Bored couples / L¿Ennui à deux
Martin PARR
Published by Galerie du Jour / Agnes B, Parigi, 1993
Galerie du Jour / Agnes B, Parigi, 1993 Catalogo di mostra, Galerie du Jour, Parigi, dal 1 febbraio al 27 marzo 1993. Brossura, cm. 24 x 24 Prima edizione Autografato.
‘I enjoy the banal’: Stephen Bayley meets Martin Parr
Britain’s best-known photographer claims to like ordinary people but are his pictures celebratory or mocking?
Bored Couples on Display in Public Places
Matthew Newton
United Kingdom—Windsor Safari Park (1990).
Kotka, Finland (1991).
New Brighton, United Kingdom (1985).
Finland—On a ferry between Helsinki and Stockholm (1991).
From the book Bored Couples, published by Galerie du Jour Agnès B. (Paris, 1993).
Tenerife, Spain—Playa de las Americas (1993).
Majorca, Spain (1993).
Majorca, Spain (1993).
Stockholm, Sweden (1992).
Finland—A bored couple on a ferry (1991).
Majorca, Spain (1993).
Boredom and mono gamy are two ideas ingrained like memories in our collective cons ciousness. Those who choose mono gamy are often viewed as tradi tionalist fools by a certain percentage of the population; while individuals who remain single for long stretches of time are often dismissed as lonely, sad, or incompatible. It’s the type of sweeping, generalized thinking that makes humans such an oddly divisive lot. But it also breeds an amateur anthropological fascination regarding our behavior.
Nearly two decades ago, photographer Martin Parr (biography) publicly examined a random sample of relationships in his book Bored Couples (Galerie du Jour Agnès B., 1993). He had no specific connection to the people he photographed, except that he was looking to challenge the notions of context and perception:
This series of photographs were taken as an opportunity to explore the veracity of the caption. We do not know if these random couples are bored or not. Who is to say what is authentic when captioned as thus? Parr also photographs himself with his partner appearing to be bored, but she is, in fact, very excited at the addition of this photo to the project. (via Magnum Photos)
It’s difficult to look at these photos without adding commen tary, without attemp ting to insinuate what we believe to be true. Each shot appears to be imbued with a sense of disconnection, two people languishing in a certain level of familiar comfort: devoid of emotion, dancing like robots; sitting in silence after dinner, waiting for the check to arrive; or devouring burgers on a family vacation, vacant eyes locked on one another. But is the indifference we see real or manipulated? According to Parr, his work has a motive: “With photography, I like to create fiction out of reality. I try and do this by taking society’s natural prejudice and giving this a twist.” TC mark
© Martin Parr / Magnum Photos via Slate (h/t: Lifelounge)
Echt & Paar
Een korte ontmoeting op straat. Ik kom mijn huis uit gelopen, gehaast, want tussen mij en de afspraak staan drie minuten, nog meer kruispunten, en een onbekend aantal fietsers die zich ineens aan de verkeersregels houden....
STEPHAN SANDERS 25 oktober 1997, 00:00
Dit moet een gesprekje worden waarin we in plusminus dertig seconden eens lekker bijkletsen.Ik hoor mezelf vragen: 'Hé, wat doe jij hier?', op een toon die eerder bestraffend klinkt dan belangstellend. De man, die een onbegrijpelijke rust uitstraalt, komt op me af en zegt in een vloeiende beweging: 'Ik moet even hout halen voor mijn gezin, want we hebben een nieuwe houtkachel in ons huis in Frankrijk.'Ik schiet in een zenuwachtige lach. Hoeveel geluk kan een zin verdragen? Houtkachels, gezinnen, wij, ons huis, Frankrijk. Hier spreekt de bewoner van een geordend universum dat gestoffeerd is met bezittelijke voornaamwoorden en de vanzelfsprekende meervoudsvorm. Het blijft een vreemde ervaring met mensen te praten die je nooit alleen te spreken krijgt, zelfs niet als je ze in hun eentje ziet. In een mum van tijd bouwt de taal een beschermende wereld om hen heen.Wat ga je doen?'Wij weten het nog niet. Wij blijven dit weekend maar eens gewoon thuis.'Paren lijken altijd echter. Ook als de vragensteller zelf allerlei plannen in petto heeft die zinderen van de levenslust, legt hij het af tegen dit bastion van geborgenheid waarin zelfs het niets-doen nog een gemeenschappelijke activiteit wordt.En mijn plannen waren toch al bescheiden.'Ik moet er vandoor', zeg ik naar waarheid, 'want mijn psychiater wacht en ik heb nog precies twee minuten.'Dat begrijpt de bekende, althans zo knikt hij, en we nemen beleefd afscheid, ongeveer zoals mensen op congressen doen die uit verschillende werelddelen komen, elkaars taal niet spreken en weten dat ze niet veel meer delen dan een welwillend soort verbazing.Ik ben nog steeds giechelig wanneer ik door het verkeer slalom, maar helemaal vertrouwen doe ik die stemming niet, want daaronder vermoed ik het verongelijkte gezicht van de afgunst.Wil ik niet gewoon van leven ruilen? Op het eerste en trouwens ook op het tweede gezicht is het duidelijk dat het 10-0 voor hem staat. Het kost me geen moeite in gedachten een grindpad te volgen dat uitkomt bij een huis, ons huis. Ik zie kinderen en zelfs een hond, die ravotten op de terracotta tegelvloer: de houtvoorraad zie ik, onder het zelfgetimmerde afdakje, de tuin daarom heen, de grote eettafel die buiten staat, het blad verweerd door de seizoenen.Het is een beeld dat een abstract soort bewondering oproept, want hoe prachtig en sereen ook, het lukt me niet mijzelf in dat plaatje te wurmen.Dat kan gebrek aan verbeeldingskracht zijn, maar ik houd het op realiteitszin. Sommige dromen laten zich beter benijden dan bewonen. Het zijn etalages waaraan je je vergaapt, met je neus tegen de winkelruit, maar op het moment dat het glas breekt, weet ik niet of ik naar binnen zou stappen of me toch gewoon zou omdraaien.Voor me ligt een fotoboekje van Martin Parr (Edition Galerie du Jour Agnes B), waarin de achterkant van een 'wij-droom' in beeld is gebracht, de rafelige kant, waar niemand mee te koop loopt. Het heeft een tweetalige titel: Bored couples, 'L'ennui à deux', waarvan de Franse de leukste is, omdat die zo cynisch rijmt op de folie à deux, de dolzinnigheid waarmee twee mensen elkaar kunnen besmetten. Dat is zo te zien niet de eerste zorg van de geportretteerden in dit boek. Het zijn stellen die elkaar tot niets anders bewegen dan taaie, tergende verveling.Zoiets is nooit een prettig gezicht, maar bij verveelde paren wordt het een daad van agressie omdat ze elkaar de verveling aandoen. Ze zouden zich ook met elkaar kunnen vermaken, en daarom is hun lusteloosheid nooit schuldeloos.
Neem deze foto: een man en een vrouw in een restau rant. Op hun tafeltje staan een aange broken fles witte wijn, twee borden met daarop de resten van een voorgerecht (waarschijnlijk vis) en een bloemstukje dat nooit ververst hoeft te worden omdat droogbloemen niet verleppen. Zij zit ongemakkelijk rechtop in de toch al ongemakkelijke stoelen, met haar benen over elkaar geslagen. Haar hoofd houdt ze afgewend, in de richting van de eetzaal; ze kijkt niemand aan, ze staart met een lege, smartelijke blik naar de plek waar de uitgang moet zijn. Hij kijkt precies de andere kant op, naar het meterslange aquarium dat is ingebouwd in de muur. Is hij op zoek naar de vis die hij eigenlijk bedoelde en nooit gekregen heeft? Beiden houden hun servetjes ongemakkelijk op schoot, aan hun vingers zien we trouwringen. Deze mislukking, weet de kijker, is niet van toevallige aard: ze is gewild en bezegeld en zal zich nog lang voortslepen.Het mismoedige aan de foto's van Parr is dat alle afgebeelde koppels zich op plekken bevinden waar ze voor hun plezier zouden moeten zijn. Snackbars, lunchrooms, danszalen, toeristische attracties en vakantieadressen. Deze mensen vechten tegen de verveling, en dat doen ze in hun vrije tijd; soms ligt de videocamera nog op tafel, om maar niets te hoeven missen van de onvergetelijke momenten die zich niet voordoen.Ik kreeg het boekje van een alleenstaande vriendin en later bedacht ik dat het typisch zo'n cadeautje is dat vrijgezellen aan vrijgezellen geven om elkaar een hart onder de riem te steken. Het is de geruststelling dat de hel met zijn tweeën alleen maar een slagje groter wordt.Er is dus leedvermaak in het spel, wraak van de vrijgezellen op de stellen: je ziet hoe een ideaalbeeld onder je ogen verkruimelt en verkreukelt, en even ben je genezen van een lang gekoesterde droom.Het werkt ongeveer zoals de roddelpers functioneert: gewone, gemiddelde mensen lezen graag over rijke, beroemde mensen die alles mee hebben en lekker toch niet gelukkig zijn. Daarom is leedvermaak ook nooit een overwinning op de afgunst maar alleen de grijnzende variant daarvan.Er zou natuurlijk ook een heel treurig stemmend boek te maken zijn over Bored Singles; ik zie beelden van een uitgezakte man op een bank, tv aan, pizzadozen om hem heen, voeten op tafel, met een teen door een kapotte sok. Leed is het zeker, maar niemand zou zich ermee vermaken, en het boek zou op de schappen blijven liggen.De stellen hoeven het niet te hebben, want die vinden het niet lachwekkend maar ronduit zielig. Bovendien worden ze alleen maar bevestigd in het beeld dat ze toch al hadden van oude vrijsters en een man alleen. En voor de vrijgezellen is de afstand iets te klein. Het kost betrekkelijk weinig moeite een glimlach te onderdrukken als je jezelf voortdurend op foto's herkent.Ischa Meijer riep ooit bitter tegen een zaal, ergens in de provincie, waar de echtparen rij aan rij zaten: 'Ik ben leuker en origineler, maar jullie zijn echter.'Dat is het boemerangeffect van een boekje dat bedoeld was om te gniffelen.
Verveling
Heeft elke tijd zijn overheersende emotie? Volgens de Engelse fotograaf Martin Parr geldt in elk geval voor deze tijd dat de allesoverheersende emotie verveling is, zoals te lezen viel in Vrij Nederland van vorige week. En te zien, want er staan fascinerende illustraties bij uit zijn fotoserie 'bored couples': echtparen met lege contact mijdende blikken, van een zo verpletterende doffe uitzichtloze verveling dat je er weer vrolijk van wordt (het Peter van Straaten effect).
Christien Brinkgreve
27 april 1994
Klopt Parrs tijdsdiagnose, is verveling een zo overheersend hedendaags gevoel? En zo ja, is dat erg? Verveling wordt in elk geval nooit beschouwd als iets om trots op te zijn. Een zich vervelend kind kan nog wel enige ontroering wekken, maar zich vervelende volwassenen wekken ergernis en verontrusting. En dedain: want vervelen is dom, zo luidt het misprijzende oordeel over mensen die in de ogen van de oordeelvellers maar landerig rondhangen en niet zo gedisciplineerd en gedreven voortdraven als zijzelf.
Maar het gaat hierbij niet alleen om de angst voor andermans verveling. Voor veel mensen is het een gevoel dat ze tot het uiterste willen vermijden, en ze gaan daar heel ver in. Ze zitten urenlang in files op weg naar pretparken, verkeren in een staat van permanente verbouwing van hun huis dat vele rondes eerder al in redelijke staat verkeerde, plannen de hele dag vol zodat er geen minuut van rust en leegte overblijft.
Verveling is een verwaarloosd begrip in de psychologie en de sociale wetenschappen. Het gaat daar over depressie en eigenwaarde, macht en onmacht, strijd en rivaliteit, maar zelden of nooit over verveling of het vermijden van verveling. Wel gaat dit soms schuil onder andere noemers of zit het verpakt in beschrijvingen van menstypen zoals 'de narcistische persoonlijkheid'; of diens voorloper: de 'other directed man', die niet meer put uit zijn rijke en koersvaste innerlijk maar gericht is op de buitenwereld. De narcistische persoonlijkheid, zoals verontrust en knorrig beschreven door de Amerikaanse historicus Christopher Lasch, is altijd op zoek naar prikkels van buiten omdat hij zelf van binnen leeg zou zijn. Het is het sociale schrikbeeld van de rusteloze zich vervelende onverzadigbare moderne mens, van wie de auteur zich duidelijk wenst te onderscheiden.
De ideologische inslag van deze beschouwingen moge duidelijk zijn, maar is het daarmee ook onzin? Is _ want daar gaat het hier om _ de angst voor verveling slechts een conservatieve of elitaire ergernis over andere mensen met meer op prikkels en consumptie gerichte levensstijlen? Parr verbindt verveling met overvloed: hij wil de westerse wereld laten zien 'met haar buitensporige overvloed en haar gruwelijke verveling', waarbij in het midden blijft of mensen uit verveling gaan kopen en consumeren of zich juist als gevolg van het laatste gaan vervelen. Hier tegenover staat een geheel andere sociale angst: de verveling uit gebrek. Gebrek aan geld waardoor niets meer kan, gebrek aan structuur waardoor de tijd oeverloos wordt, gebrek aan betekenis waardoor het bestaan leeg wordt. Angst voor werkloosheid is _ al wordt het zelden zo benoemd _ ook angst voor verveling. De opgetogen jaren-zestigfantasie over de homo ludens die bevrijd van werk spelend, scheppend en genietend het leven zou doorbrengen, is weggezakt in het schimmenrijk der sociale dromen, niet opgewassen tegen de realiteit.
Maar er is nog een ander kenmerk van de huidige westerse samenleving dat met verveling zou kunnen samenhangen. In ons historisch gezien vrij risicoloze bestaan is er een onvervulde zucht naar opwinding en avontuur, die mensen rusteloos maakt en kan doen verlangen naar gevaar, beproeving en ontbering. Overlevingstochten door woestijn en oerwoud voorzien in deze behoefte, evenals horrorfilms en het sterk opkomende thema van de seriemoordenaar. Misschien is verveling ook de prijs van het geordende, aangeharkte en relatief veilige bestaan in de verzorgingsstaat.
De stervende tijd
Zet honderd Nederlanders in een trein, stuur terroristen op ze af, laat een paar slachtoffers vallen, kortom, organiseer een gijzeling. Crisiscentrum, onderhandelingen, belegde broodjes, impasse. De tijd verstrijkt. Waar zullen de benarde slachtoffers in hun ramptrein om vragen? Puzzelboekjes, tegen de verveling. Het is echt gebeurd, al ben ik helaas vergeten waar het was en hoe het zat. Nederlanders verkeerden in langgerekt levensgevaar, en hun dringendste behoefte waren puzzelboekjes.
Ileen Montijn
27 april 1994
Het kan zijn dat die oplossing typisch Nederlands is. Andere volken zouden misschien vragen om een veldkeuken met 's lands beroemdste kok erbij, om sexshop-catalogi of videotoestellen om alles voor de thuisblijvers te vereeuwigen. Nederlanders puzzelen. Puzzelboekjes _ waarvan dit land een ten hemel schreiend hoog verbruik kent _ beantwoorden uitstekend aan Dorothy Parkers bondige recensie: a good book to kill time with _ for those who like it better dead.
Maar de verveling als vertrouwd verschijnsel, dat onmiddellijk wordt herkend zelfs onder het wachten op de uitkomst van onderhandelingen waarmee (zoals dat heet) levens zijn gemoeid, is algemener.
'Verveling is de allesoverheersende emotie van deze tijd,' zei de Engelse fotograaf Martin Parr vorige week in Vrij Nederland. Hij heeft zich toegelegd op het fotograferen daarvan. Wansmaak, hebzucht en verveling, deze drie: geen vrolijke kijk op de samenleving, maar er zit wat in.
Parr heeft een boek gemaakt met de onvergetelijke titel Bored couples. Drie foto's daaruit stonden in VN afgedrukt. Foto's, de titel zegt het al, van verveelde paren, echtparen natuurlijk. Twee aan restaurant-tafeltjes, een op een muurtje.
Wat die foto's zo deprimerend maakt _ of misschien niet eens die foto's, als wel het idee er achter _ is hun wrede suggestiviteit. Zo zitten mensen erbij. Samen, maar met lege ogen, ongeinteresseerd, een stuitende aanblik. Kijk en huiver, zegt Parr, pas maar op dat je zo niet wordt. Terwijl hij eigenlijk die mensen heeft betrapt op momenten zoals ieder paar ze kent.
Want iedereen die wel eens meer dan een zucht lang de helft van een paar is geweest, heeft zich ook wel eens als paar verveeld. De gelukkigen maar soms, even; minder fortuinlijken aldoor.
De liefde is immers heel wat minder betrouwbaar dan puzzelboekjes om de tijd te doden. In het begin helpt zij als de beste, zeker. Het verdwijnen van iedere ennui is het overheersende kenmerk van de verliefdheid. Alle lege momenten in het leven, zelfs als je helemaal niet wist dat zij er waren, verdwijnen als sneeuw voor de zon. Geestloze bezigheden, treinreizen, aardappelen schillen, worden gebaad in een exquis en altijd beschikbaar genoegen: denken aan de beminde. Een naam als een liedje op je lippen. Het volgende samenzijn als lokkend baken.
En is dat samenzijn een feit, dan doet het er opnieuw weinig toe wat je doet. Alles is een feest. Treinreizen, aardappelen schillen, als de gelieven samen zijn genieten zij ervan, omdat zij elkaar kunnen zien, horen en aanraken. Verveling bestaat niet, zoals de NS het zo treffend uitdrukt in haar reclame voor dagtochtjes.
Maar op zekere dag zit of ligt hetzelfde paar bij elkaar, er valt een stilte, en dan klinkt een vraag. Waar denk je aan?
Wie wijs is weet: nu eist de tijd haar rechten weer op. Zij wil gepasseerd worden. Hoe vitaal de liefde ook nog is of moge schijnen _ vanaf nu is het weer van belang wat er gebeurt. Het bestaan van een ander mens alleen is niet meer voldoende om zin te geven aan het leven. Er moet weer iets bij.
De waarheid zelf, lieve schat, die is soms zo saai. Dat het ook getweeen verschil maakt of je de tijd laat verpieteren met puzzels of winkelen _ Parrs foto's leggen de volle, redeloze ellende van winkelen aan de dag _ of dat je hem opfleurt en een beetje aardig voor hem bent. Dood moet hij, dat is waar. Waar het om gaat is juist: hoe?