donderdag 3 januari 2013

De Ritmeester 1887-2005 Bart Sorgedrager Company Photography


SORGEDRAGER, BARTDe Ritmeester 1887-2005.

Veenendaal, Ritmeester Cigars, 2005 orig photo-pictorial boards 80 pp 21 x 27 cm text in Dutch edition of 350 copies. 






De sigaren van Ritmeester waren in de eerste helft van de 20ste eeuw een begrip. Deze fabriek floreerde, ook in moeilijke tijden. Mede door de succesvolle intrede van de zogenaamde bolknak bevocht de fabriek de buitenlandse concurrentie.

Ritmeester 
Mede door de eeuwenlange tabaksteelt rond Amerongen, Rhenen en Elst was Veenendaal bekend met het verwerken van gedroogde tabaksbladeren tot pruim-, snuif en pijptabak. In de loop van de 19de eeuw kwam daar het maken van sigaren bij. In Veenendaal stonden rond 1890 dan ook drie tabakskerverijen waarvan Jochem van Schuppen in 1887 De Nijverheid was gestart. Nog geen twee jaar later - in 1889 - opende hij de eerste en naar later blijkt de grootste sigarenfabriek van Veenendaal. De naam van de fabriek werd later omgedoopt in Ritmeester, vernoemd naar één van de populaire sigaren. 

In 1937 betrok Ritmeester het failliete pand van de textielfabriek Roessingh; het is een tekenende gebeurtenis voor de verschuivende arbeidsmarkt van Veenendaal. Na de Tweede Wereldoorlog liep de ooit zo bloeiende textielindustrie in Veenendaal drastisch terug. De Ritmeester-fabriek was voor de vele werkloze arbeiders een redding. 


Beginjaren 
Vanaf het begin had de fabriek van Van Schuppen een sigarenmakers schooltje waardoor een arbeider binnen de fabriek het vak kon leren. Een nieuwe leerling leerde eerst de tabaksbladeren te strippen, daarna bosjes van de bladeren te maken en als laatste stap de señorita’s, de sigaar, te rollen. Rond 1900 schakelde Van Schuppen veel thuiswerkers in. Vaak hielp het hele gezin mee. Sigarenmakers kwamen dan de ene zaterdag bij de fabriek tabak en dekblad kopen en de volgende zaterdag verkochten ze de geproduceerde sigaren weer aan de fabriek. De omstandigeheden in thuiswerk waren slecht. Door een nieuwe Cao-regeling uit 1920-1921 werd thuiswerk ommogelijk gemaakt. 

Het werk in de fabriek was eentonig: je kreeg één specifieke handeling in het proces. De werkdagen waren lang in een vaak koude en stoffige omgeving en het loon bedroeg zo’n 3,50 gulden. 

Meesterzet 
Vanwege het succes van de onderneming liet Van Schuppen in 1910 een nieuwe fabriek aan de Kerkewijk - naar een ontwerp van B. van Kreel - bouwen. Maar na de Eerste Wereldoorlog braken moeilijke tijden aan. Duitsland overspoelde de markt met goedkope sigaren. Ook de sigaret werd alsmaar populairder. Deze ontwikkelingen lieten de sigarenindustrie niet ongemoeid. Om het hoofd boven water te houden deed Ritmeester een meesterzet. De fabriek introduceerde de bolknak. In deze crisisjaren was dit een uitermate risicovolle onderneming want succes was niet verzekerd. Ritmeester moest een behoorlijke investering doen: voor de bolknak waren nieuwe mallen nodig en het productieproces werd aangepast omdat het om- en dekblad anders moest worden aangebracht. Van Schuppen liet hiervoor het personeel omscholen. 

Trend 
Maar Van Schuppen beoogde succes met zijn bolknak. Trendsetters als artsen, ondernemers, notabelen, advocaten en geestelijken gingen de bolknak roken, waardoor de bolknak spoedig een populaire sigaar werd. Ten opzichte van de tuitknak kende de bolknak ook enkele voordelen: hij trok en brandde beter en de askegel hield langer vast. De bolknak was uiteindelijk de redding van Ritmeester. De moeilijke crisisjaren na 1930 gingen hierdoor deels aan Veenendaal voorbij. De neergang in de textielindustrie werd gecompenseerd door het succes van de sigarenfabriek waar volop arbeiders nodig waren. In 1933 had Ritmeester 325 werknemers in dienst, in 1939 maar liefst 1700. 

Panter 
Naast Ritmeester was Panter een grote Veenendaalse sigarenfabriek die vooral de kleinere señorita's - sigaren gerold in papier - produceerden. Het gros van hun personeel (75%) kwam uit Veenendaal en omgeving. Toen na de Tweede Wereldoorlog de kleine fabriekjes stuk voor stuk failliet gingen, overleefden Ritmeester en Panter. Maar vanaf de jaren '70 raakten de beide fabrieken in moeilijkheden: de lonen bleven stijgen. Maar ook de sigaret ging het modebeeld bepalen, vooral bij jongeren. Of men stopte vanwege gezondheidsredenen met roken van sigaren. Er viel ontslag en inkrimping was onvermijdelijk. Panter werd overgenomen waardoor de productie uit Veenendaal verdween. Ritmeester maakt sinds 1989 onderdeel uit van de Zwitserse tabaksreus Burger Söhne. Het richt zich op de wat duurdere kwaliteitssigaren die bekend staan onder de merken Oud Kampen en Hajenius.



Geen opmerkingen: