donderdag 7 maart 2013

Radical outlet for the Xenomaniac in You: The Complete Flyer Collection, 1987-1999 RoXY Club Graphic Design Photography


Ten years after famous RoXY club burnt down, dance is all over Amsterdam 

19 jun. 2009
Ten years ago, the Dutch temple of house music burned down. This weekend, the old crowd from the RoXY and many who were too young at the time will gather at the Paradiso club for a memorial and talk about what has happened to nightlife in Amsterdam since.
Artist Peter Giele was one of the founders of the legendary RoXY club in Amsterdam. When he died of a hemorrhage in the spring of 1999, his June 21 funeral was celebrated with an elaborate parade on the canals of Amsterdam that ended at RoXY.
But sparks from fireworks lit inside the club that night ended up in the climate control system and caused a fire that killed no one, but burned down the club. It marked the end of an era in Amsterdam, that of the rise of house music and xtc.
Ten years on, a two-day memorial party, a four-kilogrammes book and a photo exhibition will mark the sad anniversary of the fire.
Joost van Bellen, one of the resident djs and the artistic director at RoXY, remembers that time well, but he is not one to say that things were better than. All he will concede is that "things were certainly different."
The big bang
When house music first came to Amsterdam in the eighties - from the US via London - the RoXY was the first place to embrace it. Without much success initially, but after 1988 its parties became legendary in the Netherlands and in the whole of Europe.
Gert van Veen, who now runs the Amsterdan club Studio 80, was a pioneer for the genre. He remembers those first days well. "RoXY fitted no more than 500 or 600 people. Together, we discovered house. We felt connected: here was a type of music that nobody understood but us. It was the birth of a genre." He calls it the 'big bang', a very intense experience, no less so because it was strongly connected with the rise of the party drug xtc.
"We haven't had a place like RoXY since. There are so many options these days. Dance music evolved into different sub-styles that all have their own parties at various places."
The music and its parties have also become a business, says Van Bellen. "RoXY was never out to make a profit," he says about the club that went bankrupt several times.
Since the 1999 fire, several clubs have tried to follow in RoXY's footsteps. But in reality, the club was already past its heyday when it burned down.
Partying more than ever
The new club Trouw, which opened in Amsterdam in March, is trying to revive the old RoXY days. Manager Olaf Boswijk says he wants fewer djs per night to give them more time to show people what they've got, and he wants his club to have a strong identity, the way RoXY did.
Boswijk: "It has to be a place where you can go every week and be sure that there is good music and happy people."
Insiders say Trouw and Studio 80 are the closest thing to what RoXY once was in Amsterdam, but the club scene is substantially different these days. The physical location of a party has become far less important. People came from all over to go to RoXY or to iT - a club famous for its gay nights in the 80s and 90s. Now there are parties, festivals and organisations everywhere. And the audience doesn't seem to care if it is dancing in a warehouse or in Paradiso.
"People are partying more than ever," says Van Veen.
And they are also a lot wilder, says Van Bellen. "The audience is frantic. People are crowdsurfing on the dance floor. Last week a security guard had to hang onto the dj-booth not to be sucked into the dancing crowd. I never saw that back in the RoXY days."
10 jaar RoXY-flyers gebundeld
10 jaar RoXY-flyers gebundeld02-06-2009 -

Op 21 juni is het tien jaar geleden: op de dag van de begrafenis van mede-oprichter Peter Giele brandde de wereldberoemde en beruchte Club RoXY af. Om dit feit te memoreren verschijnt van de hand van een van RoXY's eerste ontwerpers JeanPaul Commandeur het boek Radical outlet for the Xenomaniac in You: The Complete Flyer Collection, 1987-1999.

De eerste exemplaren van dit immense boekwerk (bijna ruim 4 kg in 408 pagina's) worden op woensdag 10 juni 2009 in de Club SubTerraneo door de maker aangeboden aan de oprichters Eddy De Clercq, Arjen Schrama en de weduwe van Peter Giele, Inez de Jong. 

Aansluitend zal het aangeboden worden aan de auteurs in het boek, onder wie: Joost van Bellen, Peter van Brummelen, Ronald Hooft, Marten Jongema, Gerald Van Der Kaap, Milou van Rossum, Anna Tilroe, Jan Rot en Joost Zwagerman alsmede aan de belangrijkste fotografen: Hans van Manen (de fotograaf van de openingsflyers in 1987), Erwin Olaf en Cleo Campert. De omlijsting wordt verzorgd door oud-RoXY-coryfeeën: Jet Brandsteder, Zubrowka en de Candygirls.
 
Radical outlet for the Xenomaniac in You: The Complete Flyer Collection, 1987-1999 is een in drie kleuren kunstleer afgewerkt eerbetoon aan de RoXY en een van haar oprichters Peter Giele (1954-1999). Geheel in stijl zijn kosten nog moeite gespaard. Liefhebbers kunnen niet alleen smullen van de bijna 600 chronologisch geplaatste flyers (incl. de elf voorpagina’s van de legendarische RoXY-kranten), maar worden bovendien voor én achterin het boek getrakteerd op unieke geluidsfragmenten (incl. stem van Peter Giele), een mega-uitklapper met het complete (uitdrukbare) RoXY-kwartetspel, Erwin Olaf’s pin-up kalender, en (sappige) verhalen van voor én achter de schermen...

Het monumentale boek is samengesteld en ontworpen door JeanPaul Commandeur (van grafisch ontwerp- en DTP-bureau Ecco Fatto!), een van RoXY’s eerste vormgevers, en bevat teksten van Joost van Bellen, Jet Brandsteder, Peter van Brummelen, Eddy De Clercq, Ronald Hooft, Marten Jongema, Gerald Van Der Kaap, Milou van Rossum, Jan Rot, Anna Tilroe, Zubrowka en Joost Zwagerman naast foto's van Cleo Campert, Erwin Olaf en Rineke Dijkstra.

Dit bijzondere en nu al legendarische naslagwerk kost 200 euro en heeft een beperkte, met de hand genummerde oplage van 1000 stuks. Bij het boek ontvangt de koper een replica van een van de beroemdste RoXY-flyers: het Delftsblauwe tegeltje uit juli 1990 ontworpen door JeanPaul Commandeur.


Monumentaal boek over grootste en meeslepende RoXY

Foto RoxyVerschenen in het Parool, PS Kunst, 3 juni 2009
Deze maand, op 21 juni, is het tien jaar geleden dat de RoXY in vlammen opging. JeanPaul ‘Chap’ Commandeur, maakte een bijzonder boek over de vermaarde club. ‘Het is precies geworden zoals het moest zijn.’
Hoe zou Peter Giele – de medeoprichter van de RoXY – zo’n herdenking hebben aangepakt? Het antwoord laat zich raden: groots en meeslepend, en niet kijkend op een paar centen. Zo gaat het ook gebeuren: het ‘herdenkingspartijtje’ loopt uit op een tweedaags RoXY-feest in Paradiso. Het ‘tentoonstellinkje’ op een samenkomst in Arti et Amicitiae van alle creatieve vrienden van Peter. En het ‘boekje’ dat er ook zou komen?

JeanPaul ‘Chap’ Commandeur – van 1987 tot 1994 RoXY-vormgever – begon met een stuk of wat flyers die hij zelf nog had, maar maakte toen de ‘fout’ te gaan rondzingen dat hij met een boekje bezig was. Voor hij het wist had hij er 600 bij elkaar. Dat zou geen boekje meer worden – nee, het kindje werd een bijbel met het gewicht van een flinke pasgeboren baby, 30 bij 30 centimeter groot, 408 pagina’s dik, met een omslag in drie kleuren kunstleer bedrukt in vier kleuren metallic-folie.

De inhoud compleet met geluidschips waarop onder andere Peter Giele te horen is (overgenomen van de flexidisc-flyer met het maandprogramma van juni 1991), mega-uitklappers met het complete uitdrukbare RoXY-kwartetspel, de kranten en de pinupkalender van Erwin Olaf. Van elke flyer de voorkant, en op de volgende pagina de achterkant; je zou ze zo kunnen uitknippen. Allemaal in chronologische volgorde en elk jaar ingeluid door een tekstuele bijdrage van RoXY-veteranen als Eddy De Clercq, Joost van Bellen, Jet Brandsteder, Zubrowka, Jan Rot en Joost Zwagerman.

En als toegift een van de meest legendarische flyers ooit: het Delftsblauwe tegeltje dat Giele en Commandeur ’s nachts persoonlijk rondbrachten in Chaps Chevrolet. ‘Half dronken en zonder stratenboek gingen we op pad. Het eerste adres: Rotterdam. Shit! Met een megafoon de eerste straat in: “Komt eens naar beneden Claudia Ruigendijk!”, die dan na enig aandringen in haar pyjama naar beneden kwam om haar tegeltje in ontvangst te nemen. Hele buurt wakker. Volgende adres: Eindhoven… verder dan een stuk of tien adressen zijn we niet gekomen.’

Negen maanden van zijn leven wijdde Chap aan het boek. Zijn nachtrust, spaarcenten, en zijn relatie hebben eronder geleden, maar ‘als je zoiets maakt, dan moet het ook goed’. Een kunstenaar durft hij zichzelf niet te noemen, want ‘dat zeg je niet over jezelf’. ‘Beretrots’ wel, want het ging niet van een leien dakje. ‘De uitgever en de sponsor trokken zich terug op het moment dat ik het zo groots wilde gaan aanpakken. Ze zagen er geen brood meer in. Paniek in de tent. En op 30 maart overleed plotseling mijn vader, die het zo graag af had gezien.’

Chap besloot het toen helemaal zelf te doen. Het hele rataplan, van ontwerpen tot uitgeven. Het zou een paar centen kosten, maar het was niet voor niets een eerbetoon aan zijn gabber Peter Giele. ‘Die deed nooit iets om winst te maken. Peter stak al zijn centjes in zijn projecten en niets was hem te gek. Wilde hij een nieuw lichtbakje? Dan moest dat meteen van kogelvrij glas. Een nieuw deurtje werd een kluisdeur. Niet kapot te krijgen wat hij maakte. Alles wat na de brand nog overeind stond, is gebouwd met Gieleplex. Zo noemde de leverancier het 19 millimeter dikke hout waar Peter mee knutselde.’

In memoriam Peter Giele en dedicated to pa Commandeur moest het boek geheel in lijn met Gieles filosofie af komen. Het zou niet in de winkels te koop zijn, zoals oorspronkelijk het plan was. Nee, het zou iets worden wat je moet hebben. Net als RoXY een club was waar je geweest moest zijn. Een oplage van slechts duizend exemplaren. ‘Zo een waarbij mensen aan je kop gaan zeuren om een herdruk.’

Maar hij dacht: welke gek legt er nu 200 euro neer voor een verzameling flyers, alleen omdat Chapperdeflap zegt dat je het een mooi hebbedingetje is? Nu al meer dan driehonderd, en de eigenlijke boekpresentatie moet nog komen. ‘Aan de mail die het hele herdenkingsgebeuren aankondigde, heb ik een flyer toegevoegd met een pakkende tekst over het boek. Die heeft zijn werk gedaan: de volgende dag hing er allerlei pers aan de lijn. Toen wist ik zeker dat ik iets bijzonders aan het maken was.’

Bijzondere dingen maken zit Chap in het bloed. Het hele interieur van zijn huis ontwierp hij zelf, en met zijn vormgevingbureau Ecco Fatto! komen we vrijwel dagelijks in aanraking: van film- en theaterposters tot het magazine van De Bijenkorf. ‘Ecco Fatto betekent: zie zo, ik heb gedaan. Dat staat altijd op de goede plek, achterin in het colofon. Maar in Italië roepen kleine kindjes het ook als ze gepoept hebben: ‘Mama, ecco fatto!’. Leuk toch?’

En dit boek is Ecco Fatto!, maar ook weer niet. Hij maakte het met de hulp van zijn eigen staf en geheel in Ecco Fatto-stijl: retestrak. Maar het was de eerste keer dat hij een project van deze omvang helemaal naar eigen inzicht invulde. ‘Ik ben zo’n dienstverlenende vormgever. Wil de opdrachtgever per se blauw, ook al zeg ik dat groen beter is, dan krijgt hij blauwMaar met die eindeloze pagina’s schoenen en tasjes ben ik een beetje klaar. Tijd voor iets anders. Ik heb de spirit echt te pakken. Laat mij nog meer van die mooie dingen maken!’

