Koning, Daniel
De verdwenen staat : sporen van de DDR / Daniel Koning. - 1e dr. - Amsterdam : De Verbeelding, 2002. - 59 p. : foto's, krt. ; 23x23 cm Uitg. in samenw. met het Duitsland Instituut Amsterdam en de Volkskrant. - Met lit. opg. ISBN 90-74159-50-8 geb.
(22 november 2002) De DDR bestaat niet meer, maar de overblijfselen inspireren veel fotografen. Het verschijnen van 'De verdwenen staat. Sporen van de DDR' van Daniel Koning (Volkskrant) en 'Niemandsland: Berlijn zonder de Muur' van Kim Bouvy bij uitgeverij De Verbeelding zijn daar een bewijs van. Beide fotografen trachten, ieder op een heel eigen manier, de voormalige DDR vast te leggen.
Koning ging in 1991 en 1992 naar Oost-Duitsland en fotografeerde mensen, landschappen en wat zo op zijn weg kwam. Tien jaar later keerde hij terug om te zien wat er was veranderd sinds het begin van de jaren negentig. Veel van de plekken en zelfs enkele mensen heeft hij teruggevonden. De beelden van toen en van nu leveren soms een groot contrast op, dan weer moet je goed kijken om te zien wat er in een decennium is veranderd.
Op de zwart-wit foto van een woning in Bad Langensalza (toen) is een grote stenen kop van Karl Marx te zien, tien jaar later is de kop verdwenen. Daniel Koning sprak met de bewoonster, mevrouw Damm, en zij wist wel waarom de kop is weggehaald: 'Er war nicht mehr so aktuell'. Haar zoon, Torsten, kwam op een dag thuis van zijn werk in de bouw en hij miste iets. De kop van Marx heeft nog een hele tijd achter de houtzagerij gelegen, vertelde Torsten aan de fotograaf. Waar het beeld nu is gebleven, weet niemand, noch Torsten, noch een kunstenaar, en zelfs niet Helmut Braun, de beeldhouwer van de kop van Karl Marx. Vlak voor de val van de Muur had hij nog een beeld van Karl Liebknecht gemaakt. De Muur viel en Helmut bleef met het beeld zitten. Niemand wilde het meer hebben. Zo is het straatbeeld in Bad Langensalza veranderd, de kop van Marx bestaat alleen nog in de herinnering.
Op een hek van een Russische kazerne in Fürstenwalde prijkt kort na de val van de Muur nog een blikken ster, tien jaar later is de ster verdwenen. Alleen de contouren van de ster zijn nog zichtbaar. Op het hek hangt nu een bord dat aangeeft dat het terrein eigendom is van de deelstaat Brandenburg. Het is verboden terrein. Daniel Koning werd tien jaar geleden nog door een Russische soldaat weggestuurd met de mededeling: 'Kein Foto!'. Fürstenwalde was al in de Eerste Wereldoorlog een garnizoensstad. In de DDR zijn alle kazernes in en om de stad bezet door Sovjet militairen, in totaal twintigduizend man. Nu is er geen interesse meer voor het terrein en gaat de natuur haar gang. Daniel Koning vraagt zich af waar de ster is gebleven.
Een heel ander fotoboek is dat van Kim Bouvy. De jonge fotografe probeert duidelijk een binding aan te gaan met hetgeen ze fotografeert en ze schuwt daarbij theoretische vragen niet. Zo schrijft ze dat haar zoektocht naar het niemandsland, het stuk land van de voormalige grens tussen de vroegere Bondsrepubliek en de DDR, nog niet ten einde is, omdat het landschap zich altijd zal blijven ontwikkelen. Haar foto's pretenderen niets meer dan een momentopname te zijn. Anders dan Daniel Koning heeft ze de Koude Oorlog nauwelijks bewust meegemaakt. Haar boek is dan ook geen analyse over het hoe en waarom van de Koude Oorlog, noch een uiteenzetting van de stedenbouwkundige ontwikkeling van het hedendaagse Berlijn. Ze neemt de kijker en lezer mee met haar eigen speurtocht, die ze aflegt met behulp van camera, kompas, kaart en pen.
De beelden van Kim Bouvy lijken op het eerste gezicht vrij leeg. Weidse landschappen, landweggetjes als lange linten door het groen, een enkele boom. Ook de beelden van de metropool Berlijn hebben iets leegs, iets kils. Bijvoorbeeld de overgebleven wachttoren aan de Stresemannstrasse, die nu op een plein staat, die is omgeven van de voor Berlijn zo kenmerkende matgekleurde flatgebouwen. Toch is dit beeld verre van nietszeggend. De stilte is bijna hoorbaar en de foto laat zich lezen als een stuk geschiedenis. Eenzaam en verlaten staat de toren uit het verleden daar, midden in een modern stuk Berlijn. In een beeld zijn talloze kleine verhalen verstopt. Zoals Kim Bouvy zelf schrijft: '& terugkijken in een stad als Berlijn is onontkoombaar, er is teveel gebeurd, teveel vernietigd, het zit in alle poriën, in alle kogelgaten, in het asfalt, in de leegte, in de spiegelende ramen van de kantoortorens'. De flatgebouwen lijken de oude, grijze wachttoren te willen overmeesteren en toch staat de toren daar nog. Een overblijfsel van de dictatuur in de DDR, in de ogen van Kim Bouvy klaar voor demontage naar de filmstudio. Zullen de bewoners van de flats de wachttoren nog opmerken als ze op weg zijn naar hun werk?
Twee fotoboeken, twee manieren van kijken. Het fotoboek van Daniel Koning laat een duidelijke scheidslijn zien tussen kort na de val van de Muur en tien jaar later. De beelden van toen zijn in zwart-wit, de recentere beelden zijn in kleur. De Volkskrant-fotograaf schetst in anekdotische verteltrant, maar niet ontdaan van ernst, hoe de voormalige DDR is veranderd. Kim Bouvy is meer de jonge fotografe die zich tijdens haar speurtocht afvraagt hoe de omgeving zich verhoudt tot haar geschiedenis en tot haar camera. De beide visies hebben twee prachtige fotoboeken opgeleverd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten