For over thirty years, the New York Times Magazine has presented the myriad possibilities and applications of photography. The New York Times Magazine Photographs is an exhibition that reflects upon and interrogates the very nature of both photography and print magazines at this pivotal moment in their history and evolution.
The exhibition is cocurated by Kathy Ryan, longtime Photo Editor of the Magazine, and Lesley A. Martin, Publisher of Aperture Books. The Aperture-produced exhibition is comprised of eleven individual modules, each of which focuses on a notable project or series of projects that have been presented in the pages of the Magazine. The featured projects mirror the Magazine's eclecticism, presenting seminal examples of reportage, portraiture, as well as fine art photography. Using visual materials drawn from different stages of the commissioning process-shot lists, work prints and contact sheets, videos, tear sheets, and framed prints-the Magazine's collaborative methodology is revealed from initial idea to the published page, and, in some cases, continues beyond magazine publication, when an exploration that began as an assignment has become a part of a photographer's ongoing work. In sum, these layers reveal the Magazine's unique position as a venue for visual storytelling and a unique forum for the cross-pollination of photographic genres.
The exhibition includes 300 objects by 37 photographers, amongst which:
Lilian Bassman, Chuck Close, Philip Lorca diCorcia, Gregory Crewdson, Thomas Demand, Rineke Dijkstra, Mitch Epstein, Lee Friedlander, Nan Goldin, Jeff Koons, Inez van Lamsweerde and Vinoodh Matadin, Annie Leibovitz, Ryan McGinley, Hellen van Meene, Jeff Mermelstein, Simon Norfolk, Paolo Pellegrin, Gilles Peress, Sebastiao Salgado, Andres Serrano and Malick Sidibe.
KATHY RYAN (editor) is the award-winning Director of Phtography of the New York Times Magazine. She has worked with the publication for more than twenty-five years; in that time, the Magazine has been recognized with numerous photography awards. Ryan received the 1997 Picture Editor of the Year Award at the Visa pour l'Image photojournalism festival in Perpignan, France; a Lucie Award for Picture Editor of the Year in 2003; and a lifetime achievement award from the Griffin Museum of Photography, Winchester, Massachusetts. In 2008 she was a cocurator of the inaugural New York Photo Festival, and in the following year she organized the exhibitions Prune: Abstracting Reality for FOAM Museum in Amsterdam and Dutch Seen for the Museum of the City of New York and FOAM. Ryan lectures widely and serves as a mentor and thesis advisor at New York's School of Visual Arts. A pioneer in combining fine-art photography and photojournalism in the pages of the Magazine, she has also recently commissioned a series of videos for the New York Times website.
LESLEY A. MARTIN (co-curator) is Publisher of the Aperture Foundation's book program. Her writing on photography has been published in Lay Flat and Aperture, among other publications, and she has edited over seventy photography books, including Reflex: A Vik Muniz Primer; Richard Misrach: On the Beach; Paris • New York • Shanghai by Hans Eijkelboom; Takashi Homma: Tokyo; Paul Strand in Mexico; and Penelope Umbrico (photographs). She was also the contributing editor to Japanese Photobooks of the 1960s and '70s, winner of the 2010 Historical Book Award at the Recontres d'Arles. In 2008, she was named one of the fifteen most influential people in photo-book publishing by PDN and was one of the inaugural curators for the New York Photo Festival. In 2010, under Martin's leadership, Aperture Foundation received recognition as Publisher of the Year by Photo España, Madrid.
The New York Times Magazine Photographs is organized by Aperture Foundation, New York. The exhibition is cocurated by Kathy Ryand and Lesley A. Martin.
Maya take to the streets © Ryan McGinley
Optimisme is de golfslag van het Amerikaanse leven
Marc Chavannes
artikel
| Dinsdag 20-03-2012 | Sectie:
Overig | Pagina:
NH_NL03_001 | Marc Chavannes
Zoals Fransen hun wortels hebben op het land, ook al wonen de meesten in de stad, zo rijdt iedere Amerikaan in gedachten met z'n pick-up truckje de heuvels in, de horizon tegemoet, bedacht op overstekend wild.
Het verschil tussen rechts en links bij Amerikanen zit 'm niet in het voertuig, maar in de vraag of er een geweer in ligt. Conservatieven zweren bij het 'recht wapens te dragen' uit het Tweede Amendement op de Grondwet. 'Liberals' vinden dat een te letterlijke uitleg van de oertekst.
De gehechtheid aan de Grondwet en twee balspelen houden Amerikanen bij elkaar. Verder drinken conservatieven en niet-conservatieven niet dezelfde koffie, wonen zij in verschillende wijken, luisteren en kijken zij naar verschillende zenders en zij hebben een volstrekt andere president die toevallig dezelfde naam draagt.
Speels Amerika woont in New York, Washington DC, Boston, Seattle, San Francisco. Maar ook in Boulder (Colorado), Berkeley (California) en Missoula (Montana) wonen mensen die niets begrijpen van Rick Santorum en niets willen weten van Mitt Romney.
De steden met de grootste banengroei vorig jaar waren Austin (Texas) en San José (California) - waar high tech en high finance bloeien, met alle broodjes-, advocaten- en coffee shops van dien. Optimisme is de golfslag van het Amerikaanse leven. Daarin verschillen de twee Amerika's niet van elkaar.
De grootste vrijheid die het land biedt, is het recht geen kennis van elkaar te nemen - een recht dat in Nederland bijna niet meer bestaat, zoals het hier bijna nergens meer echt donker wordt. In de Verenigde Staten heb ik nog hele sterrehemels gezien.
Ondanks alle kwettermedia en langs elkaar kakelende oude zenders kun je van Manhattan tot Missouri, van Los Angeles tot New England tot op grote hoogte je gang gaan. Een leerlingvolgsysteem? Scheefwonen? Kind-gebonden budget? Reken er niet op. Dat vindt ook niet-conservatief Amerika erg ver gaan.
Die tomeloze vrijheid om hoog te vliegen, te springen en failliet te gaan - daar zou rechts Europa haast links van worden. Alleen leven en dood, dat is menens en moeilijk, daar is vrijheid een probleem.
Info: Op pagina 2/3: De Amerikaanse schoon-vader van Menno de Galan: vijftig jaar bij de baas, vijftig jaar getrouwd en trouw katholiek.
Foto-onderschrift: Rapper Maya Arulpragasam schommelt op het dak van het Ohm Building in New York, een foto van Ryan McGinley voor New York Times Magazine. Het is een van de foto's die is te zien in fotomuseum FOAM in Amsterdam. Komende vrijdag, 22 maart, opent hier een tentoonstelling met fotografie die de afgelopen jaren in het magazine van The New York Times is verschenen. Zie ook: www.foam.org.
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.
Actress Gabourey Sidibe: Precious. From the Secret Lives of Girls,” Published February 21, 2010 © Hellen van Meene / Courtesy Yancey Richardson Gallery, New York
42nd Street at Five p.m., April 4, 1997. © Philip-Lorca diCorcia, courtesy the artist and David Zwirner Gallery, New York
42nd Street and Eighth Avenue, March 23, 1997 © Lars Turnbjork
Fire fighter from the Safety Boss team knocked unconscious by a blast of gas from the wellhead, Greater Burhan, Kuwait, 1991 © Sebastião Salgado / Amazonas Images
One section of a particle detector in the Large Hadron Collider, the world’s largest and highest-energy particle accelerator, 2006 © Simon Norfolk/Institute
Model James King backstage at a Karl Lagerfeld show. From “At 16, A Model’s Life,” published February 4, 1996 © Nan Goldin
April 4, 1997: Outside the New Victory Theater on 42nd Street, 1:09 p.m. © Mary Ellen Mark
The Looks They Get, published September 23, 2001 © Andres Serrano, Courtesy the artist and Yvon Lambert Gallery, New York and Paris
Untitled. From “Dreamhouse”, published November 10, 2002 © Gregory Crewdson, courtesy Gagosian Gallery
New York Times toont oorlog en kunst
Beeld staat gelijk aan tekst in The New York Times Magazine, de zondagse bijlage van The New York Times met een oplage van 1,6 miljoen exemplaren. Fotografiemuseum Foam in Amsterdam toont in een zorgvuldig samengestelde tentoonstelling hoe elf gepubliceerde projecten tot stand zijn gekomen. Kenmerkend voor de fotografie in het magazine is de diversiteit: er zijn reportages uit Afghanistan, Darfur en Somalië, maar ook overgestileerde modefoto's en portretten van beroemdheden. Naast de foto's van 37 fotografen hangen contactafdrukken, aantekeningen, soms een e-mailcorrespondentie.
Foto boven:Sebastião Salgado, foto uit de serie 'The Kuwaiti Inferno', 1991. De Braziliaanse fotograaf Salgado was in 1991 in Koeweit. De Eerste Golfoorlog was voorbij, maar de oliebranden woedden nog. Salgado trok dagenlang op met een groep van gespecialiseerde Canadese brandweermannen, die niet branden blusten maar vooral probeerden de bronnen te dichten. Als een vonk van hun gereedschap was afgekomen, was de hele omgeving in brand gezet. Op de foto valt een man bewusteloos neer nadat hij te dichtbij de bron kwam en te veel gas inademde. Salgado vergelijkt de beelden met foto's uit de Eerste Wereldoorlog.Foto onder:Gregory Crewdson, foto uit de serie 'Dream House', 2002.De Amerikaanse fotograaf Crewdson zorgt met geconstrueerde decors en digitale nabewerking voor een kunstmatige entourage, die doet denken aan een filmscène en vragen oproept over het verhaal achter het beeld. Voor Dream House poseerden acteurs als Julianne Moore (foto), Philip Seymour Hoffman en Gwyneth Paltrow in een leegstaand huis in een buitenwijk.
Info: Tentoonstelling: The New York Times Magazine PhotographsFoam, Keizersgracht 609, Amsterdam. Tot 30 mei. www.foam.org
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.