Een vormgever in hart en nieren en toch ontstond het boek zonder vooropgezet plan. ‘Ik kwam in eenflow terecht en alles kwam als vanzelf bij elkaar, zo leek het. Maar niets gebeurt toevallig. Daar geloof ik niet in. Hoe ik bij drukkerij KDR kwam bijvoorbeeld. Piet Kwak, ja, die naam mag je best noemen, is zo iemand bij wie het meteen goed voelde. Ik wilde bijvoorbeeld koperfolie op kunstleer drukken. “Dat kan niet”, zei de ene drukker na de ander. Daar kan ik slecht tegen. Als ze het hart van een dooie in het lichaam van iemand anders kunnen stoppen, ga je mij niet vertellen dat je geen koperfolie op kunstleer kan drukken. Maar Piet zei: “Gaan we regelen jongen, we gaan het mooiste boek van het jaar maken”.’

Zijn band met Peter Giele omschrijft hij ook zo. ‘Die klopte gewoon. Vanaf het moment dat ik hem ontmoette, voelde ik die klik. Zijn manier van denken, leven, bouwen. Alles groots en meeslepend. Dat soort mensen blijven bij je. Als ik naar een bloemist ga – ik heb geen verstand van bloemen – en ik zeg: “Ik wil iets groots en meeslepends”, en ze komen met een lullig bosje takken aanzetten dan zoek ik verder. Pompon op de Prinsengracht snapte meteen wat ik bedoelde. Zo iemand blijft dus. Daar heb je wat aan. En dat kan geen toeval zijn.’

En zo hangt het hele flyerboekproces van niet-toevallige toevalligheden aan elkaar. ‘Elke keer als ik vast zat, kwam er vanzelf een oplossing. Zoals die ‘keep the fire burning’-flyer op de laatste pagina – die is nooit uitgekomen, want toen was de boel al afgefikt – ik kon steeds maar niets geschikts vinden om het boek mee af te sluiten, en ineens dook deze flyer op. Zo is het hele boek eigenlijk ontstaan. Perfectie is voor Allah, ik weet het, maar alles klopt aan het boek. Het is precies wat het moest zijn, en ja mevrouw, het is godverdomme nog mooi vormgegeven ook!’

Een prachtig eerbetoon aan Peter Giele en Club RoXY. En wel in die volgorde, want Peter was belangrijker dan RoXY. Maar Peter was RoXY, oftewel Radical Outlet for the Xenomaniac in You, in de geest van Peter vrij vertaald als ‘Vrijplaats Voor Vereerders Van het Vreemde’. Dat was de betekenis die Peter Giele zelf aan de letters van de reeds bestaande naam RoXY gaf. ‘En wat een vondst. RoXY kun je niet beter omschrijven dan met deze paar woordjes.’

Het boek is af, de flyercollectie bijna compleet. Maar The Almost Complete Flyer Collection’ bekt niet lekker, vindt Chap. Bovendien weet niemand hoeveel flyers er ooit gemaakt zijn. ‘Elke keer als ik dacht dat ik ze allemaal had, kwam er weer een obscuur figuurtje met een stoffig zakje met twintig flyers waaronder toch weer enkele nieuwe. Op een gegeven moment was het gewoon klaar.’ Chap kan zijn hart ophalen: ‘Ecco Fatto!’.

Op 11 juni verscheen Radical Outlet for the Xenomaniac in You. 1987-1999. The Complete Flyer Collection. 408 pagina’s. Oplage: 1000 exemplaren, 200 euro per stuk

RoXY beat
De vuren laaien fel
Pulseren in het donker
Een hemel tevens hel
Van diamant geflonker
Haar ogen draaien wit
Ontstegen in extase
Der doorgedrongen hits
En leeggedronken glazen
Zijn handen draaien snel
En sneller dan die handen
Danst zij een durend spel
De beat der offeranden

Peter L.M. Giele: 13 juli 1954 – 16 juni 1999













Geen opmerkingen: