. Maar je kunt van tevoren nooit weten wat achteraf belangrijk blijkt te zijn. De achterkant van een krantenknipsel kan jaren later interessanter zijn dan de voorkant. Alles vastleggen biedt geen oplossing, want om dat alles te bekijken heb je een nieuw leven nodig. In dit leven zal er altijd weer een achterkant zijn. Soms haalt een kunstenaar die naar voren. Muñoz maakte een serie korte filmpjes van foto’s, zoals ze op dressoirs en schoorsteenmantels staan, ingelijst en achter glas. Hij filmde wat doorgaans weggedacht wordt: de reflecties in het glas voor de foto. Een televisie in een rivier, een deur voor een oog, een zoon naast zijn overleden moeder. Ook wat gefixeerd is, blijft zo in beweging.
















1408csmunoz2.jpg

Boven: The Game of Probabilities (2007) van de Colombiaanse kunstenaar Oscar Muñoz
Foto’s uit catalogus Protographies
1408csmunoz4scan.jpg
1408csmunoz.jpg

  1.  
  2.  



Geen opmerkingen: