woensdag 26 oktober 2011

Jörg Colberg presenting the Picture Cook Book Irving Penn Photography


Including works by a wide range of twentieth and twenty-first century artists, Food for Thought: A Group Exhibition surveys a range of photographs that are testament to our insatiable appetite for feasting and photography. The exhibition will include images with food as a common thread ranging from classical still lives to commercial commissions advertising their wares to surreal assemblages. What unites these very disparate registers of photographic production is the camera's seductive power to enliven the objects before it's lens, or conversely, for the objects to appeal themselves to the camera's powers. Amidst well-known masters of the genre such as Irving Penn and Paul Outerbridge, photographers such as Ansel Adams best known for their achievements in other areas line up alongside contemporary artists prepared to push photographs of food to new levels. The comprehensive effect is a feast for the eyes.

Potentially rich in symbolism and offering infinite possibilities of variation for the artist to showcase their skills in design and lighting, imagery of food offers a deep field of possible interpretations. Drawing from the rich history of classical compositions associated with Renaissance Dutch still life painters, photographers such as Julie Blackmon and Paulette Tavormina draw inspiration from this tradition, but in quite different ways. By contrast, with uncanny and often surreal strategies seemingly drawn from Man Ray or Salvador Dalí, Michiko Kon uses food to construct imagery of other classical forms such as musical instruments and clothing. Leslie Gill and Irving Penn both working with Alexey Brodovitch at Harper's Bazaar used the genre to create avant-garde still life imagery. More recently, Jeff Brouws has found inspiration on the flip-side of the advertising process, taking delight in cropping bits of vernacular signage fortrompe-l'oeil effects.

Photographic imagery of food is tied to one of our most basic desires: the need for and pleasure of sustenance. No wonder then that it draws on a rich art historical tradition. The visual arts have always been concerned with serving up images of visual delectation. Amidst the unparalleled potential for realism offered by photography — with stunningly clarity, sumptuous colors--such images induce an almost synaesthetic experience: not merely appealing themselves to the eye, they seem to compel tactile and gustatory sensation as well. Such potentially transformative images prove irresistible. With additional works by established masters such as Harry Callahan, Robert Doisneau, William Eggleston and Josef Sudek and contemporary artists such as Holly Andres, Gail Albert Halaban and Kevin Kay to name a few, the exhibition showcases a wide range of variations tied to a classical theme. 





I don't know how many people will actually look at this. But those who with a bit of curiosity will be in for a visual treat: Picture Cook Book (1958) ...










maandag 24 oktober 2011

Forget Time & Place Illustrations hors texte Tristes Tropiques Claude Lévi-Strauss Laurence Aëgerter Photography



TRISTES TROPIQUES :
ILLUSTRATIONS HORS TEXTE
An artistbook consisting of a  facsimile consisting of the photographic supplement of the book Tristes Tropiques (1955) by the French cultural anthropologist Claude Lévi-Strauss. This supplement, Illustrations hors texte, counts a numbered index with descriptions and 63 black and white photos.
All sixty-three original illustrations in the book were meticulously remade with a group of Beeterzwaag residents who reenacted Lévi-Strauss’ photographs in their own surroundings. Aëgerter and Van Tienhoven recreated the french anthropologist’s intimate and revealing photographs of Indian tribes in Brazil.  By means of this form of ‘counter exploration’ through space and time the artists emphasize the continuity of human expression and cultural exchange.

This book is printed in 1000 copies numbered.
Released : September, 30th 2011
Collection : Hors Collection
French
ISBN 13 : 978-2-35046-224-0
Format : 150 x 210
144 pages
Paperback with flaps
63 photos blanck and white


Vergeet tijd en plaats en zoek dan de verschillen

Raymond van den Boogaard
Interview Interview | Maandag 24-10-2011 | Sectie: Overig | Pagina: 12 | Raymond van den Boogaard

Laurence Aëgerter en Ronald van Tienhoven portretteerden Friese dorpsbewoners precies als Amazone-indianen op foto's uit de jaren 30. Niets is perfect, hoe mooi het er ook uitziet.

Van Indianen in het Amazone-gebied anno 1936 naar de inwoners van het Friese Beetsterzwaag anno 2010, het is maar een stap. Tenminste, dat lijkt zo bij het verrassende fotoproject van de Frans-Nederlandse kunstenares Laurence Aëgerter en fotograaf Ronald van Tienhoven, dat volgende maand in Parijs wordt gepresenteerd op de manifestatie Paris Photo. Maar vergis je niet, de zuiverheid bestaat niet, zegt Aëgerter.
Aëgerter en Van Tienhoven produceerden twee parallelle fotoreeksen. Links de foto's die de befaamde Frans antropoloog Claude Lévi-Strauss in 1955 als beeldbijlage opnam in de eerste druk van zijn boek Tristes tropiques. Het zijn zwart-witfoto's van leden van nog niet door de buitenwereld aangeraakte indianenstammen in het Amazone-gebied, meestal naakt, in 1936 door Levi-Strauss zelf gemaakt. Aëgerter en Van Tienhoven hebben de fotoreeks getrouw gekopieerd, maar nu met inwoners van Beetsterzwaag, ook veelal naakt.
Zeker, de omringende natuur is anders: de drukkend warme oerwouden van Amazonië versus de frisse bossen even bezuiden Drachten. Verder is er verrassend weinig verschil: gewoon mensen, mannen, vrouwen, kinderen.
Het werk van Aëgerter (38) berust veelal op de spanning tussen heden en verleden. Hermitage, the modernists, vorig jaar in de Hermitage in Amsterdam, behelsde foto's van mensen die zich voor hoogtepunten uit de kunstgeschiedenis ophouden. Je zou willen dat ze er niet zijn, zodat je het schilderij goed kon zien. Maar er is geen blik die niet mede door de contemporaine context wordt bepaald, leek het project te zeggen.
Eveneens vorig jaar zette Aëgerter het doorgaans rustige Amsterdamse Museum van Loon op stelten met een reeks projecten rondom de in 1981 overleden Antoinette de Bach-van Loon, die als laatste van de Van Loons dit grachtenhuis nog af en toe bewoonde, terwijl het al museum was. Aëgerter liet overal verwijzingen naar haar bestaan en omdat de oude dame aan spiritistische séances deed, legde Aëgerter op video séances vast waarop geprobeerd wordt met deze Antoinette in contact te komen.
Het zou voor de hand liggen om bij de twee fotoseries te denken: de mens verandert niet. De nobele wilden in het Amazone-gebied in de jaren dertig en de Friezen van nu zijn allemaal mensen. Maar die idyllische conclusie doet geen recht aan de originaliteit van Tristes tropiques, dat niet voor niets zo'n geruchtmakend boek is geworden. Grondleggers van de moderne culturele antropologie in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, zoals Margaret Mead, plachten naar zogeheten primitieve volkeren te kijken als prototypen van hoe de mens écht is - in de traditie van de 'nobele wilden' in de achttiende eeuw. Aan het gedrag van mensen in de binnenlanden van Nieuw-Guinea zou je volgens Mead kunnen zien hoe de mens zich gedraagt wanneer hij niet is aangetast door cultuur, politiek of kapitalisme, in seksueel opzicht bijvoorbeeld.
Lévi-Strauss brak in Tristes tropiques met deze idealistische kijk. Zijn boek is een reisverslag waarin hij voortdurend poogt zich rekenschap te geven van zijn eigen achtergrond en verwachtingen ten aanzien van de mensen die hij bestudeert. De titel van het boek geeft de grondtoon van zijn bevindingen weer: de Amazone-Indianen leven anders dan wij, maar niet échter: er bestaat geen 'pure' mens. Ook zij zijn ten prooi aan allerlei passies, waaronder bijzonder schadelijke en gewelddadige. Achterdocht is geboden, ook in Beetsterzwaag. Niets is perfect, hoe mooi het er ook uitziet, zegt Aëgerter.
Aanvankelijk vreesde zij dat het heel lastig zou zijn voldoende Friezen te vinden die voor haar uit de kleren wilden. Op een dag suggereerde ze dat we maar onze toevlucht moesten nemen tot de meisjes van het naburige bordeel naast de snelweg, zegt fotograaf Ronald van Tienhoven. De in 2000 overleden kunstenaar en galeriehouder Sybren Hellinga, die Kunsthuis Syb had opgericht, was in de gemeenschap van Beetsterzwaag een geziene figuur en zijn Kunsthuis een geacht instituut. Nadat lokaal enige ruchtbaarheid aan het project was gegeven, stroomden vrijwilligers alsnog toe - zowel lokale bewoners als 'import' die in de omgeving een huisje heeft.
Ik vond het interessant, zegt deelnemer Jan, werkzaam op een boerderij aan de kant van Drachten. Dat je er voor uit de kleren moest, kon hem niet zoveel schelen. Het zijn mooie foto's.
Ik vermoed dat het moeilijker zou zijn voor een project als dit modellen te vinden in een grote stad, denkt Aëgerter. Door het nog bestaande gemeenschapsgevoel in Beetsterzwaag is dit project gelukt. Mensen die ik voorheen niet kende, wilden opeens allemaal dat het project zou slagen. Ze zijn daar nog solidair met elkaar. Toch nog een beetje idylle.
Raymond van den Boogaard
Volgens Lévi-Strauss leven de indianen leven anders, maar niet échter: er is geen 'pure' mens.
Info: Paris Photo is van 10 tot 13 november in het Grand Palais in Parijs. Inl.: parisphoto.com De foto's verschijnen als boek bij Filigranes Éditions. 
Persoon: Laurence Aëgerter
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.




Open publication - Free publishing - More anthropology





















See also the photography of Ata Kando ...


zondag 23 oktober 2011

Safety First The Sochi Project 2011 Rob Hornstra Photography


Open publication - Free publishing - More chechnya

Safety First is entirely composed of negatives which were damaged by x-ray scanners during our stay in Grozny. In the Chechen capital, these scanners are not only placed at the entrance to the airport or government buildings, but also to shops, gyms, restaurants and outside on squares. In Safety First we ask what the difference is between security and a false sense of security. Published in November 2011. Photography: Rob Hornstra. Text: Arnold van Bruggen. Design: Kummer & Herrman. Printed by Drukkerij Slinger, Alkmaar. Print run of 750 copies, all numbered. 150 x 210 mm / 48pp / 27 Colour Photographs / Hardbound with photo-illustrated dust-jacket. © The Sochi Project 2011.

Safety First The Sochi Project 2011 Rob Hornstra Photography


Open publication - Free publishing - More chechnya

Safety First is entirely composed of negatives which were damaged by x-ray scanners during our stay in Grozny. In the Chechen capital, these scanners are not only placed at the entrance to the airport or government buildings, but also to shops, gyms, restaurants and outside on squares. In Safety First we ask what the difference is between security and a false sense of security. Published in November 2011. Photography: Rob Hornstra. Text: Arnold van Bruggen. Design: Kummer & Herrman. Printed by Drukkerij Slinger, Alkmaar. Print run of 750 copies, all numbered. 150 x 210 mm / 48pp / 27 Colour Photographs / Hardbound with photo-illustrated dust-jacket. © The Sochi Project 2011.

vrijdag 21 oktober 2011

Where nothing happens, There I take pictures New York Reflections Saul Leiter Photography


Saul Leiter  

New York Reflections

From 24 October 2011 to 4 March 2012 the JHM is presenting a retrospective exhibition of the work of the American photographer and painter Saul Leiter (born in 1923). Following a long period of obscurity, Leiter's work has recently been rediscovered in the United States and Europe. This is the first exhibition of his work in the Netherlands.

Saul Leiter is celebrated particularly for his painterly color photographs of the street life in New York, which he produced between 1948 and 1960. Amid the hectic life of the city he captured tranquil moments of everyday beauty. He was able to transform mundane objects - a red umbrella in a snowstorm, a foot resting on a bench in the metro, or a human figure seen through the condensation on a pane of glass - into what has been described as 'urban visual poetry'. His photographs are frequently layered, near-abstract compositions of reflections and shadows, which recall paintings by abstract expressionists such as Mark Rothko and Willem de Kooning, with whom Leiter felt a strong affinity.
Saul Leiter, Snow, New York 1960. © Saul Leiter, Collection Howard Greenberg Gallery, New York.Saul Leiter is seen as belonging to the New York School of Photographers (Diane Arbus, Roy deCarava, Robert Frank, Lee Friedlander, William Klein, Helen Levitt, Lisette Model, Weegee, Garry Winogrand), a group of innovative artists, most of them Jewish, who achieved fame in New York in the period 1936-1963, primarily with their images of the street and their documentary photography. His black-and-white work displays a lyricism, dreaminess and surrealism that might prompt comparison with photographers such as Ted Croner, Leon Levinstein and Louis Faurer, but where his color photography is concerned, he cannot be compared with any other photographer. In the 1940s and 1950s, Leiter was virtually the only non-commercial photographer working in color.
Born in Pittsburgh, Leiter was destined to become a rabbi like his father. But his growing interest in art led him to abandon his religious studies. Instead, he went to New York and dedicated himself to painting. His friendship there with the abstract expressionist painter Richard Pousette-Dart, who was experimenting with photography, and the work of the photographer Henri Cartier-Bresson, inspired Leiter to take up photography. His friendship with the photographer W. Eugene Smith was another inspiring influence.
The exhibition Saul Leiter: New York Reflections was prepared by the JHM in collaboration with the Howard Greenberg Gallery in New York. Besides over 60 color and 40 black-and-white examples of his street photography, a small selection of fashion photographs, paintings, and painted photographs will be shown. Visitors will also be able to watch a recent documentary about Leiter by the British film maker Tomas Leach. This autumn, the publisher Steidl will be publishing the third edition of Early Color, the first book of Leiter's photographs, compiled in 2006 by Martin Harrison of the Victoria & Albert Museum in London. See for a review by 5B4 ...

'Waar niets gebeurt, daar fotografeer ik'

Rosan Hollak
Interview Interview | Donderdag 20-10-2011 | Sectie: Cultureel Supplement | Pagina: C10 | Rosan Hollak

De Amerikaanse kunstenaar Saul Leiter maakt foto's van 'onbepaalde momenten en onduidelijke situaties'. Het Joods Historisch Museum toont een overzicht van zijn New Yorkse straatbeelden.

Saul Leiter (1923) valt nauwelijks op achter zijn kop koffie in de Starbucks in downtown Manhattan. Hij draagt een grote broek en stevige wandelschoenen, een dik vest en zijn haar zit een beetje in de war. Alleen een klein digitaal cameraatje verraadt wie hij is: fotograaf. Nog altijd. En schilder, ook al is er geen spatje verf op zijn kleding te ontwaren.
Maar zodra je met Leiter in gesprek raakt, blijkt er achter dat wat rommelige uiterlijk een eigenzinnige, humoristische persoon verscholen te zitten. Een man die vol anekdotes zit en continu om zijn eigen grapjes moet grinniken. En bovendien heel eigenwijs is. Als je hem vraagt waarom hij als een van de weinige Amerikaanse fotografen al in de jaren vijftig met kleurenfilm werkte, antwoordt hij: In kunst heeft kleur altijd een belangrijke rol gespeeld. Ken jij een schilderij zonder kleur?
Als je hem voorlegt of hij nu eerder een schilder is dan een fotograaf, antwoordt hij: Als ik niet was gaan fotograferen, was ik misschien wel een betere schilder geweest. Ik doe van alles tussendoor. Ik ben een in-between-person. Ik heb me eigenlijk nooit op één ding gericht.
En wanneer je hem vraagt of zijn werk misschien is beïnvloed door Picasso of Matisse, antwoordt hij ontwijkend. Het zijn goede kunstenaars. Maar ik hou ook van Vermeer en een aantal Japanse schilders. Picasso had een geweldig kunstenaar kunnen zijn met slechts eenvijfde van al het werk dat hij heeft geproduceerd. Eigenlijk heb ik al te veel werk gemaakt.
Die bescheidenheid typeert Leiter. Als fotograaf is hij lang in de schaduw gebleven - ook al was in 1953 een aantal van zijn zwart-wit foto's door Edward Steichen opgenomen in de expositie Always the Young Stranger in het Museum of Modern Art (MoMA). De aandacht voor zijn ingetogen straatfotografie nam pas toe toen Jane Livingston in 1992 zijn werk opnam in haar overzichtswerk The New York School: Photographs 1936-1963. Een jaar daarna had hij een succesvolle expositie bij de Howard Greenberg Gallery. Zijn fotoboek, Early Color, inmiddels al een klassieker, werd pas in 2006 uitgegeven. Toen ik mijn boek bij de galeriehouder voor het eerst op tafel zag liggen dacht ik: dat is best aardig geworden, grinnikt hij. Maar roem is nooit zo belangrijk voor mij geweest. Een goede vriend heeft ooit tegen mij gezegd dat ik een groot talent heb kansen mis te lopen. Eigenlijk heb ik mijn eigen carrière nooit zo nauw gevolgd. Ik ben niet zo'n grote fan van Saul Leiter.
Orde in de chaos
Wie Leiters appartement in New York betreedt, treft een chaos aan. Overal liggen stapels boeken, foto's, schilderijen. Aan de muren, waar de verf afbladdert, hangen kleurige, abstracte schilderijen. Een kat kruipt tussen de rommelige stapels door en springt op de vensterbank. Soms denk ik, het is een schande dat ik zo leef. Ik vind het lastig om orde aan te brengen in mijn spullen, heel lastig. Ik kan het niet goed meer. Maar sommige bezoekers zeggen ook als ze hier binnenkomen: het lijkt hier net Parijs in de jaren twintig.
Naast het raam staat een stoel, met uitzicht op de tuin. Het is de plek waar Leiter vaak zit als hij aan het werk is. Als ik een stukje papier zie, ga ik toch weer zitten schilderen, zegt hij. Waarom ik dat doe? Ik weet het niet. Als ik schilder, lijd ik niet. Als ik fotografeer, heb ik plezier.
Nog steeds neemt hij geregeld een camera ter hand. Hij wijst op een aantal oude, met verf beschilderde afdrukken die in het appartement rondslingeren. Ik heb vroeger veel proefstroken in de doka afgedrukt. Daar schilder ik nu zo'n beetje overheen. Hij toont een naakt dat is bewerkt met felle kleuren. Ik heb ook altijd veel vrouwen gefotografeerd, grinnikt hij opnieuw.
Strenge joodse jeugd
Leiter, geboren in Pittsburgh, groeide op in een streng religieus joods gezin. Mijn vader was een Talmoed-kenner. Hij had mijn toekomst al voor mij uitgestippeld. Ik moest rabbijn worden en Grieks en Latijn leren. Hij beschrijft hoe zijn dagen verliepen volgens een vast schema waarin school en religieuze lessen elkaar afwisselden. Mensen nemen religie veel te serieus. Ik geloof niet in God. Hij begint weer te grinniken. Ik ben recentelijk ook niet tegen Hem aangelopen. Maar als Hij besluit om zichzelf te tonen, zou ik hem graag ontmoeten.
Vanwege het verstikkende milieu waarin hij opgroeide, brak hij zijn studie theologie af om naar New York te gaan. Ik zeg nu wel eens: ik ben niet als een Amerikaan geboren, ik ben in mijn vaders huis geboren. Dat was niet Amerika, dat was een ander soort plek.
Toen hij 23 was, hield Leiter het niet meer uit bij zijn ouders. Ik ben midden in de nacht het huis ontvlucht. Ik moest gewoon weg. Hij vertrok naar New York. Ik had geen plan, ik ging er niet heen met het doel om schilder of fotograaf te worden. Ik wilde vooral met rust gelaten worden. Dat is eigenlijk wat ik nog steeds prettig vind. Dat er niets van me wordt verwacht.
Uitzonderlijk oeuvre
Vanuit die levenshouding heeft Leiter, zonder enige schilder- of fotografieopleiding, toch een uitzonderlijk oeuvre weten op te bouwen. Naast opdrachten die hij uitvoerde voor bladen als Vanity Fair en Harper's Bazaar, ging hij veel de straat op om te fotograferen. In de jaren veertig en vijftig was hij vrijwel de enige niet-commerciële fotograaf die met kleur werkte. Hij experimenteerde met Kodachrome, een van de oudste kleurenfilms die inmiddels niet meer wordt geproduceerd maar bekend staat om zijn heldere, diepe kleuren. Dat was geen bewuste keuze, zegt Leiter. Ik had gewoon weinig geld. In die tijd heb ik gewerkt met allerlei goedkope films. Ik kocht ook vaak filmpjes die al over de datum waren en rommelde wat aan, ik vond het leuk dat de kleuren niet goed waren.
Rondlopend door de drukke straten van New York, wist Leiter in die periode als geen ander allerlei kleine taferelen vast te leggen. Zijn foto's, die ook wel worden omschreven als urban visual poetry, bestaan uit gelaagde, abstracte composities van reflecties en schaduwen die doen denken aan schilderijen van abstract-expressionistische schilders als Barnett Newman of Mark Rothko. Waar een ander aan voorbij zou lopen, bevroor hij met zijn camera in een moment van verstilde schoonheid. Twee voeten van een man op een trapje. Een dame die wordt gereflecteerd in een oude spiegel. Het puntje van een rode paraplu in een sneeuwstorm, een voet die rust op een bankje in de metro. Met zijn esthetische, licht melancholische blik kneedde Leiter het leven telkens tot een klein, puur schilderijtje.
Onduidelijke situaties
Dat er een zekere afstand nodig is om het bestaan op die manier te observeren is duidelijk. Je zou kunnen zeggen dat, in tegenstelling tot Henri Cartier-Bresson - meester in het fotograferen van 'het juiste moment' (decisive moment) - Leiters kracht juist ligt in het vastleggen van een 'onbepaald moment' (indecisive moment). Misschien is het waar, ik weet het niet, zegt hij enigszins gelaten. Ik hou ervan om foto's te maken van onduidelijke situaties. Wat er gebeurt, is dat er niets gebeurt. Misschien klinkt dat pretentieus, maar beter kan ik het niet uitleggen.
Leiter zwijgt en haalt zijn schouders op. Ik ben geen kunstenaar die zijn werk verklaart. Neem Vermeer. Wat hij over zijn eigen werk te zeggen had vond ik altijd bijzonder prettig. Namelijk helemaal niets. En na zijn dood? Mag er dan ook niet over zijn werk worden gesproken? Nou, daar heb ik geen invloed op. Misschien zouden ze moeten zeggen: hij was hier voor een korte tijd, hij had een aantal gezegende momenten, maar het was niet altijd even plezierig.
Hij grinnikt opnieuw en pakt zijn digitale camera. Zo, mag ik nu even een foto nemen?
'Als ik schilder, lijd ik niet. Als ik fotografeer, heb ik plezier'
Info: Saul Leiter: New York Reflections. 24 okt t/m 4 maart in het Joods Historisch Museum, Amsterdam. Inl: jhm.nl
Foto-onderschrift: Saul Leiter, 'Harlem', 1960. Saul Leiter, 'Sign Painter', 1954. Saul Leiter Saul Leiter, 'Foot on El', 1954
Persoon: Saul Leiter
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.













donderdag 20 oktober 2011

CouchSurfing in Siberia OU MENYA Bieke Depoorter Winner 2009 Magnum Expression Award Photography



OU MENYA

"I I am looking for a place to spend the night. Do you know people who would have a bed, or a couch? I don’t need anything in particular, and I have a sleeping-bag. I prefer not to stay in a hotel, because I don’t have a lot of money and because I want to see the way people live in Russia. Could I stay at your place, perhaps? Thank you very much for your help!"

For three periods of one month, I have let the Trans-Siberian train guide me alongside forgotten villages, from living room to living room. Some Russian words, scribbled on a little piece of paper, allowed me to be welcomed and absorbed in the warm chaos of a family. Accidental encounters led me to the places where I could sleep. The living room, the epicentre of their life, establishes an intimate contact between the Russian inhabitants. In this room, they sleep, eat and drink as well as cry. For a brief moment, I was part of this. Their couch became my bed for one night. This way, I experienced transient, but very powerful, shared moments.
Continue to the series

Bieke Depoorter’s photographs capture the intimacy of family. The bond between friends. The stillness and silence right before someone falls asleep. 


In one image, a family prepares dinner in a tiny kitchen. In another, a woman in a thin white nightgown gazes at her reflection in the mirror. 

“I like this one, because it’s like a summary of my work,” Depoorter says. “She’s going to sleep, but she knows I’m there. You can see the intimacy between us.”


Depoorter graduated from the Royal Academy of Fine Arts in Ghent, Belgium, in 2009. Just a few weeks later, she won the Magnum Expression Award, which recognizes compelling documentary photography. The award, sponsored by HP, came with a $10,000 grant and an HP Designjet Z3200 Photo Printer.


“You can be a good photographer, but it’s not always easy for people to see your work when you’re first starting out,” she says. “The exposure from this award has been fantastic for me.”


A backpack and a camera

Depoorter describes her work as documentary style, but not journalistic. Her point of view as a photographer and her relationship with her subjects are important elements of every photo.


She takes her photographs while traveling alone, out of her comfort zone. Whether she’s in Russia or the United States, she seeks out people she believes she can trust and asks to enter their everyday lives.


She created her award-winning photo series, Oe Menia—with Me, in Russia, where she spent three months traveling during her final year in school. She didn’t know anyone, and she didn’t speak the language.


With nothing but a backpack, her camera and a note written in Russian asking for a place to stay for the night, Depoorter made her way from Moscow to Vladivostok, taking pictures along the way.


“I’m interested in capturing the intimacy in people’s families, and between me and the families,” she says. “You create a very special atmosphere when you live with someone but don’t speak the same language.”



Fotodocument / Bij de Russen thuis
Het ging uiteindelijk nog bijna mis, vertelt de Belgische fotografe Bieke Depoorter (1986). Op de laatste dag van haar zwerftocht door Siberië werd haar Nikon gestolen. En dat terwijl ze steeds zo gastvrij ontvangen was tijdens haar drie lange treinreizen door Rusland - van Moskou naar Irkoetsk, van Irkoetsk naar Vladivostok en van Moskou naar Novosibirsk. 'Toen ik aan deze onderneming begon, was Rusland voor mij een witte vlek op de kaart. Ik kocht telkens een treinkaartje naar een willekeurig dorpje aan de trans-Siberische spoorlijn.


 Depoorter bereidde zich nauwelijks voor en had geen idee waar ze zou belanden langs de bijna honderd jaar oude spoorlijn van 9288 kilometer lang. Ze reisde per dag een afstand van ongeveer twee uur. 'Daarna stapte ik uit in een dorpje, met mijn rugzak en mijn camera. Ik liep het dorp binnen en ik liet mensen op straat mijn briefje zien: 'Ik zoek een plaats om de nacht door te brengen. Kent u mensen die een bed of een bank over hebben? Ik heb een slaapzak bij me.' Soms pakte dat minder goed uit. 'Ik sprak meestal vrouwen aan en ben zo een keer beland bij twee hoertjes en hun klanten - ze hadden er ook eentje voor mij. Ik heb met handen en voeten duidelijk gemaakt dat ik daar niet in geïnteresseerd was.'


In zo'n geval nam Depoorter een nachttrein naar de volgende bestemming, zodat ze in een coupé kon overnachten. Maar meestal lukte het wel, zegt ze. 'Voor een avond en een nacht was ik dan lid van het gezin. We waren samen als mensen, meer dan als fotograaf en onderwerp.'


Want wat niet op haar briefje stond, was dat Depoorter kwam logeren vanwege haar afstudeerproject aan de Gentse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Met de serie over haar overnachtingen won ze na thuiskomst bovendien de Magnum Expression Award van het beroemde fotopersbureau. Nu is er ook het boek Ou Menya ('Bij mij') en in december wijdt de Kunsthal in Rotterdam een tentoonstelling aan haar Siberische couchsurfing-zonder-internet. Of de Russische dorpelingen weten dat hun thuissituatie nu in een Belgisch fotoboek staat afgedrukt? 'Ze gaven wel toestemming voor publicatie, maar ze zouden verschieten als ze het boek zouden zien.'


Ou Menya is een neerslag van intense ontmoetingen met wildvreemden die ze hoogstwaarschijnlijk nooit zal terugzien, zegt de fotografe. 'Ik kwam bij allerlei mensen thuis, vaak in armoedige buurtjes zonder straatnamen. Ik parachuteerde mezelf in hun leven. Er was geen sprake van schone schijn. Bij het gezin op de grote foto op de vorige pagina's bijvoorbeeld waren de ouders die avond stevig aan het drinken en dansen. Het was ijs- en ijskoud maar het hout was op, het huis werd niet meer verwarmd. De ouders waren redelijk heftig aan het flikflooien, maar de kinderen hadden nauwelijks dekentjes. Ik ben maar tegen het meisje aan in bed gaan liggen zodat we elkaar warm hielden.'


Mijn lenskap erop
De foto's doen denken aan Honderd zomers, honderd winters, het boek dat Bertien van Manen kort na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie maakte over het leven op het Russische platteland. Journalist Ryszard Kapuscinski, zelf afkomstig uit Pinsk dat tegenwoordig in Wit-Rusland ligt, schreef destijds over de foto's van Van Manen dat ze 'het innerlijke, verborgen, arme Rusland van de anonieme gewone Russen' lieten zien. Dat het Van Manen was gelukt in het dagelijks leven van gewone mensen door te dringen was een unieke prestatie, vond Kapuscinski. 'In de bewoners van het voormalige imperium zit nog steeds een ingebakken angst voor een ontmoeting met een buitenlander. In de jaren van het communisme betekende spreken met een buitenlander een politieke misdaad.'


Bieke Depoorter merkte een kleine twintig jaar later niet veel meer van die angst. Ook hun armoede weerhield dorpsbewoners er niet van haar gastvrij te onthalen - soms werd er spontaan een feestje gebouwd om haar onverwachte komst te vieren. 'De foto's daarvan zijn door de drank beïnvloed, je ziet ook mijn lenskap erop.' Ze hielp met koken en stapte met de gastvrouw in de banja, de Russische sauna. 'Het zijn niet de grootste dingen die je meemaakt, maar je ziet het speciale van het kleine.' Dat ze geen woord Russisch sprak en de gemiddelde Siberische dorpeling geen Engels, vergrootte juist de intimiteit van de ontmoetingen, zegt Depoorter. 'De vrouw die in haar slaapkamer voor de spiegel staat, woonde alleen. Wij zijn bij veertig graden onder nul een wandeling gaan maken in het dorp, arm in arm, heel simpel. En we zijn zwijgend een theetje gaan drinken. Toen terug naar huis, The Bold and the Beautiful gekeken. Zij ging zich omkleden voor de nacht en gaf mij een pyjama. Helemaal niets spannends aan, maar doordat je niet met elkaar kon praten en alleen blikken kon werpen of gebaren maken, werd het juist betekenisvol. Je observeert dan scherper, stiltes worden veelzeggend. Als het goed is, kun je dat ook aan mijn foto's aflezen.'


En o ja: die gestolen camera, die kon Depoorter voor twintig dollar terugkopen bij de dorpswinkel. Haar foto's waren gelukkig niet gewist, en er was zelfs een bonus. 'Er stonden nieuwe foto's op, die had de dief denk ik per ongeluk gemaakt. Heel vreemd: alleen maar beelden van een dichte deur.' DOOR MISCHA COHEN / 22 OKTOBER 2011