zaterdag 27 maart 2010

Taboe #2 1960 Ed van der Elsken Joan van der Keuken Photojournalism Photography

Louw, Andre Van Der & Zweers, Marijke (Eds.). Twen / Taboe # 02. Amsterdam: Twen, 1960. First Printing. 26.4 x 33.6 Cm.. Magazine. Good. The first "underground" magazine in The Netherlands modelled after the German Twen magazine. It had to change the name from Twen (First issue only) to Taboe as a result of a conflict with the Springer Press that had taken over Twen. Only 4 issued. The magazine is a who is who of now famous Dutch photographers and writers. Cover picture by Eddy Postuma de Boer. Illustrations by Asto, Gub, Frank Lodeizen, Fritz Muller, Oey Tjong Sit, Tomi Ungerer, K. Smit and Wil van der Zwaan. Pictures by e.g. Ed van der Elsken, Eddy de Jongh, Joan van der Keuken, Eddy Postuma de Boer and Kees Pot. Writers: Hans Andreus, Remco Campert, Ed van der Elsken, Willem Frederik Hermans (Pre-publication? from Nooit meer slapen (Never sleep again)), Frits Muller (LSD - with pictures of Frits Muler and Simon Vinkenoog taking a trip), Tom Pauka, Renate Rubinstein, Arne Zuidhoek, Ina Tammes, Friso Endt (Gerry Mulligan) and Simon Vinkenoog (see above). 102 pp., lavishly illustrated in black and white. Language: Dutch. 

2 opmerkingen:

Rob Fransman zei

Dit stukje schreef ik voor eigen blog bij de dood van de jonglerende man op de voorpagina: 24-1-2008 –

Vorige week overleed David Waterman. David was een kleine stille man. Opvallend onopvallend liep hij vaak door de straat in een oude regenjas, altijd met een plastic boodschappentas in de hand. Hij was ruim 15 jaar onze bovenbuurman, we deelden het trappenhuis. Meer deelden we niet, David en ik waren geen vrienden. Integendeel, we lagen elkaar niet zo. In de eerste jaren dat hij boven ons woonde hadden we soms ruzie. Kleine ruzie, over dingen die nauwelijks de moeite waard waren om ruzie over te maken. Soms gaat dat zo tussen buren die een trappenhuis delen. Later verbeterde de verhouding ietwat en groetten we elkaar weer. Een hartelijke relatie is het nooit geworden, in al die jaren ben ik twee keer bij hem binnen geweest om over een lekkage te praten. Soms klopte hij bij ons op de deur om iets te regelen. Verder dan mijn werkkamer kwam hij nooit, een kopje thee of koffie werd beleefd afgeslagen. Zelfde achtergrond, zelfde generatie maar David noemde mij meneer Fransman en ik hem meneer Waterman. David had een prachtige vrouw en een nog mooiere dochter. De dochter ging een jaar of tien geleden op zichzelf wonen, kort daarna verliet ook mevrouw Waterman het huis. Hij sprak er met ons nooit over, maar hij moet erg eenzaam geweest zijn. Voor zover ik weet ontving hij hoogst zelden bezoek. Wel ging hij veel uit, circus en variété waren zijn passie. Vlak voor kerst hadden we ons laatste – zeldzame - gesprekje. Ik vroeg hem wat hij ging doen met de kerstdagen. Hij vertelde dat hij een druk programma had. Hij had kaartjes voor maar liefst veertien verschillende circusvoorstellingen, verspreid over het hele land. De laatste was op oudejaarsavond in Brussel. Hij glunderde bij het vooruitzicht.
Deze zo onopvallende man was ooit een zeer gevierd artiest. Decennia lang vierde hij als Dave Parker triomfen over de hele wereld. Zij crematie gisteren was zijn laatste geheel uitverkochte voorstelling. Het was stampvol in de aula van de Oosterbegraafplaats. Onder de velen die de laatste eer bewezen waren oud-collega’s, schrijvers, schilders en zelfs een voormalige minister van cultuur. Op een groot scherm werd een slideshow van zijn successen vertoond. Ik zag dia’s van Dave Parker met Sammy Davis Jr, met Nelson Mandela, met Barbra Streisand. Dave Parker in Parijs, in Las Vegas, in Montreux. Er werd prachtig en zeer geestig gesproken door kleinkunstenaars die in David’s Parijse jaren zijn beste vrienden waren geweest. David was nog steeds een beroemdheid, begreep ik. Hoe kon het dat die man zich in zijn laatste jaren zo afsloot en zo een geïsoleerd leven leidde? Ik werd er wat weemoedig van. Al die mensen die zijn deugden roemden en niemand die hem ooit bezocht toen hij nog leefde. We waren geen vrienden, absoluut niet. Maar als ik de trap oploop mis ik mijn buurman. Soms is het leven heel vreemd

Rob Fransman zei

Dit stukje schreef ik op 24-1-2008 voor eigen blog bij het overlijden van de jonglerende artiest op de voorpagina van Twen: Vorige week overleed David Waterman. David was een kleine stille man. Opvallend onopvallend liep hij vaak door de straat in een oude regenjas, altijd met een plastic boodschappentas in de hand. Hij was ruim 15 jaar onze bovenbuurman, we deelden het trappenhuis. Meer deelden we niet, David en ik waren geen vrienden. Integendeel, we lagen elkaar niet zo. In de eerste jaren dat hij boven ons woonde hadden we soms ruzie. Kleine ruzie, over dingen die nauwelijks de moeite waard waren om ruzie over te maken. Soms gaat dat zo tussen buren die een trappenhuis delen. Later verbeterde de verhouding ietwat en groetten we elkaar weer. Een hartelijke relatie is het nooit geworden, in al die jaren ben ik twee keer bij hem binnen geweest om over een lekkage te praten. Soms klopte hij bij ons op de deur om iets te regelen. Verder dan mijn werkkamer kwam hij nooit, een kopje thee of koffie werd beleefd afgeslagen. Zelfde achtergrond, zelfde generatie maar David noemde mij meneer Fransman en ik hem meneer Waterman. David had een prachtige vrouw en een nog mooiere dochter. De dochter ging een jaar of tien geleden op zichzelf wonen, kort daarna verliet ook mevrouw Waterman het huis. Hij sprak er met ons nooit over, maar hij moet erg eenzaam geweest zijn. Voor zover ik weet ontving hij hoogst zelden bezoek. Wel ging hij veel uit, circus en variété waren zijn passie. Vlak voor kerst hadden we ons laatste – zeldzame - gesprekje. Ik vroeg hem wat hij ging doen met de kerstdagen. Hij vertelde dat hij een druk programma had. Hij had kaartjes voor maar liefst veertien verschillende circusvoorstellingen, verspreid over het hele land. De laatste was op oudejaarsavond in Brussel. Hij glunderde bij het vooruitzicht.
Deze zo onopvallende man was ooit een zeer gevierd artiest. Decennia lang vierde hij als Dave Parker triomfen over de hele wereld. Zij crematie gisteren was zijn laatste geheel uitverkochte voorstelling. Het was stampvol in de aula van de Oosterbegraafplaats. Onder de velen die de laatste eer bewezen waren oud-collega’s, schrijvers, schilders en zelfs een voormalige minister van cultuur. Op een groot scherm werd een slideshow van zijn successen vertoond. Ik zag dia’s van Dave Parker met Sammy Davis Jr, met Nelson Mandela, met Barbra Streisand. Dave Parker in Parijs, in Las Vegas, in Montreux. Er werd prachtig en zeer geestig gesproken door kleinkunstenaars die in David’s Parijse jaren zijn beste vrienden waren geweest. David was nog steeds een beroemdheid, begreep ik. Hoe kon het dat die man zich in zijn laatste jaren zo afsloot en zo een geïsoleerd leven leidde? Ik werd er wat weemoedig van. Al die mensen die zijn deugden roemden en niemand die hem ooit bezocht toen hij nog leefde. We waren geen vrienden, absoluut niet. Maar als ik de trap oploop mis ik mijn buurman. Soms is het leven heel vreemd