What does it feel like to live without telephone and WiFi connections – to be ‘unwired’? The exhibition Unwired confronts us with our smartphone addiction and appeals to our fundamental need for mental rest.
For Unwired, Jacqueline Hassink roamed the world in search of ‘white spots’, where there is no digital connectivity of any kind. She photographed places like the remote primeval forests on the Japanese island of Yakushima, the Svalbard Islands in the Arctic Ocean and the mountains of Iceland, but also visited a ‘digital detox’ spa in Germany, where clients are artificially shielded from the digital world. Contrasting sharply with these tranquil places, Hassink has taken portraits of people glued to their smart- phones in the metro.
Publication
The exhibition will be accompanied by a photo book, likewise entitled Unwired. Designed by Irma Boom, the volume will be issued by German publishing house Hatje Cantz. It will feature contributions from Jacqueline Hassink, Frits Gierstberg, Bregtje van der Haak, Rinzai Zen master Yudo Harada and others.
Jacqueline Hassink was born in July 1966 in the Netherlands, and currently lives in New York City. Hassink is well known for her global art projects that deal with the world of economic power. Her work represents visual, graphic, and sociological maps of the axes of global economic structures. Her first art project, The Table of Power (1993–95), was followed by projects such as: Car Girls (2002–08), Haute Couture Fitting Rooms, Paris (2003–12), and The Table of Power 2 (2009-11), which was nominated for the 2012 Paris Photo/Aperture Book Award as one the ten best photo books of the year. The Table of Power 2 was also the runner up for the PhotoEspaña Best Photography Book of the Year Award.
Her most recent work, View, Kyoto, was photographed from 2004 to 2014. Hassink has spent 18 months in the city over a period of ten years, creating a series of photographs that explores the undefined border between private and public space in thirty-four of the city’s 1,600 Buddhist temples, in which interior spaces and gardens are carefully arranged so that someone seated in a temple’s meditation space or on a veranda will be presented with a specifically crafted view of nature. “The absence of windows leads the visitor to perceive space in a new way,” the artist has said, “with no border between the private and public realm.”
Hassink’s work has been widely collected and exhibited, including shows at Huis Marseille in Amsterdam; Fotomuseum Winterthur, Winterthur; ICP in New York and the Museum of Photographic Arts in San Diego; Tokyo Metropolitan Museum for Photography, Tokyo; The Photographers’ Gallery and the Victoria and Albert Museum in London and the Guangzhou Museum of Modern Art, Guangzhou. It has also appeared in such publications as The Financial Times, Le Monde, The New York Times, El Pais, Frankfurter Allgemeine, Süddeutsche Zeitung, Reuters, De Standaard, NZZ, Newsweek, Fortune, and Wired. She is the winner of the Rencontres d'Arles 2002 Unlimited Award and the Dutch Doc Award 2013. She was shortlisted for Prix Pictet 2012, one of the most prestigious photography prizes in the world. It is the first prize dedicated to photography and sustainability. In 2013 she was shortlisted for the Henri Cartier Bresson Award and in 2014 she was longlisted for the Deutsche Börse Photography Prize.
De plekken waar je echt niets hebt aan je mobieltje
Fotograaf Jacqueline Hassink reisde naar plekken op aarde waar het digitaal doodstil is. „Ik realiseerde me hoe verslaafd ik was aan mijn mobiele telefoon.”
Rianne van Dijck
19 januari 2018
Onoaida 6Unwired Landscapes30°17’59”N 130°31’49”EOnoaida trail, Yakushima, Japan. Herfst, 2 oktober 2016
Jacqueline Hassink
Moderne paradijzen. Gouden plekken. Zo noemt fotograaf Jacqueline Hassink (51) de plekken op aarde waar geen mobiel bereik is. Waar geen zendmasten staan, geen luchtballonnen, drones of satellieten zweven die toegang bieden tot de digitale wereld, waar we niet kunnen appen, facebooken of Netflix kijken. Ook Nederland heeft er een paar, op de Veluwe, in de Betuwe en langs de grens bij Drenthe en Groningen.
Hassink reisde naar een aantal ‘white spots’ nadat ze eerder, tussen 2004 en 2014, werkte aan een fotoserie over boeddhistische tempels en tuinen in Kyoto, Japan. „Dan kwam ik in een tempel waar de monniken alleen een oude fax en een vaste telefoonlijn hadden. Ze namen vaak niet eens op als er werd gebeld, want dan waren ze met andere dingen bezig. Heel bevrijdend.”
Na een bezoek aan het Japanse eiland Yakushima, waar in het hart van de oerbossen helemaal geen bereik is, ervoer ze voor het eerst sinds lange tijd weer hoe het voelt om niet verbonden te zijn: „Ik realiseerde me hoe verslaafd ik was aan mijn mobiele telefoon. Het was heel verwarrend om daar te zijn, maar ik voelde ook dat ik weer ruimte in mijn hoofd kreeg. Ik denk dat mensen die ruimte soms nodig hebben om goed te kunnen functioneren. Zeker voor je creativiteit heb je soms behoefte aan die stilte, dat niets.”
Uit de mallemolen
Jacqueline Hassink werd internationaal bekend met haar fotoprojecten over economische macht, zoals The Table of Power, Arab Domains en Car Girls. Zo’n zes maanden per jaar is ze op reis; ze woont in New York maar verblijft ook regelmatig in Amsterdam en Kyoto. Haar mobiele telefoon en internet heeft ze hard nodig om te communiceren met al die contacten over de hele wereld. „Ik voelde de laatste jaren steeds meer druk. Ik leed aan slapeloosheid, aan stress, vond het steeds moeilijker om te ontspannen. En dat had, behalve de gewone werkdrukte, zeker ook te maken met het altijd maar bereikbaar zijn.”
Unwired, de expositie die vanaf zaterdag te zien is in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, is het resultaat van haar zoektocht naar een exit uit deze mallemolen. Ze fotografeerde onder andere plekken op aarde zonder digitaal bereik, zoals die in kaart werden gebracht in het multimediale project White Spots. Ze reisde ervoor naar eeuwenoude oerbossen in Japan, de Noorse eilandengroep Spitsbergen, het onherbergzame landschap van IJsland en het mysterieuze, schier ondoordringbare bamboestruikgewas in het Mount Kenya National Park in Kenia.
Hassink fotografeerde ook de kamers in Villa Stéphanie, een luxe spahotel in het Duitse Baden-Baden, dat gasten een digitale detox biedt. De vijftien kamers hebben koperen platen in de muren die alle wifi, telefoonnetwerken en zelfs elektriciteit blokkeren. Voor wie wil, biedt het hotel begeleiding in het „aangaan van een gezonde relatie met je mobiele telefoon” en een exemplaar van The Digital Diet, een zelfhulpboek om in vier stappen je digitale verslaving te doorbreken en je leven weer in balans te brengen.
Wat opvalt is dat het kleven aan je mobieltje van New York tot aan Shanghai dezelfde mimiek genereert. De ruimte tussen de telefoon en de ogen wordt als het ware een cocon, een persoonlijke ballon die weliswaar onzichtbaar is, maar daarom niet minder ondoordringbaar. Volgens Hassink heeft de komst van de smartphone ervoor gezorgd dat we onze meest intieme emoties in de openbaarheid hebben gebracht. Het lezen van een brief – denk aan het schilderij van Vermeer – hoorde thuis in de beslotenheid van het privévertrek. Nu pingen en appen en snapchatten we persoonlijke boodschappen die iedereen mee kan lezen.
Maar zo voelt het niet. In de trein in Parijs staan reizigers als sardientjes in een blikje op elkaar. Iedere keer dat de trein remt voor een station, golft de meute synchroon naar voren, en weer naar achteren. Maar het is doodstil. Iedereen luistert naar of kijkt op zijn mobiel, om daarmee een restje privacy af te dwingen van de personen die hij noodgedwongen tegen zich aan voelt.
Langisjór 2, Unwired Landscapes63°58’11”N 18°41’6”WRoad F235, Vatnajökulsþjóðgarður, Iceland. Zomer, 17 augustus 2015.
Foto Jacqueline Hassink
„Net als veel mensen vind ik het moeilijk die balans te vinden”, zegt Hassink in een telefonisch gesprek. „De mobiele telefoon is voor veel mensen een verlengde van hun arm geworden, maar ook van hun geest. Je gaat gelijk op zoek naar informatie als je even iets niet weet. Als je je verveelt kijk je een serie op Netflix. Zit je even een minuut op iemand te wachten, dan haal je meteen je smartphone uit je zak.”
Elkaar in de ogen kijken
Naast de landschappen toont ze portretten van mensen die in metro’s in onder andere Moskou, New York en Seoul op hun telefoons zitten te staren. „In deze serie iPortrait zie je hoe iedereen alleen maar gefocust is op dat apparaatje, niemand praat met elkaar of is zich zelfs maar bewust van de aanwezigheid van de ander. Of van zichzelf. Mensen zijn niet hier maar daar: fysiek zijn ze op deze ene plek, hun geest zweeft ergens anders.”
Hassink maakt zich zorgen over dat gebrek aan menselijk contact: „Een goed gesprek voeren, uren de tijd nemen om te praten over en te luisteren naar elkaars ideeën en gevoelens; het lijkt steeds moeilijker te worden. Terwijl er niets zo mooi en belangrijk is als echt contact tussen mensen, waarbij je samen in een ruimte bent en elkaar in de ogen kunt kijken.
„Ik had laatst een etentje met zeven mensen in Beijing, vooral dertigers. Als ze het gesprek niet meer interessant vonden, pakten ze gewoon hun telefoon. Op een gegeven moment zaten vier van de zeven met die telefoon in hun hand. Ongelooflijk.”
Wat doet Hassink zelf in haar zoektocht naar een uitgang uit de digitale wereld? „Ik sport veel, dat helpt. En ik probeer er bewuster mee om te gaan. Eén dag in de maand zet ik alles uit. Lastig. Voortdurend popt er een vraag in mijn hoofd op en dan wil ik het antwoord gelijk weten. Maar dat gevoel zakt weg. Dan merk ik hoeveel tijd ik ineens overhoud.”
Jacqueline Hassink: Unwired. 20 januari t/m 6 mei in het Nederlands Fotomuseum Rotterdam. Bij de expositie verschijnt een gelijknamig fotoboek, vormgegeven door Irma Boom. Uitgeverij Hatje Cantz, 58 euro. Info over het White Spots-project: white-spots.net
Fotograaf Jacqueline Hassink legt digitale stilteplekken én metropolen vast
Onze mobiel heeft een enorme zuigkracht. Fotograaf Jacqueline Hassink legde vast hoe onze intiemste communicatie oprukt in het publieke domein, en ging op zoek naar de schaarse digitale stilteplekken op de wereld.
‘Onoaida 3’, op het Japanse eiland Yakushima (oktober 2016);
‘Tokyo 30’, gemaakt op 24 maart 2014.
Shanghai 41’, 2 december 2016.
Wat is het ergste wat je kan overkomen als je een paar dagen op een plek bent zonder bereik? Dat je Wordfeud-spellen allemaal verlopen en je rating 200 punten keldert. Dat, én de verontruste appjes van vrienden en familie na afloop, wat er toch in godsnaam aan de hand was, want je stond er toch zo goed voor?
Ons mobieltje is onze verbinding met de wereld, de levenslijn waarmee we het wel en wee van dierbaren in de gaten houden, onze nieuwsgierigheid bevredigen en waarmee we voortdurend bevestiging zoeken, én krijgen, van de zin van ons bestaan. Als die onzichtbare draden ineens worden doorgeknipt, bijvoorbeeld omdat je op een schip door Vuurland vaart, dan blijkt dat je heel goed zonder kunt. Het is paradoxaal: zonder bereik is je wereld niet kleiner, maar juist groter geworden. Je kijkt namelijk beter om je heen.
Fotograaf Jacqueline Hassink ervoer die bevrijding in 2012 toen ze aan het werk was in het hart van het Japanse eiland Yakushima, een heilige plek met eeuwenoude, bemoste bomen. ‘Het was een geweldig gevoel zo ver verwijderd te zijn van de beschaving, geen telefoon, geen internet. Alleen de natuur en ik. Ik kwam tot rust en begon om me heen te kijken’, schreef ze in haar dagboek. Ze besefte hoe verknoopt ze was geraakt met haar mobiel, en hoe die afhankelijkheid haar belette de innerlijke stilte te bereiken die ze eerder had ervaren in boeddhistische kloosters in Kioto.
Vanaf dat moment begon ze te denken over een wereldkaart met daarop alle ‘witte vlekken’, toevluchtsoorden zonder wifi en zonder telefoon. Het leken haar ineens luxeoorden, van grote geestelijke waarde voor de hedendaagse, gestreste burger. Tot haar verrassing bestond zo’n kaart er nog niet. Samen met ontwerper Richard Vijgen en documentairemaker Bregtje van der Haak besloot ze de kaart, met bijbehorende app, dan maar zelf te ontwikkelen.
Terwijl ze begon met de voorbereiding van de reizen naar afgelegen oorden realiseerde ze zich dat de portretten van mensen in de metro die verdiept zijn in hun smartphone, een serie waar ze al sinds 2010 aan werkte, alles te maken had met dit nieuwe project. Het zijn twee kanten van dezelfde munt, yin en yang. Alomtegenwoordige bereikbaarheid en onbereikbare afwezigheid.
En zo werden ‘iPortrait’ en ‘Unwired Landscapes’ ineengeschoven, of beter gezegd: naast elkaar gezet. Want de werkwijze van beide series kan niet verder uit elkaar liggen. Waar Hassink de van God en wifi verlaten landschappen, waarvoor ze soms drie weken moest reizen om er te komen, met hulp van een statief vastlegde op analoge film, betrapte ze de metroreizigers steevast via net zo’n smartphone als die ze zelf vasthouden. ‘Als je het geluid van je iPhone uitzet, heeft niemand in de gaten dat je aan het fotograferen bent.
‘Langisjor 2’, 17 augustus 2015 op IJsland.
Wat opvalt is dat het kleven aan je mobieltje van New York tot aan Shanghai dezelfde mimiek genereert. De ruimte tussen de telefoon en de ogen wordt als het ware een cocon, een persoonlijke ballon die weliswaar onzichtbaar is, maar daarom niet minder ondoordringbaar. Volgens Hassink heeft de komst van de smartphone ervoor gezorgd dat we onze meest intieme emoties in de openbaarheid hebben gebracht. Het lezen van een brief – denk aan het schilderij van Vermeer – hoorde thuis in de beslotenheid van het privévertrek. Nu pingen en appen en snapchatten we persoonlijke boodschappen die iedereen mee kan lezen.
Maar zo voelt het niet. In de trein in Parijs staan reizigers als sardientjes in een blikje op elkaar. Iedere keer dat de trein remt voor een station, golft de meute synchroon naar voren, en weer naar achteren. Maar het is doodstil. Iedereen luistert naar of kijkt op zijn mobiel, om daarmee een restje privacy af te dwingen van de personen die hij noodgedwongen tegen zich aan voelt.
Expo en boek
Jacqueline Hassink: Unwired, 20 jan t/m 6 mei, Nederlands Fotomuseum, Rotterdam.
Bij de expositie verschijnt, bij uitgeverij Hatje Cantz, een fotoboek in samenwerking met grafisch kunstenaar Irma Boom, ca. € 58.
Onze mobiel heeft een enorme zuigkracht. Fotograaf Jacqueline Hassink legde vast hoe onze intiemste communicatie oprukt in het publieke domein, en ging op zoek naar de schaarse digitale stilteplekken op de wereld.
‘Onoaida 3’, op het Japanse eiland Yakushima (oktober 2016);
‘Tokyo 30’, gemaakt op 24 maart 2014.
Shanghai 41’, 2 december 2016.
Wat is het ergste wat je kan overkomen als je een paar dagen op een plek bent zonder bereik? Dat je Wordfeud-spellen allemaal verlopen en je rating 200 punten keldert. Dat, én de verontruste appjes van vrienden en familie na afloop, wat er toch in godsnaam aan de hand was, want je stond er toch zo goed voor?
Ons mobieltje is onze verbinding met de wereld, de levenslijn waarmee we het wel en wee van dierbaren in de gaten houden, onze nieuwsgierigheid bevredigen en waarmee we voortdurend bevestiging zoeken, én krijgen, van de zin van ons bestaan. Als die onzichtbare draden ineens worden doorgeknipt, bijvoorbeeld omdat je op een schip door Vuurland vaart, dan blijkt dat je heel goed zonder kunt. Het is paradoxaal: zonder bereik is je wereld niet kleiner, maar juist groter geworden. Je kijkt namelijk beter om je heen.
Fotograaf Jacqueline Hassink ervoer die bevrijding in 2012 toen ze aan het werk was in het hart van het Japanse eiland Yakushima, een heilige plek met eeuwenoude, bemoste bomen. ‘Het was een geweldig gevoel zo ver verwijderd te zijn van de beschaving, geen telefoon, geen internet. Alleen de natuur en ik. Ik kwam tot rust en begon om me heen te kijken’, schreef ze in haar dagboek. Ze besefte hoe verknoopt ze was geraakt met haar mobiel, en hoe die afhankelijkheid haar belette de innerlijke stilte te bereiken die ze eerder had ervaren in boeddhistische kloosters in Kioto.
Vanaf dat moment begon ze te denken over een wereldkaart met daarop alle ‘witte vlekken’, toevluchtsoorden zonder wifi en zonder telefoon. Het leken haar ineens luxeoorden, van grote geestelijke waarde voor de hedendaagse, gestreste burger. Tot haar verrassing bestond zo’n kaart er nog niet. Samen met ontwerper Richard Vijgen en documentairemaker Bregtje van der Haak besloot ze de kaart, met bijbehorende app, dan maar zelf te ontwikkelen.
Terwijl ze begon met de voorbereiding van de reizen naar afgelegen oorden realiseerde ze zich dat de portretten van mensen in de metro die verdiept zijn in hun smartphone, een serie waar ze al sinds 2010 aan werkte, alles te maken had met dit nieuwe project. Het zijn twee kanten van dezelfde munt, yin en yang. Alomtegenwoordige bereikbaarheid en onbereikbare afwezigheid.
En zo werden ‘iPortrait’ en ‘Unwired Landscapes’ ineengeschoven, of beter gezegd: naast elkaar gezet. Want de werkwijze van beide series kan niet verder uit elkaar liggen. Waar Hassink de van God en wifi verlaten landschappen, waarvoor ze soms drie weken moest reizen om er te komen, met hulp van een statief vastlegde op analoge film, betrapte ze de metroreizigers steevast via net zo’n smartphone als die ze zelf vasthouden. ‘Als je het geluid van je iPhone uitzet, heeft niemand in de gaten dat je aan het fotograferen bent.
‘Langisjor 2’, 17 augustus 2015 op IJsland.
Wat opvalt is dat het kleven aan je mobieltje van New York tot aan Shanghai dezelfde mimiek genereert. De ruimte tussen de telefoon en de ogen wordt als het ware een cocon, een persoonlijke ballon die weliswaar onzichtbaar is, maar daarom niet minder ondoordringbaar. Volgens Hassink heeft de komst van de smartphone ervoor gezorgd dat we onze meest intieme emoties in de openbaarheid hebben gebracht. Het lezen van een brief – denk aan het schilderij van Vermeer – hoorde thuis in de beslotenheid van het privévertrek. Nu pingen en appen en snapchatten we persoonlijke boodschappen die iedereen mee kan lezen.
Maar zo voelt het niet. In de trein in Parijs staan reizigers als sardientjes in een blikje op elkaar. Iedere keer dat de trein remt voor een station, golft de meute synchroon naar voren, en weer naar achteren. Maar het is doodstil. Iedereen luistert naar of kijkt op zijn mobiel, om daarmee een restje privacy af te dwingen van de personen die hij noodgedwongen tegen zich aan voelt.
Expo en boek
Jacqueline Hassink: Unwired, 20 jan t/m 6 mei, Nederlands Fotomuseum, Rotterdam.
Bij de expositie verschijnt, bij uitgeverij Hatje Cantz, een fotoboek in samenwerking met grafisch kunstenaar Irma Boom, ca. € 58.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten