zaterdag 27 oktober 2018

Views & Reviews Nürnberg Juergen Teller Parr / Badger THE PHOTOBOOK: A HISTORY Volume III Photography


Juergen Teller: Nürnberg
Steidl, Göttingen. 2004. First edition, first printing.
Martin Parr, Gerry Badger: The Photobook, volume 3, page 256. 132 pages. Layout: Peter Miles. Text: Sadie Coles. Text in english. Juergen (Jürgen) Teller`s is also famous for "Tracht", which was selected as one of the greatest photography books in "The Photobook" by Martin Parr.


"Juergen Teller has spent the last year carrying out a study of the "Reichsparteitagsgelande", the site of the Nurnberg Rallies, and a place he used to visit in his youth. The results are a series of images of stone and flora, photographed over the four seasons of a year, in seed, bloom, demise and finally dormant in the snow. It amounts to a study of mortality, the process of birth, growth and death. The book combines these works with self-portraits and family photographs through the same period, adding the perspective of the personal and quotidian life cycle." (from the publisher)

Juergen Teller has spent the last year carrying out a study of the "Reichsparteitagsgelande", the site of the Nurnberg Rallies, and a place he used to visit in his youth. The results are a series of images of stone and flora, photographed over the four seasons of a year, in seed, bloom, demise and finally dormant in the snow. It amounts to a study of mortality, the process of birth, growth and death. The book combines these works with self-portraits and family photographs through the same period, adding the perspective of the personal and quotidian life cycle.

Twee kanten van Teller
Topmodefotograaf Juergen Teller maakt ook vrij werk. Glamourloos, soms duister. ‘Ik heb een schoon geweten.’

Alex Needham
23 februari 2013

Twee kanten van Teller

Kate Moss (2010)

Wie vindt dat oudere vrouwen hun aftakelende lichaam maar beter kunnen verbergen, kan beter niet naar de ICA-galerie in Londen gaan. Daar zijn drie enorme foto’s te zien van een naakte Vivienne Westwood, gemaakt toen de modeontwerpster 68 was. Op twee van de foto’s ligt ze op een antieke bank waartegen haar huid wit afsteekt. Op de derde prijkt ze in kleermakerszit, met haar benen open, terwijl ze met een stralende glimlach in de camera kijkt en rood schaamhaar toont, in dezelfde kleur als de kussens.

Slechts één man had die foto kunnen maken en dat is Juergen Teller (49). Hij vertelt erover in de keuken van het elegante huis in Londen dat hij deelt met zijn echtgenote, galeriste Sadie Coles. Teller draagt een blauw T-shirt, sportschoenen en joggingshorts. Alleen de sigaretten die hij gretig rookt, verknoeien het atletische effect.

Hij heeft jarenlang met Westwood reclamefoto’s voor haar merk geschoten, met haar en haar echtgenoot Andreas als modellen. Maar de naakten waren een persoonlijk project. In een Engels met Duits accent (hij woont sinds 1986 in Engeland) vertelt de fotograaf dat Westwood meteen akkoord ging met zijn voorstel. „Zo is ze. We hebben het portret bij haar thuis gemaakt, ik koos die bank. Maar toen werd ik zenuwachtig en vroeg ik of ik nog een kop thee kon krijgen. Zullen we eerst nog even praten? En zij: doen we het of doen we het niet? Goed, we doen het. Op die bank, graag. Ze trok haar kleren uit en toen ging ze zo zitten.” Teller opent zijn benen. „En ik dacht, verdomme, wauw, dit geloof ik niet! Dit is helemaal wat het moet zijn!”

Hij ontkent dat hij wil choqueren. „Er is niets schokkends aan die foto’s, behalve dat zij zo mooi is en zo ontspannen en open. Ik vind dat mensen zo horen te zijn. Ze kijkt zelfs als een flirtende tiener. Je ziet er helemaal geen oude vrouw in. Ze lacht. Nee, ik zou het woord schokkend niet gebruiken.” Toch geeft hij toe: „Sommige mensen schrikken zich rot als ze haar zien.”

Teller is een van de meest gevraagde en duurst betaalde modefotografen ter wereld. Eind jaren tachtig brak hij door met reportages voor Britse stijlmagazines als The Face en i-D. Hij klom snel naar de top en staat daar nog altijd, met opdrachten voor tijdschriften en campagnes voor onder meer Marc Jacobs, Céline en Yves Saint Laurent. Parallel daaraan heeft hij een loopbaan als kunstfotograaf. In 2007 won hij de Citibank Prize en zijn werk was te zien in Tate Modern in Londen, het MoMA in New York en op de Biënnale van Venetië. Hij maakte twintig boeken.

De middag van onze ontmoeting is Teller net klaar met de foto’s voor een nieuwe reclamecampagne. Die ochtend heeft hij de laatste hand gelegd aan een portfolio voor W Magazine: portretten van 36 filmsterren, onder wie Tom Cruise. Zijn fotografische stijl is onmiddellijk herkenbaar: fel belicht, glamourloos, op film geschoten (niet digitaal) en niet geretoucheerd.

Tellers beelden lijken bijna snapshots, ook al heeft hij een strenge opleiding gevolgd aan de Bayerische Staatslehranstalt für Photographie in München. Zijn foto’s zijn meestal zorgvuldig geregisseerd, maar nooit geposeerd.

Je door hem laten fotograferen, is een uitdaging én een teken van prestige – Victoria Beckham werd door de modewereld pas echt serieus genomen toen Teller haar voor een advertentie voor Marc Jacobs had gefotografeerd – je ziet alleen haar benen, die uit een boodschappentas steken. Zelfs Kate Moss zag er niet op haar best uit in zijn reportage voor het blad Self Service (2010) en een foto van Bryan Ferry op de cover van Fantastic Man, in hetzelfde jaar, toonde genadeloos de dubbele kin van de zanger. Tellers techniek – een bombardement van flitsen uit twee Contex G2 camera’s, een in elke hand – onthult aspecten van zelfs heel bekende mensen die andere fotografen gewoon niet kunnen vastleggen. Een foto uit 1993 van Björk en haar zoon, in een warmwaterbron, straalt tederheid en intimiteit uit.

Aan modefotografie kleeft geen al te goed imago, en dat werd eind vorig jaar nog eens versterkt toen Kate Moss verklaarde dat Corinne Day, een tijdgenote van Teller, haar onder druk had gezet om haar beha uit te trekken, voor de reportage die haar loopbaan in 1990 lanceerde. Teller zegt heftig dat hij nog nooit een model heeft geëxploiteerd. „Ik heb een schoon geweten. Ik zal nooit iets vragen dat een ander in een lastige positie brengt. Als ik een portret maak, weet ik wat iemand aankan. Als iemand lief en schuchter is, zullen het lieve, schuchtere foto’s zijn. Je vraagt mensen natuurlijk wel om dingen te doen die ze misschien nog nooit hebben gedaan, maar dat is het avontuurlijke, dat maakt het leuk. Fotograferen is een excuus om mee te spelen in een fantasie, het is magisch. Het is een manier om met elkaar te communiceren.”

Huilen
Heeft hij ooit een model tijdens een opname aan het huilen gekregen? „Ja”, bekent hij, „en grappig genoeg was dat Kate Moss. Je weet hoe het in de mode gaat, in de herfst schiet je de lente/zomercollectie en in het voorjaar de najaars/wintercollectie.” Teller en zijn toenmalige partner, de stylist Venetia Scott, fotografeerden Moss te paard, op het platteland van Cornwall. Het was drie dagen verschrikkelijk weer, Moss droeg alleen een jurk. „Ze zit op dat paard te bevriezen en begint opeens te huilen. En ik zeg: we moeten die verdomde foto hebben. Doe het, alsjeblieft!”

Voelde hij zich rot? „Nee. Zoiets hoort bij het werk van een model. Het is niet eens extreem. Ik heb mezelf gefotografeerd terwijl ik in de sneeuw poepte – dat was veel minder comfortabel. Ik was benieuwd hoe het voelt om op die manier gefotografeerd te worden en hoeveel je kunt verdragen. Andere mensen klagen over onbenulligheden!”

Zijn sneeuwfoto maakt deel uit van een reeks zelfportretten. Zo fotografeerde hij zichzelf ook naakt bij het graf van zijn vader, met een voet op een voetbal, een glas bier in zijn hand en een sigaret. Tellers vader, „een gewelddadige alcoholicus”, pleegde zelfmoord toen Teller 24 was. Die foto maakte hij „omdat ik een beetje medelijden met hem had en bij hem wilde zijn. Ik wilde hem – of mezelf – tonen dat ik ook kwetsbaar ben.”

Tellers foto’s verwijzen wel vaker naar zijn jeugd in het Duitse Erlangen. De tentoonstelling in het ICA heeft een wand met foto’s van zijn moeder – die na de dood van Tellers vader met zijn oom hertrouwde – in de bossen in de omgeving van het huis waar hij is opgegroeid.

Don’t mention the war
Voor een ander project, gepubliceerd in het boek Nürnberg, fotografeerde hij planten die groeien in de scheuren van de muur van het Deutsches Stadion, de vervallen arena van Albert Speer. Als kind trok de ruïne Teller aan en maakte die hem ook bang. „Wat je op school over Duits-zijn leert, geeft je een soort schuldgevoel mee. Zelfs toen ik als tiener in mijn eentje begon te reizen, wilde ik in het buitenland niet in een café als Duitser worden herkend – ik sprak heel stilletjes.” Toen hij naar Londen verhuisde, was hij „verpletterd” als mensen het klassieke grapje maakten: „Don’t mention the war.”

De ‘zware’ thema’s onderscheiden Tellers kunstfoto’s van zijn modewerk. „Er is zeker een kloof tussen de twee”, zegt hij. „Niemand vraagt me om planten te fotograferen. Niemand zegt: ga met je moeder naar het bos en maak foto’s.” Wel heeft zijn enorme succes als modefotograaf de andere projecten mogelijk gemaakt. „Als ik met het commerciële werk zou stoppen en niemand mijn foto’s zou kopen, dan zou ik een probleem hebben. Ik moet de kost verdienen. Dus doe ik het allebei. Ik sta in twee werelden en dat bevalt me uitstekend.”

De mode heeft ook deuren geopend die anders gesloten waren gebleven. Toen Westwood een defilé gaf in het Weense Kunsthistorisches Museum, mocht Teller er fotograferen. „Als ik daar op eigen houtje aankom en vraag of ik wat foto’s mag maken voor een Velázquez, dan verklaren ze me voor gek en zetten ze me eruit.”

Vraagt hij zich weleens af of zijn werk de tand des tijds zal doorstaan? „Eerlijk gezegd niet”, zegt Teller. „Het zal zijn eigen plaats vinden, zonder mij.” En hij zet nog een kop thee en biedt me een koekje aan dat zijn moeder heeft gebakken.

© Guardian News & Media Ltd 2013

Juergen Teller, Woo!, te zien tot en met 17 maart, ICA (Institute of Contemporary Art), Londen, ica.org.uk



















Geen opmerkingen: